Hendrik Maree, geboren op 4 december 1904 te ’s-Gravenhage had zich tijdens de 2e wereldoorlog aangesloten bij het verzet. Op 21 december 1943 werd Hendrik gearresteerd voor hulpverlening aan onderduikers en door de Duitsers gevangengezet in cel 419 van het huis van bewaring Oranje Hotel aan de Scheveningse boulevard. Op 23 februari 1944 is hij overgeplaatst naar het concentratiekamp Kamp Vught. Kamp Vught was de enigste SS-concentratiekamp in Nederland en viel rechtstreeks onder het commando van het SS-hoofdkantoor in Berlijn. Vanuit kamp Vught werd Hendrik te werk gesteld op vliegveld Venlo. Op 15 augustus 1944 is Hendrik opgenomen in het ziekenhuis. Onder druk van de geallieerde opmars werd het kamp begin september 1944 in allerijl door de bezetter ontruimd. Rond 3500 gevangenen, waaronder Hendrik, werden halsoverkop op transport gesteld naar Duitsland en is hij op 6 september 1944 afgevoerd naar het concentratiekamp Sachsenhausen in de plaats Oranienburg, één van de 1634 concentratiekampen in Duitsland. Begin 1945 besloten de nazi's het kamp te ontruimen met het oog op het oprukken van de geallieerden. Veewagons vol gevangenen vertrokken naar concentratiekamp Bergen-Belsen. Toen de geallieerden (Britten) het kamp op 15 april 1945 bevrijden troffen zij 60.000 nog levende gevangenen aan, van wie velen doodziek en totaal uitgeput waren. Van hen overleden alsnog 13.000 aan ziekten of uitputting waaronder Hendrik, die kwam te overlijden op 31 mei 1945. Sluiten