Petrus Johannes Cornelis Smulders
1895-1944
Oorlogsslachtoffer
Is 49 jaar geworden
Geboren op 17-01-1895 in Middelbeers
Overleden op 15-08-1944 in Someren
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Piet Smulders, burgemeester van Someren en Lierop
Piet Smulders, burgemeester van Someren/Lierop
Petrus Johannes Cornelis (Piet) Smulders wordt geboren op 17 januari 1895 in Middelbeers in een burgemeestersfamilie. Na zijn opleiding gemeenteadministratie wordt hij al in 1919 gemeensecretaris in Someren naast burgemeester Willem Michels die hij in 1926 opvolgt.
Hij trouwt in 1920 met Jo Adelaars, zij krijgen vier kinderen Jef, Hetty, Jan en Pieter.
Bij het uitbreken van de oorlog blijft hij aan om zoveel mogelijk de inwoners van Someren en Lierop te kunnen beschermen, zich wel bewust van de spanning tussen de nieuwe orde en zijn eigen geweten.
Alle gemeenteambtenaren werken samen om de eigen bewoners te beschermen door mensen tijdig te waarschuwen en valse persoonsbewijzen en distributiekaarten te maken.
Hij komt al in 1941 op de zwarte lijst van NSB-groepen in Heeze en later in Asten.
Burgemeester Smulders maakt samen met zijn broer Jan Smulders, burgemeester van Oost-, West- Middelbeers deel uit van de burgemeestersverzetsgroep Croy en vanaf juni 1944 van verzetsgroep Geldrop.
Op 19 februari 1943 dient hij zijn ontslagbrief in uit verzet tegen willekeurige arrestaties en deportaties van jonge Nederlanders, voor wie een tewerkstelling in den vreemde zowel geestelijk als lichamelijk een te zware last zal zijn. Dit wordt geweigerd. Hij vraagt ziekteverlof aan en duikt dan onder, o.a. op het Centraal Station in Amsterdam waar zijn schoonbroer stationschef is.
Dan krijgt de locoburgemeester van Someren W. Hurkmans het verzoek arbeiders te leveren voor de kustverdediging in Zeeland. Smulders keert terug uit zijn onderduikadres. Hij wil niet dat andere mensen voor deze keuze komen te staan.
Op 9 juni 1944 wordt er een razzia gehouden. Burgemeester Smulders en elf anderen worden naar Burg Haamstede gebracht om daar aan de Duitse verdedigingswerken te werken.
Doordat hij in Zeeland zit kan hij geen gehoor geven aan de uitnodiging om op 6 juli bij de Beauftragte in Haus Roucouleur in Vught te verschijnen. De acht burgemeesters die wel kwamen, zijn opgepakt en op transport gesteld. Van hen heeft alleen de burgemeester van Leende, F. Manders het overleeft.
Bij terugkomst uit Zeeland werd hem aangeraden weer onder te duiken, wat hij weigerde:
“Nu ga ik niet meer, als ze me moeten hebben, moeten ze mij maar komen halen”
Op het eind van de oorlog neemt het geweld door zowel het verzet als de Duitse bezetter toe.
Als represaille voor een aanslag op twee landwachters in Beek en Donk worden enkele gevangenen door de Duitsers geëxecuteerd.
Sonderkommando Feldmeijer was een groep Nederlanders van de Germaanse SS die in het kader van de Silbertanne Aktion, heimelijk moorden pleegden als wraak voor aanslagen op Nederlandse NSB’ers, de zogenaamde “Gegenterror”. De slachtoffers werden willekeurig gekozen, meestal vooraanstaande anti-Duitse burgers zodat hun dood als een afschrikwekkend voorbeeld zou dienen in de gemeenschap.
Zij zoeken naar nog meer slachtoffers. Via een NSB’er in Asten krijgen ze een lijst met dertien namen waaronder de burgemeesters Wijnen (Asten) en Smulders (Someren), dokter Jacobs en manufacturenhandelaar Eijsbouts.
De Eindhovense leider van het Sonderkommando Rollema gaat naar hoofd Sicherheitspolizei Harders in Vught, hij durft geen toestemming te geven voor een moord op beide burgemeesters en vraagt toestemming aan Rauter, de hoogste vertegenwoordiger van de SS in Nederland. Deze geeft aan dat hij geen bezwaar heeft tegen het doodschieten van de burgemeesters, mits er geen buitensporig geweld gebruikt wordt en mits ze niet beroofd zullen worden.
De vijf daders verzamelen zich in Eindhoven. Het plan is drie man op te pakken en dan op de Kanaaldijk autopech te simuleren en de gijzelaars daar dood te schieten.
In de vroege ochtend van 15 augustus 1944 wordt eerst burgemeester Wijnen opgehaald. Daarna wordt burgemeester Smulders opgepakt in zijn slaapkamer. Zij legitimeren zich vluchtig, het verhaal is dat hij mee moet voor verhoor in Vught. Hij staakt zijn hevig verzet pas na dreiging met een pistool. Zijn oudste zoon zei nog: “Ga mee vader, anders schieten ze u nog dood”. Omdat dokter Jacobs niet thuis is wordt de eerstvolgende op de lijst opgepakt, Frans Eijsbouts.
Ze worden in de auto gezet en rijden richting Weert over de Kanaaldijk. Tussen Sluis 12 en 13 geeft de chauffeur aan dat ze autopech hebben, de drie gevangenen worden uit de auto gehaald en moeten in het licht van de koplampen gaan staan, bijna direct wordt er op hen geschoten. Voor de beide burgemeesters is het schot direct dodelijk, Eijsbouts krijgt een schot in de arm en laat zich via het talud van de Kanaaldijk naar beneden rollen en houdt zich daar voor dood. De daders vluchten haastig met de auto. Eijsbouts duikt onder en door zijn getuigenis wordt pas na de oorlog duidelijk hoe de werkelijke toedracht is geweest. De daders zijn veroordeeld.
De nieuwe NSB-burgemeester vindt het gemeentehuis op slot en al het gemeentepersoneel afwezig.
Someren wordt 21 september 1944 bevrijd, dan pas gaat het gemeenteapparaat weer aan de slag met Hurkmans als nieuwe burgemeester.
Geplaatst door Joep van Dooren op 23 juli 2021
Gedenkteken voor omgekomen leden van de Provinciale Staten van Noord-Brabant
Geplaatst door Joep van Dooren op 22 juli 2021