Reina Prinsen Geerligs
1922-1943
Oorlogsslachtoffer
Is 21 jaar geworden
Geboren op 07-10-1922 in Semarang, NOI
Overleden op 24-11-1943 in Oranienburg, Sachsenhausen
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Gedenksteen op begraafplaats
Op de Begraafplaats Westerveld te Driehuis (gem. Velsen) staat in vak H nr. 58 C een gedenksteen ter nagedachtenis van Reina Prinsen Geerligs. Op deze begraafplaats liggen de grootouders van Reina begraven.
Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 24 mei 2024
Een schrijfster in verzet
Reina Prinsen Geerligs werd geboren op 7 oktober 1922 in de stad Semarang op Java. Ze groeide op in Amsterdam, waar ze naar het Barlaeusgymnasium ging. Vervolgens ging ze Nederlands studeren, omdat ze schrijfster wilde worden. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog maakte ze deel uit van de links-radicale verzetsgroep CS-6 die haar hoofdkwartier in de Amsterdamse Corellistraat 6 had gevestigd.
Reina behoorde tot de kern van de organisatie, samen met Hans Katan, Leo Frijda, Jan Verleun en de broers Sape en Bram Kuiper. Er waren nauwe banden met de Communistische Partij Nederland (CPN) en er werd samengewerkt met de Persoonsbewijzen Centrale en andere onderdelen van het kunstenaars- en studentenverzet. Er waren ook sterke banden met het illegale studentenblad De Vrije Katheder.
CS-6 verzamelde militaire inlichtingen en pleegde verschillende sabotageacties, waaronder de aanslag op het bevolkingsregister in Amsterdam op 27 maart 1943. Ook pleegde de groep aanslagen op belangrijke NSB-ers en collaborateurs. 'Terreur tegen terreur' was hun motto. In enkele maanden tijd werden 24 verraders doodgeschoten. Ook Reina Prinsen Geerligs nam deel aan deze liquidaties.
Mede door verraad werden de leden van CS-6 in korte tijd opgerold. Vrijwel iedereen werd gefusilleerd, ook Reina. Samen met Cornelia van den Brink-Kossen, vooral bekend als Nel Hissink, en Truus van Lier - twee andere vrouwelijke leden van CS-6 - kwam zij op 24 november 1943 in het concentratiekamp Sachsenhausen voor een Duits vuurpeloton te staan.
In 1946 riepen haar ouders de Reina Prinsen Geerligs-prijs in het leven. Voor haar studie hadden ze tienduizend gulden apart gezet. Voor dit geld wilden ze nu een maatschappelijke bestemming vinden. Omdat hun dochter schrijfster had willen worden, maakten ze er een aanmoedigingsprijs voor jong talent van tussen de 20 en 25 jaar oud. De prijs werd betaald uit de rente van het gespaarde bedrag.
In de gemeente Pijnacker is de Reina Prinsensingel naar haar vernoemd, in Amsterdam de Reina Prinsen Geerligsstraat.
SluitenGeplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 15 februari 2019