Mathias Lenssen komt uit een groot Venrays gezin dat op de Langstraat 50 woonde. Hij had drie oudere broers uit een eerder huwelijk van vader en 3 jongere broers en 5 jongere zusters uit vaders huwelijk met Elisabeth Behet. Verder waren er drie kinderen jong gestorven. In februari 1930 verlaat Mathias Venray en vertrekt naar Eindhoven en in maart 1931 vertrekt hij naar Nederlands-Indië in dienst van het KNIL met stamboeknr-89129. In Indië huwt hij met Wilhelmina Overhof die in 1908 in Maastricht is geboren. Zij krijgen 2 kinderen Petrus *1938 en John Theo *1939. Zij wonen dan in Tjimahi, waar ze zeven jaar gewoond hebben. Mathias was sergeant gevangenbewaker in de Militaire gevangenis. In 1942 werd hij door de Japanners gearresteerd en in een kamp gevangen gezet. Later werd hij tewerk gesteld aan de bouw van de Pakan Baroe spoorweg in Midden Sumatra. Daar is hij aan de ontberingen overleden in Kamp-5. Daar werd hij begraven. Na de oorlog werd hij op het oorlogskerkhof in Padang begraven (rij 17, vak Z). In 1962 werden alle Nederlandse oorlogsgraven overgebracht naar Java en werd Mathias herbegraven op het ereveld Leuwigaja in Tjimahi. Zijn vrouw met de 2 kinderen vertrekken na de oorlog terug naar Nederland en gaan dan in Brunssum wonen. De naam van Mathias Lenssen staat sinds 1997 ook vermeld op het Venrayse oorlogsmnument langs de Grote Kerk. Mevrouw Lenssen is in 1970 overleden. De kinderen wonen dan in Nieuwenhagen en Merkelbeek Belgie.