Kouwenhoven, Arie (geb. 29-07-1897 Ter Aar, gest. 22-02-1944 Nijmegen), priester. Zoon van Johannes Kouwenhoven (1858 – 1940) en van Johanna Elsgeest (1867 – 1958).

Na zijn lagere schoolperiode in Ter Aar en het daaropvolgende eerste deel van de priesterstudie bij de paters van de H. Familie in Kaatsheuvel kwam hij op 19 september 1918 naar Grave voor de verdere opleiding. Vertrok op 13 september 1920 weer naar Goirle, naar het klooster Nieuwkerk waar hij zijn opleiding afmaakte en op 14 juni 1924 tot priester gewijd werd. Na 9 jaar gaat hij op 15 oktober 1936 weer terug naar Goirle waar hij 16 oktober wordt ingeschreven. Hij woont dan op Nieuwkerk in het klooster van de paters aldaar. Hij werd 17 september 1936 tot provinciaal overste van zijn congregatie benoemd, de Missionarissen van de Heilige Familie, en verhuist in die functie naar het net nieuwgebouwde klooster aan de Tilburgseweg Goirle waar hij als overste het bijna meteen aan de stok krijgt met de gemeente. Hij gaat in deze periode naar Ned. Oost-Indië om daar de leden van zijn orde te bezoeken, getuige enkele foto’s van dit bezoek in de collectie van het Tropenmuseum in Amsterdam.

Naar Nijmegen: Op 22 februari '44 wilde hij een zieke confrater bezoeken in sanatorium “Dekkerswald” te Groesbeek bij Nijmegen, maar kwam op het station aldaar in een bommenregen terecht. Hij werd ernstig gewond en bezweek kort erop aan zijn verwondingen. Het waren zware bommen uit Amerikaanse bommenwerpers die een groot deel van het Nijmeegse stadscentrum troffen. Dit 'gelegenheidsbombardement' was geen vergissing. Het stationsgebied van bezet Nijmegen was namelijk een van de "targets of opportunity" toen de doelen in Duitsland wegens slecht weer onbereikbaar bleken. Deze ramp kostte bijna 800 burgers het leven. Alleen al op het Stationsplein kwamen ca. vijftig mensen om het leven.

Door G.v. Heeswijk