Cornelis Stephanus Theodorus Rietbergen
1889-1941
Oorlogsslachtoffer
Is 51 jaar geworden
Geboren op 13-04-1889 in Vlissingen
Overleden op 28-02-1941 in Atl. Oceaan a/b s.s. Amstelland
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Levensverhaal Kapitein Cornelis Stephanus Theodorus Rietbergen
Levensverhaal Cornelis Stephanus Theodorus Rietbergen
Cornelis Rietbergen wordt op 13 april 1889 in Vlissingen geboren. Hij gaat naar de zeevaartschool in Rotterdam en is daarna in dienst van de Koninklijke Hollandsche Lloyd (K.H.L.), eerst als stuurman, daarna als kapitein. Hij trouwt op 23 september 1915 met Elizabeth Klappe. Ze krijgen samen vier kinderen: Cornelis 16-9-1916, Elizabeth 9-9-1918, en de tweeling Johannus en Lambertus 2-10-1919. Hij woont met zijn gezin in Rotterdam en vanaf 1933 in Wassenaar.
Als tweede officier is hij in de Eerste Wereldoorlog betrokken bij de torpedering van het pas twee jaar oude passagiersschip “Tubantia”. Hoewel Nederland neutraal is, wordt het schip op 16 maart 1915 getorpedeerd door de Duitse onderzeeboot “UB 13 (cdt Oberleutnant zur See Metz). Het gebeurt op de uitreis van Amsterdam naar Buenos Aires, op de Noordzee bij het lichtschip “Noord Hinder”, terwijl het geheel verlicht voor anker ligt. Locatie 51.50N/2.49O. Gelukkig kunnen alle 381 opvarenden (87 passagiers en 294 leden van de bemanning) worden gered.
Bij de K.H.L. vaart Cornelis Rietbergen op diverse schepen zoals de Salland, Hollandia, Delfland, Gaasterland, Flandria en Gelria. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog is hij Kapitein/Gezagvoerder van SS Amstelland, het grootste schip in de vloot van de Lloyd. Bij het uitbreken van de oorlog komt de Amstelland begin mei 1940 in de Britse controlehaven Weymouth aan. De voor Amsterdam bestemde lading wordt uiteindelijk op 29 mei 1940 gelost in Londen. In juni 1940 wordt de Vaarplicht van kracht. Vanaf dat moment zijn de Nederlanders die op onze koopvaardijvloot voeren onderdeel van de geallieerde strijdkrachten. De Amstelland is de minst gelukkige van alle K.H.L. schepen. Het heeft na mei 1940 geen enkele rondreis meer voltooid.
Op 21 juni 1940 vertrekt de Amstelland uit Londen naar Southampton. Vanuit Southampton vaart het op 29 juni in ballast, met bestemming Dakar (Senegal) en Buenos Aires (Argentinië). Na het vertrek sluit het schip aan bij konvooi OA-175.
Rond het middaguur op 1 juli vaart het konvooi op ongeveer 380 mijl ten zuidwesten van Lands End. De Duitse onderzeeboot U-65 (Kapitän leutnant Hans-Gerrit von Stockhausen) heeft het konvooi echter ontdekt en vuurt zijn laatste torpedo af. Positie 47.53N/13.23W. De Amstelland wordt geraakt aan stuurboordzijde in het achterschip. Door de explosie wordt matroos Blonk overboord geslagen en verdrinkt.
Stockhausen is er van overtuigd dat hij de Amstelland tot zinken heeft gebracht, maar dat gebeurt niet. Ruim 5 loopt vol met water, maar de andere ruimtes blijven behouden en het schip blijft drijven. Twee dagen later arriveert de sleepboot HMS Marauder (W 98) (Lt W.J. Hammond, RNR) en neemt de Amstelland op sleep. Het Britse oorlogsschip HMS Calendula (K 28) (LtCdr A.D. Bruford, RNVR) begeleidt de twee schepen naar Falmouth (VK), waar ze op 5 juli aankomen.
De reparatie neemt vele maanden in beslag, maar op 18 februari 1941 vertrekt de Amstelland weer vanuit Falmouth in ballast en sluit op 23 februari in Gourock aan bij konvooi OB 290 naar Buenos Aires. Het konvooi van 40 schepen wordt op 26 februari herhaaldelijk aangevallen op positie 54.12N/16W door de Duitse onderzeeboot U-47 ((KL Gunther Prien) en diverse vliegtuigen. Zeker zes schepen worden tot zinken gebracht waaronder het Nederlandse SS Beursplein waar 22 mensen van de bemanning het niet overleven. Ook de Amstelland wordt twee maal gebombardeerd door een viermotorige Focke Wulf van Kampgeschwader 40 uit Bordeaux Merignac. Bij de eerste aanval valt een zware bom aan boord, maar ontploft niet. Door het gewicht kan de bom niet worden verplaatst. Bij de tweede aanval vallen twee bommen dicht bij het schip in zee en beginnen meerdere ruimtes in het voorschip te lekken. De bemanning probeert 44 uur lang het schip te redden door water te pompen uit de ruimen en een Engelse haven te bereiken, maar op 28 februari om 14.45 uur besluit kapitein Rietbergen dat iedereen van boord moet gaan. Bij het verlaten van het schip als laatste man valt hij, mogelijk door uitputting of een inschattingsfout, van de loodsladder tussen het schip en de reddingsboot in zee en kan pas na 25 minuten aan boord worden gebracht van het Britse oorlogsschip HMS Vanquisher (D 54) (Cdr N.V. Dickinson, DSC, RN). Positie 54.10N/14.38W. De scheepsarts probeert twee uur lang om hem te redden, maar vergeefs. Hij overlijdt aan boord. Hij is de enige van de 45 mannen die het niet overleeft. De geredde personen worden op 2 maart in Liverpool aan wal gezet door HMS Vanquisher.
Kapitein Rietbergen wordt op 5 maart 1941 begraven op de Katholieke begraafplaats Ford in Liverpool. Overigens krijgt zijn familie in Nederland op 12 maart via een telegram te horen dat hij in Buenos Aires door een ongeval is omgekomen. Pas na de oorlog verneemt de familie de ware toedracht en komt men via de Canadese soldaat Larry Richwood, waar de familie Rietbergen mee in contact is gekomen bij de bevrijding van Wassenaar in 1945, erachter dat hij in Liverpool begraven ligt. In 1965 wordt zijn lichaam overgebracht naar het Ereveld Mill Hill.
Eerbetoon:
Cornelis Rietbergen ontvangt postuum het Oorlogsherinneringskruis, op 29 augustus 1941 de Engelse onderscheiding Commendation en op 23 juni 1948 de Bronzen Leeuw. En op 19 januari 1948 krijgt de weduwe van Kapitein Rietbergen een Margriet embleem met anker, “een symbool van dankbaarheid van alle Nederlanders voor hetgeen hij die U dierbaar was, tot bevrijding van ons Vaderland heeft bijgedragen”.
Op 10 mei 1965 is er de onthulling van vijf bronzen plaquettes met de namen van de vijf kapiteins van de koopvaardij die in de tweede wereldoorlog moedig strijdend tegen de vijand het leven hebben verloren. Zij krijgen als eerbetoon elk een flatgebouw die naar hen wordt vernoemd. Het betreft naast Kapitein Rietbergen, ook Kapitein W. Horsman, Kapitein Tj. Luidinga, Kapitein J. Stamperius en Kapitein C.P. Dekker. Zie ook andere bijdrage.
Op 4 mei 2016 is er een speciale herdenking in Wassenaar bij het oorlogsmonument aan de Schouwweg waar alle namen worden voorgelezen van de inwoners uit Wassenaar die in de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen.
Bronnen:
Gebruikte bronnen in onderzoek Cornelis Stephanus Theodorus Rietbergen
• Proces verbaal, opgemaakt op 8 maart 1941.
• Uitspraak van de Buitengewonen Raad van de Scheepvaart van 21 augustus 1941
• Boek Varen in Oorlogstijd, 1947 van S.J. Graaf van Limburg Stirum, blz. 91-94
• Boek Scheepsrampen in Oorlogstijd, 1947 van Nationaal Zeemansfonds, blz 73
• Geschiedenis van de Nederlandse Koopvaardij in de Tweede Wereldoorlog, 1986, blz. 459-461
• Koninklijke Hollandsche Lloyd, Wel en wee van een Amsterdamse Rederij, 1990 L.L. von Münching, blz 94-95
• Op weg naar Zuid-Amerika, 1996, Edward P. De Groot: De torpedering van de Tubantia.
• The Battle of the Atlantic, 2008. Dick Schaap. De grootste duikbootoorlog uit de geschiedenis.
• De Nederlandse koopvaardij in oorlogstijd, 2014, Van Dissel, Elands, Faber en Stolk.
De input via het speurwerk van Jos Rozenburg
• Diverse websites, zoals
• uboat.net
• wrecksite.eu
• tracesofwar.nl,
• oorlogsgravenstichting.nl,
• koopvaardijpersoneel40-45.nl,
• oorlogsslachtofferszeeland.nl,
• theshipslist.com,
• delpher.nl,
• getuigenverhalen.nl, Interview met van Eenennaam
SluitenGeplaatst door Stef Rietbergen op 06 juni 2020
Kapitein Rietbergenflat te Zwijndrecht
In 1965 zijn er vijf flats in Zwijndrecht genoemd naar in de tweede wereldoorlog omgekomen mensen van de koopvaardij. Een daarvan is mijn opa Kapitein Rietbergen. Hierbij een foto van de plaquette in de flat.
Geplaatst door Stef Rietbergen op 28 mei 2020