Het vrachtschip SITOEBONDO van de Koninklijke Rotterdamsche Lloyd vertrekt op 14 juli 1941 uit Londen (VK) met zes passagiers en een lading stukgoed, bestemd voor havens rondom de Indische Oceaan. Het schip vaart in het konvooi OS-1 zuidwaarts, na een korte tussenstop in Oban, Schotland. Op 26 juli wordt het konvooi ontbonden op zee, waarbij een deel koers zet richting de Middellandse Zee en de rest verder vaart naar het zuiden. De Sitoebondo hoort bij die laatste groep, met als volgende bestemming Kaapstad (Zuid Afrika). Laat in de avond van 29 juli, varende op ca 100 mijl ten zuidoosten van de Azoren in de Atlantische Oceaan, wordt het dichtbij varende Britse schip Sharistan getorpedeerd. De Sitoebondo probeert met maximale vaart uit de buurt te komen, maar een uur later slaat het noodlot toe. Om 00.45 uur op 30 juli wordt het schip geraakt door een torpedo van de Duitse onderzeeboot U-371 (Kapitän leutnant Heinrich Driver) in het achterschip aan stuurboord. De machines worden gestopt en de opvarenden verzamelen zich bij de sloepen. Tien minuten later treft een tweede torpedo de Sitoebondo in ruim 4 aan stuurboord kant. Het schip begint weg te zakken en de sloepen worden afgevierd. Om 02.00 uur zinkt de Sitoebondo en wachten de sloepen in de omgeving op daglicht. Als de zon opkomt wordt een sloep vermist. De overblijvende boten zetten koers naar de Azoren. Een dag later worden ze gevonden door de Spaanse tanker Campeche en aan boord genomen. Een vlot met twee overlevenden wordt na zes dagen op volle zee gevonden door een andere Spaanse tanker Campero. Vijftien bemanningsleden en twee passagiers komen om bij de ramp, maar hoofd machinist Letteboer is onder de overlevenden. Sluiten

De LANGKOEAS (een Balinees woord voor de plant Laos) is een Nederlands vrachtschip van de Nederlands-Indische Maatschappij voor Zeevaart. Voorheen behoort het vrachtschip onder de naam STASSFURT aan de Duitse rederij Hapag-Lloyd, maar op 10 mei 1940 wordt het schip te Tjilatjap (Java) door de Nederlandse strijdkrachten in beslag genomen. De Langkoeas (kapitein J. Kreumer) is onderweg van Soerabaja naar Egypte, als het op de Javazee op 2 januari 1942 wordt getorpedeerd door de Japanse onderzeeboot I 58. De torpedo slaat in aan stuurboordzijde in de machinekamer, de voortstuwing valt direct uit en het aanwezige personeel komt bij de explosie om. De overlevenden weten in twee sloepen van het zinkende schip af te komen. Maar de Japanse onderzeeboot ramt een van de sloepen en neemt de andere sloep onder schot met mitrailleurvuur. Daardoor komen veel bemanningsleden om. Drie mannen verbergen zich achter wrakdelen en weten te overleven. Nadat de onderzeeboot wegvaart, klimmen de drie overlevenden in een ronddrijvende sloep en zetten koers richting land. Op 4 januari komt het eiland Bawean, ten noorden van Oost Java, in zicht en de mannen weten de sloep veilig aan land te brengen. Later blijken ze de enige drie overlevenden te zijn van de 94 bemanningsleden aan boord. Hoofd machinist Johannes Jan Letteboer komt om bij deze aanval en vindt een zeemansgraf. Sluiten