Cornelis Lugthart
1898-1942
Oorlogsslachtoffer
Is 44 jaar geworden
Geboren op 12-05-1898 in Dubbeldam
Overleden op 19-11-1942 in Soesterberg, vliegveld
Beroep
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Cornelis Lugthart
Cees Lugthart behoorde tot een groep van 33 Nederlandse verzetsmensen, die in november 1942 op het vliegveld Soesterberg in de gemeente Soest werd gefusilleerd door de Duitsers. Deze weerzinwekkende daad bleef heel lang geheim voor de buitenwereld...
Lees meer
Cees Lugthart behoorde tot een groep van 33 Nederlandse verzetsmensen, die in november 1942 op het vliegveld Soesterberg in de gemeente Soest werd gefusilleerd door de Duitsers. Deze weerzinwekkende daad bleef heel lang geheim voor de buitenwereld en kreeg pas na de bevrijding in 1945 definitieve bevestiging. Toch had de gecensureerde pers op 21 november 1942 in een kort bericht op last van de Wehrmachtbefehlshaber in Nederland bekend gemaakt dat de krijgsraad in Arnhem vijftien Nederlanders wegens 'brandstichting als saboteurs' ter dood veroordeeld had. Onder hen was Lugthart, een man die zich vanwege zijn zware handicap (hij verloor beide benen bij een ernstig ongeval in 1929), in een invalidenwagen voortbewoog. Cynisch staat in de Duitse mededeling nog in oud-Nederlandse stijl, dat een gratieverzoek is afgewezen. 'Dit is misplaatst tegenover gemeene, onverantwoordelijke schadelijke elementen, die bij vergeefsche pogingen om de bezettende macht schade te berokkenen zich niet hebben ontzien een heele reeks kleine Nederlandsche boeren de oogstopbrengst van een geheel jaar en ten deele ook nog huis en hof te ontnemen. Dergelijke gemeene handelingen zijn eerloos en eerloozen vinden geen genade.' Dreigend wordt aan het einde van het bericht nog op het volgende gewezen: 'Mochten gevallen van dergelijke gemeene handelingen tegen de eigen volksgenooten zich opnieuw voordoen of andere misdaden, waarop de doodstraf staat, worden gepleegd, die een zoo verraderlijke, eerlooze geestesgesteldheid bij den dader blijken, dat een kogel voor hem zonde zou zijn, dan zullen de doodvonissen door ophanging worden voltrokken.'
De in het Gelderse Voorst woonachtige Lugthart was gehuwd met Maria Helena Gerrits. Zij hadden twee zoons, Bertus en Christiaan. Vrij snel na het begin van de oorlog was hij actief binnen het verzet. Voor de Duitse inval in mei 1940 verleende zijn gezin onderdak aan uit Duitsland afkomstige vluchtingen. Het maakte niet uit tot welke politieke of religieuze groep zij behoorden. De familie Lugthart hielp alle mensen, die voor de nazi’s op de loop waren gegaan: joden, Jehovagetuigen en communisten. Uiteraard trok deze hulpverlening na mei 1940 de aandacht van NSB'ers en de Duitse Sicherheitsdienst. Het was in het dorp en de directe omgeving allang bekend waarmee de Lugtharts bezig waren.In juni 1941 volgde een overval met huiszoeking in huize Lugthart door leden van de SD. Onder hen ook de beruchte Nederlandse SD-handlanger Anton Berends uit Deventer en de Duitser Anton Becker. Zoon Christiaan Lugthart, die ondanks een waarschuwing van de buren, toch naar de ouderlijke woning liep, werd opgevangen door Berends. Onder bedreiging met mishandeling moest de jongeman vertellen waar zijn vader verbleef en waar een geheime kelder was. Hij bleef het antwoord schuldig. Helaas was in het SD-gezelschap een Duitser, die ooit onderdak van Cees Lugthart had gekregen. Hij wees tenslotte de kelder aan. Ondanks naarstig zoeken in de kelder werd niets gevonden dat belastend zou kunnen zijn voor het gezin. Teruggekeerd in de huiskamer, waar ook zijn moeder en een andere broer aanwezig waren, werd Christiaan nogmaals gesommeerd te vertellen waar vader was. Hij kon of wilde dat niet zeggen en wist ook niets af van wapens en munitie die in de woning aanwezig zouden moeten zijn. Omdat Berends geen genoegen nam met de verklaringen van het drietal, werden ze gearresteerd en ingesloten op verschillende politieposten. Ze kregen te horen dat ze niet eerder vrijkwamen dan nadat vader Lugthart zich had gemeld. Toen Lugthart dit ter ore kwam, meldde hij zich bij de politie. Terwijl de gezinsleden op vrije voeten kwamen, verdween de invalide man in een cel te Deventer. Omdat er geen belastend materiaal was gevonden, werd hij korte tijd later weer in vrijheid gesteld.
Lugthart ging door met verzetswerk, zoals het verspreiden van illegale lectuur om de bevolking te informeren over de ware aard van het nationaal-socialisme. In zijn invalidenwagentje had hij een plekje waarin de lectuur ongezien kon worden vervoerd. In de zomer van 1942 kreeg het oorspronkelijk enigszins op amateuristische leest geschoeide verzet in Voorst en omstreken een wat professioneler karakter onder leiding van een zekere 'Frans de Wit'. Hij wilde ondere andere registratie van NSB'ers en NSB-boeren met flinke graanvoorraden. Ook liet hij kaarten vervaardigen waarop de in de buurt opgeslagen aardappelen voorraden en spoorwegpunten werden vermeld. Hij zorgde voor contacten met andere groepen in het oosten des lands en instrueerde de mensen in het omgaan met wapens en explosieven. Tussen half september en half oktober 1942 heeft deze groep, waartoe ook Lugthart behoorde, veel aanslagen gepleegd bij leden van de NSB in Voorst, Terwolde, Twello, Nijbroek en Welsum alsmede op de baanvakken Apeldoorn-Deventer en Deventer-Hengelo.Bij een mislukte bomaanslag op een korenschuur van een boer aan de grens van de gemeente Voorst liepen twee verzetslieden, in een hinderlaag van de SD. Waarschijnlijk waren ze verraadden. Ze werden vanzelfsprekend gearresteerd en binnen drie weken werd vrijwel de gehele groep opgerold. Echter niet 'Frans de Wit' zijn rol en identiteit zijn nooit bekend geworden. Ook Lugthart behoorde tot de gearresteerden. Ondanks zijn invaliditeit betoonde men geen enkel medelijden. Tijdens de verhoren is hij vreselijk mishandeld. Zoon Christaan, ook gearresteerd, heeft dit geconstateerd na een confrontatie met zijn vader. Gezien zijn jeugdige leeftijd kreeg hij niet de doodstraf, maar werd voor 'heropvoeding' naar het concentratiekamp Natzweiler gestuurd. Hij overleefde de oorlog.Op 12 en 13 november 1942 vond het proces plaats tegen de leden van de verzetsgroep uit Voorst en omstreken voor het Feldkriegsgericht des Kommandierenden Generals im Luftgau Holland. Dit uit acht leden bestaande college sprak in het uniform van de Luftwaffe de doodstraf uit tegen vijftien man, onder wie Lugthart. Vlak voor hun terechtstelling kregen ze allen gelegenheid afscheidsbrieven te sturen naar hun dierbaren. Cees Lugthart heeft hiervan gebruik gemaakt en op aangrijpende wijze schriftelijk afscheid genomen van zijn familie. Cees Lugthart, de zoon van Cornelis Lugthart en Elisabeth Schop, werd oorspronkelijk ter aarde besteld te Soesterberg. Na 1945 volgde een herbegrafenis te Voorst. Op 29 oktober 1992 werden zijn stoffelijke resten bijgezet op het ereveld in Loenen, vak A nr 791.
Door de gemeente Soest werd in samenwerking met de Vereniging van Oud-Illegale Werkers te Soest een ruwhouten kruis geplaatst op de plek waar de mannen geëxecuteerd waren. Op het kruis stond het opschrift 'Hier werden vele Nederlanders door Duitse hand gefusilleerd.' Bij dit kruis wordt ieder jaar op 4 mei tijdens de dodenherdenking stilgestaan bij de 33 slachtoffers. Onder de gefusilleerden waren vier mannen die behoorden tot een van de eerste verzetsorganisaties in ons land: Het Oranjevaandel.
Sluiten
Bron: Boek Ereveld Loenen teksten Jan Heerze, Jack Kooistra en Johan Teeuwisse
Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 21 september 2018
Cornelis Lugthart, de man zonder benen, één van de 33 van Soesterberg.
Helaas kan ik mijn opa Cornelis ( roepnaam Cees) niets meer vragen... hij heeft de oorlog niet overleefd. Mijn opa zat in een invalidenwagen omdat hij zijn twee benen miste, dat maakt het hele verhaal nog veel wranger. Mijn hele leven zit ik al...
Lees meer
Helaas kan ik mijn opa Cornelis ( roepnaam Cees) niets meer vragen... hij heeft de oorlog niet overleefd. Mijn opa zat in een invalidenwagen omdat hij zijn twee benen miste, dat maakt het hele verhaal nog veel wranger. Mijn hele leven zit ik al met vragen die nooit meer beantwoord zullen worden, simpelweg omdat niemand de antwoorden meer kan geven. Daarom vind ik het mijn plicht zijn verhaal voort te laten leven zodat wij niet vergeten..Onderduikers
Mijn grootouders woonde in Voorst (Gelderland). Al voor de inval van de Duitsers in 1940 boden mijn grootouders en hun zonen ( waarvan één dus mijn vader was) onderdak aan mensen die Duitsland waren ontvlucht. Mensen die voor de nazi’s op de vlucht waren, Joden, Jehovagetuigen en communisten. Het maakte niet uit tot welke politieke of religieuze groep zij behoorden. Uiteraard trok deze hulpverlening na mei 1940 de aandacht van de NSB en de Duitse Sicherheitsdienst. Het was in het dorp en wijde omgeving al lang bekend waar zij zich mee bezig hielden. In juni 1941 kon het niet uitblijven dat er een huiszoeking plaats vond door leden van de Sicherheitsdienst. Op dat moment was er niemand thuis echter was de jongste zoon (Chris Lugthart) op dat moment onderweg naar huis. Ondanks waarschuwingen van de buren ging hij toch naar huis, waar hij opgevangen werd door Anton Berends, een bekende SD-handlanger. Onder bedreiging van mishandeling moest Chris vertellen waar zijn vader was en waar in huis zich de geheime kelder zich bevond. Chris hield zijn mond, maar onder het SD gezelschap was een Duitser die ooit onderdak had gekregen van opa Cees Lugthart. Hij verraadde de geheime kelder. Alles werd op de kop gezet en er werd naarstig gezocht maar gelukkig werd er niets belastends gevonden.Waar is vader Cees?
Terug in de huiskamer, waar inmiddels ook mijn oma (Maria Helena Gerrits) en Chris zijn broer (Bertus Lugthart, mijn vader) aanwezig waren, werd Chris nogmaals gesommeerd te vertellen waar zijn vader was. Niemand wilde of kon iets zeggen, ook niet over de zogenaamd in de woning aanwezig zijnde wapens.. Berends van de SD nam geen genoegen met dit antwoord en arresteerde mijn oma en haar twee zoons. Ze kregen te horen dat zij niet eerder vrij zouden komen dan nadat opa Cees Lugthart zich had gemeld.
De tam-tam in een dorp gaat erg snel, dus opa Cees was snel op de hoogte van het nieuws en meldde zich vervolgens bij de politie. Hierop werden oma en haar zoons vrij gelaten, opa Cees werd opgepakt en verdween in de gevangenis in Deventer.(Tijdelijk) Weer vrij..
Omdat ze bij de huiszoeking geen belastend materiaal hadden kunnen vinden werd opa Cees korte tijd later weer in vrijheid gesteld. Mijn grootouders gingen door met hun verzetswerk waaronder het verspreiden van illegale lectuur waarmee de bevolking over de ware aard van het nationaalsocialisme werd geïnformeerd. Opa Cees had in zijn invalidenwagentje een geheim plekje waar hij de illegale krantjes ongezien mee kon vervoeren. Inmiddels opereerden mijn grootouders niet meer alleen en was er een amateuristische verzetgroep ontstaan: Verzetsgroep Deventer – Terwolde- Twello – Voorst. Naast de hulp aan onderduikers breide de verzetsgroep haar acties uit met hulp aan het transport van vluchtelingen over de IJssel. De verzetgroep kreeg een professioneler karakter toen het onder leiding kwam van een zekere “ Frans de Wit”. Hij zorgde ervoor dat de verzetsgroep zich ging bezig houden met sabotageacties en in het bijzonder met brandstichting. Een meelfabriek en oogsten van de NSB-boeren in Voorst, Terwolde, Welsum en Nijbroek ging in vlammen op. Ook vergiftigden ze aardappelvoorraden van de Wehrmacht. De aanslagen die ze pleegden op treinen, hadden vanwege de geringe kracht van de explosieven, helaas minder succes.In de val gelopen..
Bij een mislukte bomaanslag op een korenschuur aan de grens van de gemeente Voorst liepen twee verzetslieden van de groep in een nederlaag. Dat ze verraden waren was overduidelijk, een forse groep SDers lag hun op te wachten. Binnen 3 weken werd de gehele verzetgroep van 17 personen opgepakt. Echter “Frans de Wit” was niet bij deze personen. Later bleek dat deze persoon in het echt Cornelis van der Kraats heette en dikke vrienden was met de SD. Ook opa Cees werd dus opgepakt. Ze werden overgebracht naar de gevangenis in Arnhem waar ze op een niet zachtzinnige wijze werden verhoord en gemarteld. En ondanks dat mijn opa Cees zwaar invalide was en geen benen meer had, had de vijand hier geen medelijden mee.Veroordeling en de dood…
Op 12 en 13 november 1942 vond het proces plaats tegen de leden van de verzetsgroep. Deze vond plaats in de audientiezaal van het gerechtshof in Arnhem. De aanklacht luide: “strafbaar aan sabotage”. Allen werden veroordeeld tot de doodstraf.. ze zouden hun familie nooit meer terug zien. Opa Cees heeft een aangrijpende afscheidsbrief geschreven aan zijn familie.. Jaren geleden heb ik deze voor het eerst mogen lezen.. het staat voor altijd in mijn geheugen gegrift.. Op 19 november werd op Vliegbasis Soesterberg het vonnis voltrokken… Opa Cees zou nooit meer terug keren.. ik zou hem nooit mogen leren kennen. Al lezend door alle informatie besef ik me wat een hel dit moet zijn geweest.. In groepjes van 2, gekleed in burgerkleding, geboeid, werden de veroordeelde verzetsmensen voor de kogelvanger geleid.. den mannen die nog niet aan de beurt waren hoorden de salvo’s, gericht op hun voorgangers stuk voor stuk af gaan.. Niet voor te stellen, ijzingwekkend, te weten dat aan de andere kant, door warmgeschoten geweerlopen je levenskaarsje uit gaat.. Het ergste is nog, dat alle lichamen in een massagraf terecht zijn gekomen. Dit graf werd door de Dienst Identificatie en Berging Massagraven pas kort na de oorlog ontdekt. Nadat de slachtoffers waren opgegraven volgde de zware taak voor de familieleden om de slachtoffers te identificeren. Ook opa Cees werd geïdentificeerd.. en werd hij van Soesterberg overgebracht naar het familiegraf in Terwolde.Herbegraven op het Ereveld in Loenen..
De oorlog heeft ook binnen de familie zijn sporen na gelaten. De zonen van opa Cees leefden in onmin met elkaar. Ze hebben elkaar na de oorlog geen woord meer gegund.. en waarom? Ik weet het nog steeds niet, maar volgens de verhalen had de één de ander verraden.. Helaas werd er binnen de familie niet over gesproken.. Wij zullen nooit het ware verhaal kennen. Er is vrijwel nooit contact geweest met onze neven, de zonen van de broer van mijn vader. En rond de periode van dodenherdenking daalde de sfeer in huis altijd naar status Donderwolk… Als klein meisje heb ik dit nooit begrepen.. nu weet ik wel beter. Onze neven hebben altijd het verhaal verteld in hun eigen visie.. wij werden altijd overal buiten gehouden. Tot het moment dat mijn oma (de vrouw van opa Cees) kwam te overlijden.. Toen stonden de neefjes als kraaien in de rij om allerlei zaken van oma in hun bezit te krijgen. Door de trieste omstandigheden lieten wij (mijn zus en ik) ons overhalen om opa Cees te laten herbegraven. Opa Cees zou een mooi plaatsje krijgen op het Ereveld in Loenen. En wij zouden daar bij mogen zijn…Wij waren ontroerd, zeker toen het er op leek dat de familie eindelijk tot inkeer was gekomen. Helaas, niets was minder waar. Ondanks beloftes dat wij bij de herbegraving mochten zijn hebben onze neven ons hier nooit van in kennis gesteld. Jaren later moest ik in een boek (Ereveld Loenen) lezen dat opa Cees dus allang opnieuw herbegraven was.. Opa is dus 3 keer begraven en wij zijn er nooit één keer bij geweest! Ik ben niet haatdragend en ben blij dat mijn opa Cees eindelijk zijn rustplaats gevonden heeft.. dat heeft hij meer dan verdiend. Opa Cees heeft na al die jaren een verdiende plaats gekregen op het Ereveld in Loenen, en wij zijn blij dat we hem af en toe op kunnen zoeken! Maar ik heb diep respect voor deze man, deze man zonder benen, die zich zo heeft ingezet voor de vrijheid van ons land! Lieve opa Cees.. ik zal je nooit vergeten…
Op dat wij nooit vergeten…
Sluiten
Bron: Helma de Baaij - Lugthart, kleindochter van Cornelis Lugthart
Geplaatst door Helma de Baaij - Lugthart op 05 november 2017
Voeg zelf een monument toe
Log in om een monument toe te voegenVoeg zelf een verhaal of document toe
Log in om een bijdrage toe te voegenNationaal archief
Bekijk persoonsdossierCategorieën
Leg bloemen op dit graf
Wilt u graag bloemen laten leggen op dit graf, dan verzorgen wij dit graag voor u.
Bestel bloemen