Herman Pieter de Noo

1887-1943

29AFCE44-0191-40E7-9EAC-6B340F1B05FA.jpeg

Oorlogsslachtoffer

Is 56 jaar geworden

Geboren op 18-03-1887 in Utrecht 

Overleden op 02-05-1943 in Amsterdam 



Afbeeldingen

0

Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

De tragische dood van stationschef De Noo

Van alle verwijzingen naar het spoor in Velsen, is de De Noostraat misschien wel de meest bijzondere. Deze straat, het verlengde van de Stationsweg in IJmuiden, is vernoemd naar de voormalige stationschef van Velsen IJmuiden-Oost: Herman Pieter de... Lees meer

Van alle verwijzingen naar het spoor in Velsen, is de De Noostraat misschien wel de meest bijzondere. Deze straat, het verlengde van de Stationsweg in IJmuiden, is vernoemd naar de voormalige stationschef van Velsen IJmuiden-Oost: Herman Pieter de Noo. Een interessante man in een uitzonderlijke tijd met een onvoorstelbaar tragisch verhaal.


De Noo had een lange loopbaan achter de rug bij de HSM en later de Nederlandsche Spoorwegen toen hij op 1 januari 1940 in IJmuiden aan de slag ging. Hij was een van die succesvolle carrièremannen bij de spoorwegen die om de zo veel jaar aan de slag gingen in een nieuwe plaats en in een hogere functie. Zo was hij in 37 jaar tijd opgeklommen van leerling-klerk in Rijssen – waar hij als 16-jarige broekie was begonnen – via omzwervingen langs stations in Amsterdam, Dordrecht, Gorinchem en Hillegom naar stationschef in Scheveningen Kurhaus.

Al in 1937 benoemden de NS hem tot stationschef in Velsen IJmuiden-Oost, maar om de een of andere reden besloten de spoorwegen hem eerst nog in de functie van onderstationschef van Den Haag Hollandsch Spoor te schuiven. In het krantenbericht dat Het Vaderland in 1937 aan deze benoeming wijdde, blijkt wel iets van de genegenheid die hij opriep bij de bezoekers van het Scheveningse station. De krant schrijft dat enkele vaste reizigers en forensen een comité hebben opgericht om op een gepaste wijze afscheid van hem te nemen.

Ruim twee jaar later, op 1 januari 1940, maakte De Noo alsnog de overstap naar Velsen IJmuiden-Oost. Hij haalde er, voor een stationschef althans, opmerkelijk vaak de krantenkolommen. Waar de meeste van zijn voorgangers zich voornamelijk lieten horen bij 25-jarige en 40-jarige jubilea – gewichtige gebeurtenissen in die tijd waar de regionale kranten uitgebreid verslag van deden – dook De Noo ook op andere momenten op.

Zo beschrijft de IJmuider Courant in maart 1941 hoe hij een gouden dameshorloge tussen de rails terugvond – waar het gehele personeel enkele maanden ervoor samen met de ongelukkige eigenaresse nog tevergeefs naar had gezocht – en in juni van dat jaar hoe hij, bijna eigenhandig, met wat timmerwerk het getrek en geduw bij de perrontrap verhielp. Korte tijd later ontpopte hij zich zelfs als een ware mensenredder. Een vrouw die zich kennelijk te laat realiseerde dat ze bij station Velsen IJmuiden-Oost was gearriveerd, maakte aanstalten om met twee kinderen op haar arm de rijdende trein uit te stappen. De Noo had zich geen moment bedacht, rende de treeplank op en hield de vrouw tegen. Tegelijkertijd riep hij naar een van de andere reizigers om aan de noodrem te trekken, zodat de trein veilig tot stilstand kon komen.

Oprechte Haarlemsche Courant op 17 juli 1941

Maar dat was niet de reden dat hij een straat naar zich vernoemd kreeg. Die lag in de tragische ontknoping van een in het westen van Nederland enigszins vergeten April-meistakingen tegen de Duitse bezetters. In 1942 en 1943 nam de onrust over het optreden van de Duitsers steeds meer toe. De deportaties van Joden, de invoering van de Arbeitseinsatz en het kerende oorlogstij zorgden ervoor dat het verzet steeds meer toenam. De boel ontplofte toen de Duitsers op 29 april 1943 bekend maakten dat de 300.000 Nederlandse oud-militairen die in mei 1940 hadden gevochten zich alsnog als krijgsgevangenen moesten melden. Ze zouden vervolgens in Duitsland te werk worden gesteld.

Kort na de bekendmaking braken er stakingen uit, vooral in het noorden, oosten en zuiden van het land. Ook bij de spoorwegen legden mensen spontaan het werk neer. In het westen, waar de herinnering aan de bloedig neergeslagen Februaristaking van 1941nog vers was, was de stakingsbereidheid minder. De Duitsers sloegen ook de April-meistakingen van 1943 keihard neer. Politiebaas Rauter kondigde het standrecht af, wat betekende dat verdachten zonder proces onmiddellijk geëxecuteerd mochten worden. En dat deden de bezetters ook op grote schaal. In een paar dagen tijd fusilleerden ze ongeveer 80 stakers. Meer dan 100 mensen kwamen om bij het gewelddadig uiteenslaan van stakingen en protesten. Op 6 mei 1943 waren de April-meistakingen alweer voorbij. Hoewel ze nauwelijks een week duurden, waren ze een keerpunt in de bezetting. Na de stakingen namen het verzet van de Nederlanders en de onderdrukking van de Duitsers steeds meer toe.

Herman Pieter de Noo was een van de slachtoffers van de stakingen. Op 2 mei 1943 veroordeelde het standgerecht in Amsterdam hem ter dood. De aanklacht tegen hem – die in alle onder controle van de Duitsers staande kranten is afgedrukt – luidde dat hij ‘heeft getracht spoorwegpersoneel tot staking aan te sporen en openlijk uitdrukking heeft gegeven aan zijn spijt dat dit niet is gelukt’.

Dat klinkt een beetje alsof De Noo als een soort vakbondsman in een geheime actievergadering zijn mensen heeft opgeroepen het werk neer te leggen. In werkelijkheid ging het allemaal wat minder spectaculair, maar daardoor oneindig veel tragischer aan toe. Tijdens het proces tegen zijn ‘verraadster’, de echtgenote van NSB-ringleider in Velsen Wim Rosendahl, kwam de ware toedracht op tafel. Op 30 april 1943 stond De Noo bij een groenteboer in IJmuiden toen de geruchten over stakingen bij onder meer de Hoogovens ter sprake kwamen. De stationschef liet zich toen ontvallen dat ‘als iedereen staakte, de spoorwegen snel moesten volgen’.

Hoogstwaarschijnlijk was er niets aan de hand geweest als een van de andere klanten in de groentezaak niet de echtgenote van de NSB-ringleider was geweest. En nóg was De Noo de dans vermoedelijk ontsprongen als de echtgenote onderweg naar huis niet een arbeider met een grote zak aardappelen was tegengekomen, die haar aanraadde om ook flink in te slaan omdat er volgens hem snel spoorstakingen zouden komen, en vlak bij huis de secretaris van de beruchte NSB-burgemeester Tjeerd van der Weide tegen het lijf te lopen. Ook mevrouw Rosendahl en de secretaris kwamen in gesprek over de rondwarende geruchten dat er stakingen waren uitgebroken – hét nieuws van de dag uiteraard. De secretaris, zelf ook een NSB’er, zei dat hij er niets van geloofde. Mevrouw Rosendahl hield vol dat er wel degelijk iets van de geruchten waar moest zijn. Ze noemde de opmerkingen van de arbeider die ze was tegengekomen en haalde de uitspraak van De Noo bij de groenteboer aan. Niet om hem te verraden, maar om haar gelijk te halen.

De NSB-secretaris briefde de uitlatingen van De Noo aan zijn burgemeester door, die ze kort verifieerde bij de echtgenote van Rosendahl en er vervolgens rechercheur Ritman opzette, een van zijn meest beruchte politiemensen. Nadat mevrouw Rosendahl de uitspraak van de stationschef nog eens had herhaald – met enige tegenzin, noteert de IJmuider Courant bij de behandeling van haar zaak voor het Bijzonder Gerechtshof in 1947 – ging Van der Weide op pad met een van zijn handlangers om De Noo persoonlijk te arresteren. Een of meer politiemensen deden nog een poging om de stationschef te waarschuwen dat hij moest vluchten, maar het was al te laat. Vrijdagmiddag 30 april 1943 werd hij opgesloten in het politiebureau van IJmuiden. Kort daarna liet Van der Weide hem overbrengen naar het standgerecht Amsterdam, dat hem 2 mei 1943 dus ter dood veroordeelde. Nog dezelfde dag is hij geëxecuteerd, samen met vijf anderen die hadden gestaakt bij de Hoogovens en de papierfabriek.

Zijn ‘verraadster’ is na de oorlog vrijgesproken. Ook de aanklager vond dat er geen sprake was van opzet, maar eerder van ‘onvoorzichtig geklets met een treurig gevolg’. Burgemeester Tjeerd van der Weide kreeg in 1946 de doodstraf voor een reeks van wandaden, waarbij zijn behandeling van De Noo nadrukkelijk werd genoemd. Als een van de weinige NSB-burgemeesters is de doodstraf ook daadwerkelijk voltrokken.

De Nederlandsche Spoorwegen eerden hun stationschef na de oorlog met een plaquette in de vestibule van ‘zijn station Velsen IJmuiden-Oost. Na de opening van de Velser tunnels, toen de betekenis van IJmuiden-Oost enorm verminderde, verhuisde de plaquette naar station Santpoort Noord. In 1977 verhuisde het gedenkteken nog een keer: ze hangt nu in de aankomsthal van station Haarlem.

De gemeente Velsen eerde de gefusilleerde stationschef dus met een eigen straat. Een briljante keus trouwens. Het is een van de drukkere straten in IJmuiden, dus elke dag rijden er horden mensen langs de straatnaamborden met ‘Herman Peter de Noo, gevallen voor de vrijheid op 2 mei 1943’. Ze ligt bovendien, zoals gezegd, in het verlengde van de Stationsweg en ze eindigt, nog toepasselijker, op Plein 1945. Het leven van De Noo samengevat in een paar straten. Hoe symbolisch kun je het maken?

bron: https://wimwegman.wordpress.com/2014/03/24/een-eerbetoon-aan-de-gefusilleerde-stationschef-van-velsen-ijmuiden-oost/#more-5005

Sluiten
Bron: Cc

Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 09 november 2017

H.P. de Noo

Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 05 september 2014

1409927993
dit artikel over mijn opa verscheen dit voorjaar op de website van journalist Wim Wegman, en tevens in de Ijmuider courant. met vr. groet, madleine de noo
Bron: http://wimwegman.wordpress.com/2014/03/24/een-eerbetoon-aan-de-gefusilleerde-stationschef-van-velsen-ijmuiden-oost/#more-5005

Geplaatst door همسه حب هموسه op 05 september 2014

Voeg zelf een bijdrage toe

Log in om een bijdrage toe te voegen

Onbekend, Nederland

Ligging: Onbekend

Gedenkboek: 36

Monument

Naam:
Utrecht, 'Monument voor Gevallen Spoorwegpersoneel'

Plaats:
Utrecht

Utrecht, 'Monument voor Gevallen Spoorwegpersoneel'

Nationaal archief

Bekijk
Menu