Jan de Ridder

1909-1940

Soldaat Jan de Ridder (2-III-40 R.I.) uit Achterberg

Oorlogsslachtoffer

Is 30 jaar geworden

Geboren op 14-10-1909 in Rhenen 

Overleden op 16-05-1940 in Kapelle 



Militair onderdeel

Afbeeldingen

Afbeelding toevoegen?

Klik hier

Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

Oude graf op de gemeentelijke begraafplaats in Rhenen.

Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 10 februari 2015

1423568739
Artikel Reformatorisch Dagblad
Bron: http://www.refdag.nl/nieuws/binnenland/soldaat_jan_de_ridder_herbegraven_op_de_grebbeberg_fotoserie_1_750055

Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 09 oktober 2014

De 30-jarige Jan de Ridder kwam uit Achterberg nabij Rhenen, waar hij bezig was een eigen boerenbedrijf op te zetten. Hij werd in maart 1929 voor het vervullen van zijn dienstplicht ingelijfd bij het 16e Regiment Infanterie. In augustus 1939 werd... Lees meer
De 30-jarige Jan de Ridder kwam uit Achterberg nabij Rhenen, waar hij bezig was een eigen boerenbedrijf op te zetten. Hij werd in maart 1929 voor het vervullen van zijn dienstplicht ingelijfd bij het 16e Regiment Infanterie. In augustus 1939 werd hij opnieuw opgeroepen vanwege de algehele mobilisatie van het Nederlandse leger. In de meidagen van 1940 vocht hij met het 40e Regiment Infanterie in Zuid Beveland. Vanwege zijn boerenachtergrond had hij de zorg over de paarden van zijn compagnie. Op 15 mei 1940, na de capitulatie van de rest van de Nederlandse troepen, werd de strijd in Zeeland voortgezet om de Duitse opmars te vertragen en Franse troepen de gelegenheid te geven te ontkomen.

Op 16 mei 1940 trok de eenheid van soldaat de Ridder terug op Borssele. De keukenwagen moest eveneens naar Borssele worden gereden, maar de jonge wagenmenner durfde de gevaarlijke rit niet aan. Soldaat de Ridder, die de route al eerder had gereden, ging vrijwillig in zijn plaats. Op de terugreis met de twee uitgespannen paarden, werd De Ridder bij het oversteken van een spoorwegovergang onder vuur genomen en sneuvelde ter plekke. Hij werd een dag later begraven in Kapelle-Biezelinge en in juni 1940 overgebracht naar de Gemeentelijke Begraafplaats te Rhenen. Drieënzeventig jaar na zijn overlijden werd hij op het Ereveld Grebbeberg met zijn gevallen kameraden herenigd.

Op woensdag 26 juni 2013 werden op het Militaire Ereveld Grebbeberg in Rhenen de stoffelijke resten van dienstplichtig soldaat Jan de Ridder herbegraven. Hij sneuvelde op 16 mei 1940 nabij Kapelle-Biezelinge in de provincie Zeeland. Een detachement van het Regiment Infanterie Oranje Gelderland uit Ermelo droeg Soldaat de Ridder met militaire eer naar zijn laatste rustplaats. De stoffelijke resten van De Ridder zijn op verzoek van zijn nabestaanden overgebracht door de Bergings- en Identificatie Dienst van de Koninklijke Landmacht (BIDKL). Dit gebeurde in opdracht van de Nederlandse Oorlogsgravenstichting (OGS).

Sluiten

Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 09 oktober 2014

Jan de Ridder

Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 05 augustus 2014

1407265844

19 november 1939_Fotokaart van Jan de Ridder, tijdens de mobilisatie in Zeeland, met zijn dienstmaten.

Jan heeft van 29 augustus 1939 tot zijn overlijden gemobiliseerd in Zeeland gelegen. Op de foto is Jan de tweede van rechts.

Wie zijn dienstmaten zijn en waar de foto gemaakt is, is niet bekend. Herkent u iemand of de locatie op de foto? Neem dan a.u.b. contact met mij op.

Bron: © Privécollectie A.P. de Ridder

Geplaatst door A.P. Ridder op 06 februari 2025

19391119 Fotokaart van Jan de Ridder met zijn dienstmaten Jan staat en is de tweede van rechts

27 mei 1929_16e Regiment der Infanterie te Harskamp.

Jan de Ridder is de vierde soldaat van links op de foto, die genomen is tijdens het opkomen voor zijn nummer.

Wie zijn dienstmaten zijn, is niet bekend. Herkent u iemand op de foto? Neem dan a.u.b. contact met mij op.

Bron: © Privécollectie A.P. de Ridder

Geplaatst door A.P. Ridder op 06 februari 2025

27 mei 1929 16e Regiment der Infanterie te Harskamp Jan de Ridder is de 4de soldaat van links

Jan de Ridder (1909 - 1940)_Een Verhaal van Moed en Verlies

Door Anton P. de Ridder uit AchterbergIn de vroege ochtend van 16 mei 1940, te midden van de chaos van de Duitse opmars, trok een eenzame soldaat met twee paarden over het slagveld van Kapelle-Biezelinge. Zijn naam was Jan de Ridder, een... Lees meer

Door Anton P. de Ridder uit Achterberg

In de vroege ochtend van 16 mei 1940, te midden van de chaos van de Duitse opmars, trok een eenzame soldaat met twee paarden over het slagveld van Kapelle-Biezelinge. Zijn naam was Jan de Ridder, een boerenzoon uit Achterberg, die zich als dienstplichtige had aangesloten bij het Nederlandse leger. Zijn hart lag bij het land, bij het boerenbedrijf dat hij met zijn vader had willen opbouwen. Maar nu was hij hier, ver van huis, in een strijd die het lot had bepaald.

Jeugd en Werkzaamheden Jan de Ridder werd op 14 oktober 1909 geboren op een pachtboerderij in Achterberg, gelegen op Landgoed Remmerstein. Hij was de oudste zoon van Jan de Ridder (1881-1974) en Teunisje Beukhof (1890-1973) en had drie broers, Antonie (Toon), Willem (Wim) en Pieter (Piet), en een zus, Johanna (Jo). De familie woonde aanvankelijk op de boerderij aan de Veenseweg (later Cuneraweg C76). Toen deze rond 1929 werd gesloopt, verhuisden ze naar Cuneraweg 162 en later naar Cuneraweg 210 (schuin tegenover C76).

Jan was van jongs af aan een harde werker. Hij hielp op de boerderij en werkte daarnaast als betonwerker, kweker en boerenknecht. Samen met zijn vader had hij het plan om een eigen boerderij op te zetten aan de Cuneraweg 210. De bouwvergunning werd in 1938 verleend en de boerderij gebouwd, maar door de oorlog zou Jan nooit op zijn eigen boerderij werken.

Militaire Dienst en Mobilisatie Jan moest in 1929 opkomen voor dienstplicht bij het 16e Regiment Infanterie en werd gelegerd in de Juliana van Stolberg-kazerne in Amersfoort. Voor de schietoefeningen moest hij enige tijd naar Harskamp. Na zijn dienstplicht keerde hij om de paar jaar terug voor herhalingsoefeningen, totdat hij op 29 augustus 1939 opnieuw werd opgeroepen vanwege de algehele mobilisatie. Hij werd ingedeeld bij de 2e compagnie van het 3e bataljon van het 40e Regiment Infanterie, een oorlogsregiment gevormd uit het 16e Regiment. Jan was voor de oorlog ook lid van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm, een reserve-eenheid die extra steun bood aan het reguliere leger.

Mobilisatie en Brieven naar Huis Tijdens de mobilisatie verbleef Jan op verschillende locaties in Zeeland, waaronder Aagtekerke, Biezelinge, Borssele, Domburg, Kapelle, Lewedorp, Middelburg, Schore, Utrecht, Vlissingen en Vlake. Hij werd samen met Piet Schouten uit Amerongen ingekwartierd bij de familie C. de Waard aan de Nieuwe Kerkstraat D160 (later gewijzigd naar nummer 31). Jan voelde zich al snel thuis bij deze warme familie. Ondanks het leeftijdsverschil met de zoon, Cor, konden ze het heel goed met elkaar vinden.

Ondanks de oorlogsdreiging en de kou wist familie De Waard een gevoel van saamhorigheid te scheppen. "Het voelt hier bijna als thuis, zo goed zorgen ze voor ons," schreef Jan in een brief naar huis. Ook na zijn overlijden bleef familie De Waard contact houden met zijn familie. Tot op de dag van vandaag bestaat er nog steeds een band tussen onze families, ik heb nog altijd contact met de dochter, Ada, van Cor de Waard.

Jan schreef veel brieven naar huis. In zijn eerste brief van 29 augustus 1939 meldde hij dat hij in Utrecht was aangekomen en daar voorlopig zou blijven. Hij vertelde dat ze andijvie door elkaar hadden gegeten en beschreef hoe de reis met de trein en bus niet altijd soepel verliep. In een brief van 6 december 1939 gaf hij aan dat zijn fiets goed was aangekomen en stuurde hij ook de groeten aan zijn kleine neefje Jan (geboren 7 april 1936 en dat is mijn vader).

In november 1939 klaagde hij over de vele regen in Domburg en in de winter over de sneeuw, hagel en extreme kou in de nacht tijdens het wachtlopen. Hij gaf ook voor zijn broer Piet instructies voor het bewerken van het land: "Zorg ervoor dat de jongens van Gert Jan het rogland alvast laten ploegen. En als Piet de bieten eruit heeft, moet ook gelijk het bietenland om geploegd worden want dan kan daar meteen de rog in."

In maart 1940 meldde Jan dat alle soldaten een verplichte inenting hadden gekregen, waar hij overigens niets van had gevoeld.

Op 27 april 1940 geeft Jan aan dat zijn broer Toon kunstmest moest bestellen voor de aardappelen, het hoefde maar voor een halve bemesting, 168 roei (betekend roede), te zijn. Het moest super en patent kali zijn dat er besteld moest worden en dan zou hij het er zaterdag over doen.

Ondanks de dreigende oorlog werd er op St. Nicolaasavond een bescheiden viering gehouden met zijn kameraden en de kapitein. De kapitein had flink getrakteerd, Jan had een groot stuk borstplaat en twee grote letters gekregen maar schrijft hij: dat heb je er van als je baas een fabriek heeft waar dat spul gemaakt wordt. De borstplaat nam hij mee naar huis, omdat hij die veel te zoet vond. Waar de viering precies plaatsvond, is niet bekend want het koffiehuis was al bijna gesloopt.

In april 1940 schreef Jan opnieuw instructies naar huis, onder andere om de aardappelen op tijd te bemesten. Op 9 mei 1940, vlak voor de Duitse inval, liet hij nog weten dat hij het niet naar zijn zin had in Vlissingen.

Zijn laatste brief, geschreven op 10 mei 1940, de dag dat de Duitsers Nederland binnenvielen, was kort en beheerst. Hij meldde dat hij met zijn eenheid was verplaatst en dat de situatie gespannen was, maar dat hij zich geen zorgen maakte. "We hebben een sterke groep en doen wat we moeten doen," schreef hij. Die brief werd pas op 18 mei, twee dagen na zijn dood, bezorgd bij zijn ouders.

Oorlog en Overlijden Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers Nederland binnen. Jan en zijn eenheid werden ingezet in de Zanddijkstelling in Zuid-Beveland. De commandant van Jan, kapitein J. Hagers, schreef later dat de manschappen slecht geoefend waren en moeite hadden met marcheren, maar dat de moraal goed was.

Na de Nederlandse capitulatie op 15 mei ging de strijd in Zeeland door om de Franse troepen een veilige terugtocht te bieden. Op 16 mei kreeg Jan de opdracht om een keukenwagen naar Borssele te brengen. Bij zijn terugkeer gaf een andere wagenmenner aan dat hij de gevaarlijke tocht naar Borssele niet aandurfde. Jan nam moedig zijn plaats in en vertrok opnieuw. Tijdens de terugtocht, bij de spoorwegovergang van Kapelle-Biezelinge, werd hij onder vuur genomen door Franse soldaten en sneuvelde ter plekke tussen zijn paarden.

Nasleep en Herinnering Zijn stoffelijk overschot werd op 17 mei 1940 begraven in Kapelle en twee maanden later door begrafenisondernemer Bep Smit overgebracht naar de gemeentelijke begraafplaats in Rhenen. Op 6 januari 1941 schreef soldaat H. Galenkamp aan de familie en deed het verzoek of de kameraden van Jan een eenvoudige grafsteen of gedenkteken mochten plaatsen op het graf van Jan. De steen is er gekomen en staat sinds de herbegrafenis van Jan in onze tuin als een waardevol monument.

Na zijn overlijden stroomden de brieven binnen. Familie, vrienden, voormalige pensiongasten en soldaten die bij zijn ouders ingekwartierd waren geweest, schreven hun medeleven.

Een oud-kameraad schreef: "Jan was altijd degene die als eerste opstond om de paarden te verzorgen. Hij klaagde nooit, zelfs niet toen we dagen achter elkaar zonder goede rust moesten doorbrengen." Kapitein Hagers schreef in zijn gevechtsverslag: “Door dapper gedrag viel onder andere soldaat De Ridder op. Hij is gesneuveld.” Zijn moedige daad om zijn eenheid te helpen eindigde in een tragisch verlies.

Zijn ouders ontvingen brieven van soldaten die bij hun ingekwartierd waren geweest, deze soldaten hebben meegeholpen aan de bouw van stellingen aan de Gelderse kant van Achterberg tot onder aan de Grebbeberg. Sommigen schreven hoe ze zich Jan herinnerden als een loyale kameraad. Ook van krijgsgevangen gemaakte soldaten kwamen berichten binnen, waarin zij hun verdriet uitspraken over het verlies van een man die zij als een vriend hadden beschouwd.

Herbegrafenis en Familie-erkenning Op 26 juni 2013 werd Jan herbegraven op Ereveld Grebbeberg, een proces dat mogelijk werd dankzij de inzet van zijn neef Jan de Ridder, die sinds 1991 consul was bij de Oorlogsgravenstichting in Rhenen. Zijn ouders, die altijd bij hun zoon wilden blijven, zijn anoniem in hetzelfde graf bijgezet.

Tijdens de herbegrafenis werd postuum het Oorlogsherinneringskruis aan Jan toegekend en uitgereikt aan zijn neef en mijn vader Jan de Ridder, als erkenning voor zijn inzet en moed.

Op 25 oktober 1948 ontving de familie een brief waarbij Jan, namens het Ministerie van Oorlog, het Oorlogs-herinneringskruis met de gesp voor bijzondere krijgsverrichtingen in mei 1940 toegekend werd, echter het Oorlogs-herinneringskruis is nooit uitgereikt. Ongeveer een half later, op 29 juni 1949, ontving de familie wederom een brief met een certificaat welke behoorde bij oorlogs-herinneringskruis.

Jaren later, op 25 juni 1952, ontving de familie nog een brief van het Ministerie van Oorlog dat ze de eer hadden mijn overgrootouders een oorkonde uit te reiken ter nagedachtenis aan hem die in de wereldoorlog 1940-1945 het leven heeft gelaten. Tevens schrijven ze ook nog, ik citeer: “Moge deze oorkonde er toe bijdragen de herinnering te doen voortleven aan Uw nabestaande, die het hoogste offer bracht voor Koningin en Vaderland”.

Een Blijvende Herinnering Dit verhaal is door mij geschreven als eerbetoon aan mijn oudoom Jan de Ridder. Ik heb het opgeschreven om zijn herinnering levend te houden, en om te laten zien hoe groot zijn opoffering was. Maar ook om de inspanningen van mijn vader te eren, die ervoor heeft gezorgd dat Jan, samen met zijn ouders, een waardige laatste rustplaats kreeg. Het is belangrijk dat we deze verhalen blijven vertellen, zodat we nooit vergeten wat deze mannen voor ons hebben gedaan.

Zijn moed, zijn opoffering en zijn liefde voor zijn familie en het boerenleven blijven voortleven in de brieven die hij naliet en in de herinneringen van hen die hem kenden. Jan de Ridder was geen naamloze soldaat, maar een man met een verhaal, een hart en een leven dat abrupt werd beëindigd in dienst van zijn vaderland.

De inhoud van deze biografie, inclusief de geplaatste foto's op deze site, is auteursrechtelijk beschermd. Het is niet toegestaan om deze informatie of beelden zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de auteur te kopiëren, te verspreiden, of op enige wijze te gebruiken of te bewerken.

Sluiten
Bron: © Privécollectie A.P. de Ridder. Ik heb dit stuk zelf geschreven met als bron alle brieven en kaarten die Jan vanuit Zeeland aan zijn ouders (mijn overgrootouders) heeft gestuurd.

Geplaatst door A.P. Ridder op 06 februari 2025

2 III 40 R I Soldaat Jan de Ridder

Dienstplichtig soldaat Jan de Ridder

Jan de Ridder wordt op 16 mei 1940 tijdens een reis van Borssele naar Kapelle-Biezelinge getroffen door een granaat. Hij overlijdt ter plekke. De ridder ligt op Ereveld Grebbeberg, rij 11, graf 14.Jan de Ridder wordt 14 oktober 1909 geboren in... Lees meer
Jan de Ridder wordt op 16 mei 1940 tijdens een reis van Borssele naar Kapelle-Biezelinge getroffen door een granaat. Hij overlijdt ter plekke. De ridder ligt op Ereveld Grebbeberg, rij 11, graf 14.Jan de Ridder wordt 14 oktober 1909 geboren in Achterberg, gemeente Rhenen. Hij is de zoon van Jan de Ridder en Teunisje Beukhof. Na de Lagere School werkt hij op het boerenbedrijf van zijn vader aan de Cuneraweg. Op 20 maart 1929 wordt hij ingelijfd als dienstplichtig soldaat bij de 2e compagnie van het 3e bataljon, 16e Regiment Infanterie. Na verschillende keren op herhaling te zijn geweest, krijgt Jan op 29 augustus 1939 opnieuw een oproep vanwege de algehele mobilisatie van het Nederlandse leger. Slecht geoefend, maar de geest was goedDie nieuwe oproep komt slecht uit, want Jan is net bezig met het opzetten van een eigen boerenbedrijf. Zijn commandant, kapitein J. Hagers schrijft: “Bij de mobilisatie bleek dat de meeste oudere manschappen van de compagnie niets van militaire tucht en orde afwisten, zeer slecht geoefend waren en geen half uur konden marcheren zonder uitvallen. Toch was de geest goed!”Strijd in Zeeland verder Als op 10 mei 1940 de oorlog uitbreekt wordt de bevolking van Achterberg geëvacueerd. Jan de Ridder is ver van huis. Hij vecht met de 2e compagnie van het 3e bataljon, 40e Regiment Infanterie in Zuid-Beveland. Vanwege zijn boerenachtergrond draagt Jan de zorg over de paarden van zijn compagnie. Op 15 mei 1940, na de capitulatie van de rest van de Nederlandse troepen, wordt de strijd in Zeeland voortgezet om de Duitse opmars te vertragen en Franse troepen de gelegenheid te geven te ontkomen. De Bathstelling valt op 15 mei. Tegen de avond forceren Duitse troepen een doorbraak in de Zanddijkstelling. De Nederlandse troepen trekken zich terug over het kanaal bij Goes. In de ochtend van de 16e trekken de Franse troepen terug naar Walcheren. De verwarring is groot. Duitse troepen marcheren Goes binnen.Dapper gedrag Op 16 mei 1940 ligt de compagnie van Jan de Ridder onder vuur van artillerie en vliegtuigen. Jan en zijn collega’s krijgen opdracht om vanaf station Kapelle-Biezelinge terug te trekken naar Borssele. Ook 2 keukenwagens van de compagnie moeten naar Borssele, maar een van de jonge dienstplichtige wagenmenners durft de gevaarlijke rit niet aan. De 31-jarige, ongehuwde soldaat Jan de Ridder die de route al eerder heeft gereden, neemt vrijwillig zijn plaats in. Op de terugreis met de 2 uitgespannen paarden komt De Ridder om het leven. Bij het oversteken van een spoorwegovergang in de nabijheid van de boomgaard waar zijn compagnie zich bevindt, wordt hij getroffen door een granaat en overlijdt ter plekke. Een dag later wordt Jan begraven in Kapelle-Biezelinge en 2 maanden later overgebracht naar de gemeentelijke begraafplaats te Rhenen. Zijn kameraden van de 2e compagnie bieden de grafsteen aan. In zijn gevechtsverslag schrijft Kapitein J. Hagers: “Door dapper gedrag viel onder andere soldaat De Ridder op. Hij is gesneuveld.” Herbegrafenis soldaat Jan de Ridder.Herbegrafenis Ereveld Grebbeberg De eigen boerderij van Jan komt er nooit. Zijn ouders komen nooit helemaal over het verlies van hun zoon heen. De moedige Jan de Ridder wordt op 26 juni 2013 met militaire eer begraven door een detachement van het 45e Pantserinfanteriebataljon Oranje Gelderland. Zijn neef en naamgenoot Jan de Ridder herinnert zich dat hij als kleine jongen bij zijn oom meereed op diens paard en wagen. Hij zegt voorafgaand aan de herbegrafenis: “Ome Jan, je bent weer terug.” Sluiten
Bron: http://www.defensie.nl/onderwerpen/berging-en-identificatie-oorlogsslachtoffers/inhoud/portretten-van-de-meidagen/soldaat-jan-de-ridder

Geplaatst door Vrienden van OGS op 12 mei 2015

Jan de Ridder staat ook op monument te:

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een verhaal of document toe

Log in om een bijdrage toe te voegen

Militair Ereveld Grebbeberg


Vak/rij/nummer 1114
ridder.j.de..jpg

Nationaal archief

Bekijk persoonsdossier

Monument

Naam:
Rhenen, Militair Ereveld Grebbeberg

Plaats:
Rhenen

Rhenen, Militair Ereveld Grebbeberg

Leg bloemen op dit graf

Wilt u graag bloemen laten leggen op dit graf, dan verzorgen wij dit graag voor u.
Bestel bloemen
Bloemen en kransen
Menu