Herman Lindeman
1881-1944
Portret toevoegen?
Klik hierOorlogsslachtoffer
Is 62 jaar geworden
Geboren op 28-06-1881 in Wierden
Overleden op 30-01-1944 in Westerbork
Beroep
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Over Herman Lindeman (door Martijn de Groot)
Toen Herman Lindeman op 30 januari 1944 in kamp Westerbork de dood vond, had hij meer dan dertig jaar bestuurlijke en redactionele activiteit in NILI en Genootschap achter de rug. Zijn naam verscheen in 1911 voor het eerst in het verenigingsblad...
Lees meer
Toen Herman Lindeman op 30 januari 1944 in kamp Westerbork de dood vond, had hij meer dan dertig jaar bestuurlijke en redactionele activiteit in NILI en Genootschap achter de rug. Zijn naam verscheen in 1911 voor het eerst in het verenigingsblad Cultura als auteur van een Duits artikel over ‘schwefelsaure Kalimagnesia und ihre Anwendung in Holland’. Dat paste bij zijn baan bij het landbouwkundig bureau van het Kalisyndicaat, waarvoor hij in Nederland de propaganda voor kaligebruik deed. Dat commerciële werk heeft hij jarenlang - later als directeur van het Kalibureau - met overgave gecombineerd met activiteiten binnen de twee verenigingen. Dat ging prima omdat hij zich een reputatie had verworven als organisator van allerlei proefnemingen met kali die hij in het land organiseerde in deze tijd waarin nog veel onbekend was over nut en gebruik van kunstmest. ‘Aan de randjesziekte bij aalbessen, door Rémy in Duitschland en Schoevers in Holland herkend als kali-armoedeverschijnsel, werd door zijn toedoen algemeene bekendheid gegeven. Het blauw bij aardappelen en de therapie door extra kalibemesting werden door hem voor ’t eerst ontdekt,’ vermeldt bijvoorbeeld het Landbouwkundig Tijdschrift (LT).
Lindeman werd in 1881 geboren in het Twentse Wierden als zoon van een veehandelaar, kruidenier, caféhouder, slager en rentmeester. Hij ging in 1899 naar Wageningen en studeerde daar af aan de Rijks Hogere Land-, Bos- en Tuinbouwschool. Daarna ging hij ‘ondanks een zwaar bezet zakelijk leven’ door met studeren, schrijft zijn herdenker prof. Joost Hudig in het LT. Naast het documenteren van zijn veldproeven, ook met pionierswerk op het gebied van de kleurenfotografie, legde hij bijvoorbeeld bibliotheken aan over uiteenlopende onderwerpen.
In 1913 was Lindeman een van de schrijvers van het kritische NILI-rapport over de landbouwbegroting van dat jaar (zie hoofdstuk 4) en een jaar later bestuurslid van het Instituut. Al snel werd hij ook in het bestuur van het Genootschap gekozen. Weer een paar jaar later nam hij het penningmeesterschap op zich, wat hem langdurige roem opleverde omdat hij de na de Eerste Wereldoorlog ‘ontredderde toestand’ van de financiën weer op orde bracht. Toen hij in 1925 periodiek moest aftreden, meldde zich geen opvolger waarna hij een jaar lang zonder bestuursverantwoordelijkheid voor de penningen bleef zorgen om daarna, opnieuw gekozen, op reglementaire basis weer verder te gaan.
Lindeman was ook voorzitter en vice-voorzitter van het Genootschap en vele jaren redacteur van het Landbouwkundig Tijdschrift totdat hij daar in de oorlog, gedwongen door de anti-joodse maatregelen van de bezetter, uit terug moest treden. Voor zijn werk bij het Kalibureau had Lindeman vele contacten opgedaan in Duitsland, waar het kalisyndicaat zijn hoofdkantoor had. Hoewel hij zijn kinderen met succes adviseerde om uit te wijken, bleef hij zelf na de Duitse inval in Nederland. ‘Hij was te Duitsch georiënteerd en kon zich niet voorstellen, dat wie zóó de Duitsche belangen had gediend als kaliman, ooit iets verderfelijks zou kunnen overkomen,’ schrijft Hudig. In een later stadium moest hij de leiding van het Kalibureau inruilen voor de baan waar hij ooit bij het bureau was begonnen. Niettemin: ‘Ook toen zijn geheele positie was inéén gestort kon hij het idee, dat hem weinig gevaren dreigden, niet loslaten. Later in Westerbork gebracht, legde daar zelfs proeven aan en schreef zijn vrienden om materiaal en apparatuur voor grondonderzoek.’
Lindeman overleefde Westerbork niet. Zijn vrouw Cornelia Frank werd naar Bergen-Belsen afgevoerd en overleed later aan de gevolgen van de ontberingen daar.
De algemene vergadering van 11 september 1946 verleende aan Lindeman postuum het erelidmaatschap van het Genootschap.
Sluiten
Bron: https://www.vangorcum.nl/product/100-368_Wageningers
Geplaatst door Gerrianne Jansen op 22 april 2021