Pieter Oosterlee

1920-1944

1390663192.jpg

Oorlogsslachtoffer

Is 24 jaar geworden

Geboren op 29-08-1920 in Zetten 

Overleden op 25-10-1944 in Tiel 



Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

Herdenkingsbord Veerdienst naar vrijheid

Geplaatst in 2020 in natuurgebied ‘De kleine Willemswaard’ aan de Echteldsedijk in Tiel
Bron: https://detielenaar.nl/nieuws/2020/04/plaatsing-herdenkingsbord-waalcrossers-bij-de-kleine-willemswaard-tiel/

Geplaatst door Nelleke van Eck op 19 januari 2022

E54382f87f2fec83927aede0ce7bbbde v1

Veerdienst naar vrijheid

Het verhaal van Pieter Oosterlee speelt zich grotendeels af in de Betuwe: Piet werd op 29 augustus 1920 geboren in Zetten. Hij doorliep het Stedelijk Gymnasium in Nijmegen en was actief bij de padvinderij. Met zijn Nijmeegse vrienden Mathias A.... Lees meer

Het verhaal van Pieter Oosterlee speelt zich grotendeels af in de Betuwe: Piet werd op 29 augustus 1920 geboren in Zetten. Hij doorliep het Stedelijk Gymnasium in Nijmegen en was actief bij de padvinderij.

Met zijn Nijmeegse vrienden Mathias A. Boers en Adriaan J. van Haaften raakte hij betrokken bij het verzet. Vanaf 1940 studeerde Piet medicijnen aan de Rijksuniversiteit Groningen en had een aandeel in het studentenverzet. Hij werkte mee aan het illegale blad ‘De Ploeg’, dat voor het eerst verscheen in juli 1943. Ad Boers, Piets vriend en net als Piet student medicijnen in Groningen, was redacteur. Op 13 maart 1943 was de loyaliteitsverklaring ingevoerd: studenten moesten deze ondertekenen en daarmee beloven dat ze zich zouden 'onthouden van iedere tegen het Duitse Rijk [...] gerichte handeling'. Wie voor 10 april 1943 niet tekende, mocht geen college meer lopen en mannelijke studenten die niet tekenden, moesten zich in Ommen bij de Arbeitseinsatz melden. Als de weigeraars dat niet deden, zouden er represaillemaatregelen tegen hun familieleden worden genomen. De bezetter arresteerde ongeveer 3.500 weigeraars, die naar Duitsland werden gestuurd. Om de studenten in Groningen voor razzia’s te behoeden bedacht Piet met Ad Boers een studenten-waarschuwingssysteem. Piet weigerde de loyaliteitsverklaring te ondertekenen en dook net als de overige weigeraars onder. Hij verbleef in Nijmegen op hetzelfde adres als de leider van de Orde Dienst (O.D.), F. van Burken.

In de zomer van 1943 werd Piet actief in het district Nijmegen van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (L.O.) Zijn schuilnaam was eerst Piet Obbink en later Piet Offringa. Waarschijnlijk raakte hij begin 1944 samen met zijn Nijmeegse vrienden Ad Boers en Ad van Haaften betrokken bij de 'Lissabonroute'. Via deze route werden gestrande RAF-piloten via de Biesbosch naar Lissabon gesmokkeld, waar vandaan ze terug naar Engeland konden keren. De 'Lissabonroute' is overigens meer bekend als de 'Dutch-Paris lijn'. Gezamenlijk werd een RAF piloot overgebracht.

Na arrestatie van verschillende medewerkers van de L.O. in de Betuwe kreeg Piet Oosterlee de leiding van het district Tiel van de L.O. 'Op de vergaderingen kwam hij altijd met goede resultaten. Soms kwam hij uit Nijmegen terug met clichés voor persoonsbewijzen, een andere keer had hij in zijn rayon landbouw-Ausweise gedrukt weten te krijgen'. Oosterlee was ondergedoken bij schoolmeester van Zorgen in Echteld en vanaf 1 mei 1944 tot 1 oktober 1944 bij fruitteler Boogaerdt te IJzendoorn, beiden ook actief in het verzet. Hij gebruikte hier de schuilnaam Piet van den Oever en werd ook wel Piet Betuwe genoemd.

In september 1944 nam Piet de leiding over de ‘Veerdienst’. Na de mislukte operatie Market Garden zette hij met zijn helpers Frans de Vilder, Geurt van der Zalm, Maarten en Piet Noordzij geallieerde militairen en koeriers over naar de zuidoever van de Waal. Vanaf de zuidoever transporteerde de ‘Veerdienst’ wapens naar het verzet in de Betuwe. Piet voorzag een gewonde Engelse vliegenier in de kerktoren van Zoelen van bonkaarten. In augustus 1944 had Piet de medeoprichter van de L.O., Frits de Zwerver (schuilnaam voor Dominee Slomp), opgehaald uit Wageningen en ondergebracht bij Piet Boogaerdt. Het verblijf van Frits de Zwerver in Wageningen was te gevaarlijk geworden.

Op 18 september stortte een Amerikaans C-47 troepentransport vliegtuig neer nadat het was geraakt door Duits luchtafweergeschut ten zuidoosten van Opheusden. Piet hielp mee aan het onderbrengen van de nog levende bemanningsleden. Op 21 september werkte hij mee aan het veilig overbrengen van de bemanning naar bevrijd gebied aan de overkant van de Waal. Verzetsman Johannes van Zanten organiseerde de crossing. Piet kreeg nog een complimentje van een Engelse kapitein, deze had gezegd dat hun organisatie even efficiënt werkte als het Engelse leger zelf.

Piets broer Kees was ondergedoken in Ochten, Piet roeide hem omstreeks 24 september 1944 met twee Nederlandse verbindingsofficieren over de Waal. Hij bracht tevens inlichtingen over aan het hoofdkwartier der Geallieerden in Neerbosch (HQ Guards Armoured Division). Hij nam gelijk ook de gelegenheid te baat om zijn ouders in het bevrijde Nijmegen te bezoeken. Op 1 oktober 1944 moest het echtpaar Boogaerdt met de onderduikers evacueren. Piet Oosterlee, Frits de Zwerver, vaste onderduiker Cor en nog 3 andere onderduikers die een paar dagen eerder waren komen aanlopen, gingen naar Echteld. Piet verbleef daarna bij de familie Noordzij en het echtpaar van der Zalm die vlak bij elkaar aan de Echteldse Dijk bij het in aanleg zijnde Amsterdam-Rijnkanaal woonden.

Op 4 oktober 1944 haalde Piet Oosterlee samen met crosser Frans de Vilder vanuit boerderij De Wildt van de uit Groningen afkomstige fruitteler en verzetsman Fekko Ebbens in Zoelen de Canadese Luitenant Leo Heaps en de neergeschoten boordschutter Wood op. Per fiets werd vervolgens de weg afgelegd naar Tiel waar werd gestopt bij de woning van de familie Noordzij. Daar was ook schipper Geurt van der Zalm aanwezig die hen zou vervoeren naar zijn schip om Heaps en Wood te verbergen tot het donker zou worden. Dan zou Van der Zalm hen komen ophalen met een roeiboot om ze later over de Waal te roeien. Nadat het donker was geworden, bleek een Duitse patrouille richting het schip van schipper Van der Zalm te komen. Met spoed werden Heaps en Wood de roeiboot in geholpen. Op het laatste moment bleek ook nog een derde persoon mee te moeten. Piet Oosterlee roeide hen vervolgens in de avond van 5 oktober 1944 naar de zuidoever van de Waal.

Piet Oosterlee was één van de verzetsmensen die betrokken waren bij het wapentransport voor het verzet in de Betuwe. De wapens werden vanaf de bevrijde zuidoever van de Waal overgebracht en tegelijkertijd zouden verschillende verzetsmensen met het transport meegaan, waaronder Piet die berichten had overgebracht naar bevrijd gebied. In de nacht van 16 op 17 oktober 1944 werd de terugtocht over de Waal gemaakt. Het wapentransport bestond uit enkele stenguns, brenguns, enige handgranaten en een opblaasbare rubberboot. Na de overtocht werden via het huis van Noordzij de wapens vervoerd naar de boerderij De Wildt van Fekko Ebbens, waar de wapens zouden worden opgeslagen. Toevalligerwijze was er diezelfde avond door de Duitsers een inval gepleegd in het huis van Ebbens op verdenking van het onderdak bieden aan joden. Die werden er niet aangetroffen, wel was verzetsleider Van Zanten op bezoek. Ook waren de twee geheim agenten Baker en Bachenheimer aanwezig. Bij verdere huiszoeking werden ook nog een zestal fruitplukkers aangetroffen die aan de Arbeidseinsatz wilden ontkomen. Alle tien werden gearresteerd en afgevoerd. De groep van het wapentransport splitste zich bij de boerderij. Eén groep stuitte op een Duitse wachtpost die "Halt! Wer da?" riep. Er werd gevuurd, de rest van de groep dacht zelf beschoten te worden en van de schrik gooiden ze hun wapens weg en renden naar de boomgaard. Behalve verzetsman Jan van Elsen die eerst alle wapens opraapte en nabij het woonhuis verstopte. De groep van het wapentransport wist de omgeving te ontvluchten. Bij het schietincident was een Duitse soldaat gewond geraakt. Als represaille werd de woning van Ebbens in brand gestoken. Ebbens, die alle schuld op zich nam, werd later gefusilleerd. Van Zanten kwam vrij door zich uit deze voor hem hachelijke situatie te bluffen.

Op zondag 22 oktober 1944 zou Piet Oosterlee een paar mannen, onder wie de koerier John Alessie, en een bundel belangrijke papieren de Waal overbrengen. Dat zou gebeuren vanaf de monding van het Amsterdam-Rijnkanaal bij Tiel. Piet Noordzij en zijn zoon Maarten verleenden medewerking, Geurt van der Zalm zou het overvaren doen. Piet Oosterlee organiseerde alles. Piet, Maarten Noordzij en Geurt van der Zalm waren bezig om in de schuur achter de woning van Van der Zalm aan de Echteldse Dijk een rubberbootje op te pompen toen zij plotseling door Duitsers werden omsingeld. Zij werden gearresteerd en moesten afmarcheren naar de Julianaschool. Noordzij Sr. was verderop aan het werk en was ook gearresteerd. Piet Noordzij en John Alessie konden ontkomen. Maarten Noordzij, Piet Oosterlee, Geurt van der Zalm werden gevangen gezet in de Julianaschool aan de Grotebrugse Grintweg in Tiel, die in die tijd fungeerde als gevangenis van het in Tiel gelegen Festungs MG Batallion 29 van de Wehrmacht, onder leiding van Hauptmann Martin Richter. Piet had een vuurwapen en tekeningen van Duitse stellingen aan de noordoever van de Waal in zijn bezit.

Het levensverhaal van Piet Oosterlee eindigt in de ochtend van maandag 23 oktober 1944. Piet ondernam een vluchtpoging: hij sprong door een raam van de verhoorruimte in de villa naast de school. Hij werd door een buiten op wacht staande soldaat doodgeschoten. Zijn lichaam werd na 11.00 uur door vier getuigen gezien. Zijn signalement was in de verschillende getuigenverklaringen gelijk: Piet was van flinke lengte, had gegolfd lichtblond haar en droeg een lichte gabardine regenjas en lage bruine schoenen. Een andere getuigenverklaring spreekt over het gerucht dat Oosterlee onzet zou worden door de K.P. Volgens een getuige zouden de gearresteerden op 23 oktober 1944 ‘s morgens alle drie gezien zijn door de moeder van Maarten Noordzij. Zij werd drie maal ter confrontatie met haar zoon overgebracht naar de Julianaschool, waar haar een verhoor werd afgenomen. Zij was hierbij getuige dat de drie gearresteerden ernstig mishandeld werden. Wat er met Piets lichaam is gebeurd, is onbekend. In verschillende naoorlogse proces-verbalen werd door getuigen gesproken over verschillende lichamen, die omstreeks 21.00 uur vanuit de schuilkelder van de Julianaschool op een platte kar waren geladen. Paard met wagen vertrok en keerde na ongeveer een uur tijd leeg terug. De getuigen nemen hierbij aan dat de lichamen in de nabije omgeving van de Julianaschool zouden zijn begraven.

Piets vader schrijft na de oorlog: 'Mijn zoon heeft dit werk gedaan omdat hij meende dat het zijn plicht was de maatregelen van de vijand zoveel mogelijk tegen te werken, later de geallieerde troepen zoveel mogelijk te helpen'.

In ‘Het Grote Gebod’, het gedenkboek van het verzet in Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers en Landelijke Knokploegen in de Tweede Wereldoorlog uit 1951 werd Piet ook beschreven: 'Piet-Betuwe, lang, iets voorovergebogen, een magere kop, rossig haar. Als je eenmaal gezien had, hoe hij zijn voeten neerzette, vergat je zijn gang nooit meer. Een leuke, aardige vent, moedig en rustig, die in de Betuwe heel wat afgesjouwd heeft…. Hij werd gegrepen en heeft zijn jonge leven gegeven voor de zaak, die hem lief was'.

Volgens onderduikgeefster mevrouw Boogaerdt was Piet een bijzonder aardig mens: 'Hij was vaak zo moe van het gefiets door de Betuwe, dat als hij tenslotte in een stoel kon gaan zitten, hij gewoon in slaap viel'.

Sluiten
Bron: Formulier ingevuld door A.Oosterlee voor opname in de Erelijst van Gevallenen 1940-1945 NIOD archief 245, inventaris nummer 44 Th.A. Boeree.  Band met uiteenzettingen over het verzet in de Betuwe.| dl. A. Organisatie van het verzet in de Betuwe. Collectie Boeree, Gelders Archief Nijmegen Archief 2171, inventaris nummer 62 Brief A.Oosterlee aan Th. Boeree, Den Haag 4 augustus 1952 Collectie Boeree, Gelders Archief Nijmegen Archief 2171, inventaris nummer 62 Rapport Politieke Opsporingsdienst Geldermalsen, afdeling Tiel. No. 02, 9 januari 1946. Opgenomen in Collectie Boeree, Gelders Archief Nijmegen Archief 2171, inventaris nummer 62 Procesverbaal Politie Tiel, onderzoek vermissing P.Oosterlee, 14 januari 1946, ondertekend door G.Rikken. Gelders Archief, 2171 Collectie Boeree. Band 62: Organisatie van het verzet in de Betuwe. Victor Laurentius. De Betuwe in stelling, 2000. Cammaert, A.P.M. (1994). Het verborgen front: geschiedenis van de georganiseerde illegaliteit in de provincie Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog. [ Groningen]:  Rijksuniversiteit Groningen. Hoe Groningen streed: provinciaal gedenkboek van het verzet 1940-1945. Groningen, J. Nieumeijer’s Uitgeversmaatschappij, 1949. Website: www.oorlogsdodennijmegen.nl onder de trefwoorden P. Oosterlee,  M.A. Boers en A.J. van Haaften. Website: https://docplayer.nl/15587999-Enige-gegevens-m-b-t-adriaan-johan-van-haaften-1920-1945-tijdens-de-tweede-wereldoorlog.html

Geplaatst door Nelleke van Eck op 09 september 2019

Geplaatst door Stichting WO2 Sporen JvZ op 25 januari 2014

1390663192

Voeg zelf een bijdrage toe

Log in om een bijdrage toe te voegen

Onbekend, Nederland

Ligging: onbekend

Gedenkboek: 36

Monument

Naam:
Den Haag, Erelijst van Gevallenen 1940-1945

Plaats:
Den Haag

Den Haag, Erelijst van Gevallenen 1940-1945

Nationaal archief

Bekijk
Menu