Jan Roelofsen (29 augustus 1903, Oosterbeek) komt al in 1923 bij het 8ste Regiment Infanterie. Tijdens zijn opleiding tot onderofficier wordt hij bevorderd tot korporaal en later tot sergeant. In 1925 treedt hij toe tot het Wapen der Koninklijke Marechaussee. Eind 1934 wordt hij gepromoveerd tot wachtmeester te voet. Gedurende zijn diensttijd ontvangt hij vele onderscheidingen. In november 1937 vertrekt hij naar de Brigade van de 3de Divisie Koninklijke Marechaussee in de kazerne aan de Ringweg in Aalten, waar in 1939 zoon Jan wordt geboren. Een jaar later, op 10 mei 1940 fietst Roelofsen vanuit Aalten richting Grebbelinie. Op 12 mei, eerste Pinksterdag, trekt zijn detachement op naar het spoorwegviaduct in Rhenen waar ook gevluchte Nederlandse soldaten arriveren vanuit de richting Grebbeberg. Daar sommeert kapitein Gelderman, de commandant van de Marechaussee, hen echter onmiddellijk terug te keren en stand te houden. In grote paniek vanwege de in hun rug aanstormende Duitsers geven de Nederlanders aan dat bevel geen gehoor waarna Gelderman zijn manschappen het vuur laat openen. In de verwarring die dan ontstaat sneuvelt Wachtmeester Roelofsen door eigen vuur. In 1946 wordt hem wegens 'moedig, beleidvol en krachtdadig optreden in verband met vijandelijke actie' postuum het Kruis van Verdienste toegekend. Jan Roelofsen is 36 jaar geworden en ligt op het Militair Ereveld Grebbeberg begraven. Sluiten