Henri Cornelis Lans, roepnaam Hans, wordt op 31 juli 1923 geboren in Laren. Hij is in 1942 student in Amsterdam en werkt daarnaast als kappersbediende en verkoopt loten. In 1943 wordt zijn vader door de Duitsers ter dood veroordeeld vanwege zijn activiteiten in een illegale drukkerij, en omgebracht. Zijn broer zit dan al langere tijd gevangen in het Oranje Hotel in Scheveningen.

Om aan de Arbeitseinzats te ontkomen duikt Hans onder en vlucht naar Frankrijk. Via Parijs gaat hij op weg naar het Zuiden, waar hij op 28 juli 1943 in Cambo des Bains, ten zuidoosten van Bayonne wordt gearresteerd door de Sipo.

Via de gevangenis in Bordeaux en vandaar naar Compeigne, gaat hij op transport naar Duitsland. Op 4 september 1943 wordt hij in K.L. Buchenwald gedetineerd met Haftlingnummer 20153. Hij verblijft daar o.a. in Block 49 tot 26-1-1944. Hans Lans gaat weer op transport, ditmaal naar Lublin (Majdanek). Daar blijft hij tot het ontruimen van het kamp begint op 24-7-1944 i.v.m. het oprukkende Sovjet Leger.

Vanaf begin augustus 1944 zit Hans Lans gevangen in K.L. Auschwitz. Vanaf half januari 1945 worden grote groepen gevangen overgebracht naar o.a. K.L. Mauthausen, dit vanwege de naderende Russische troepen van het Rode Leger. Als op 27 januari 1945 Auschwitz-Birkenau wordt bevrijd door de Russen is Hans Lans gevangene in het Aussenlager Melk in Oostenrijk en dat ressorteerde onder Mauthausen en dat op 11-1-1944 is opgericht en beschikt over een eigen gaskamer en crematorium.

In Melk zitten gevangenen die vooral worden ingezet voor dwangarbeid in de kwartsmijnen en de tunnels in de bergen. De grondstoffen worden gebruikt voor vervaardiging van o.a. kogellagers t.b.v. de firma Steyr-Daimler Puch AG.

Het is bekend dat met het naderen van de geallieerden begin april 1945 alle gevangenen die transportgeschikt waren werden overgebracht uit het Aussenlager Melk naar het hoofdkamp Mauthausen.

Op 2 april 1945 sterft Henri Cornelis Lans in K.L. Melk en maakt de bevrijding op 5 mei 1945 door US troepen niet meer mee. Het kamp wordt door de Amerikanen aangetroffen in een gruwelijke toestand. Het gehele terrein ligt vol met lijken en meer dan 14.000 mensen verbleven op het laatste moment in het kamp dat voor circa 8000 mensen gebouwd was.

Sluiten