Salomon Jacob Spier
1906-1945
Oorlogsslachtoffer
Is 38 jaar geworden
Geboren op 21-06-1906 in Aalten
Overleden op 17-02-1945 in Mauthausen
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
De Kampen
Geplaatst door Bas Aalders op 18 januari 2016
Salomon in Nijmegen
Foto: Salomon begin 1942 voor het restaurant op de Goffert in Nijmegen.
Herdenking Open Joodse Huizen 2022 in de Maartenskliniek
Salomon vertrekt 5 april 1938 uit Bocholt, reist via Arnhem naar Amsterdam en vestigt zich later dat jaar in Nijmegen na een korte omzwerving via de familie Gottschalk die een slagerij hadden aan de Willemsweg uiteindelijk in de Snijderstraat op nummer 15.
“Tot 1938 emigreren 120 joden uit Bocholt. In de nacht van 9 op 10 november 1938 (Reichspogromnacht) schending van de synagoge en verwoesting van het interieur door leden van de S.A. te Bocholt Joodse winkels en woningen worden vernield, mensen bedreigd en geslagen.” (Zie bijdrage Salomon in Bocholt) .
In Nijmegen vond hij werk als slagersknecht bij slagerij Nas Broerdijk 1. Vermoedelijk werd het contact gelegd door Rector Baljon, die verantwoordelijk was voor de geestelijke zorg op het Paedologisch en Orthopedisch Instituut van de Sint Maartenskliniek. Rector Baljon zorgde ook voor een vervalste doopakte.
Mijn vader, slager W.S. Nas, stelde al snel vast dat Salomon meer was dan een slagersknecht. Hij kon hem volledig zelfstandig aan het werk laten. Salomon was zoon en kleinzoon van slagers. Vanwege de oorlog gebruikte Salomon niet zijn eigen naam, we noemden hem Piet. Mijn oudste zus Nel hielp Piet met het aanbrengen van de davidster en het weer onzichtbaar van zijn kleding afhalen. Vanaf een gegeven moment heeft hij de ster afgelaten. Hij hoopte dat hij zo, ook door zijn niet kenmerkend joodse voorkomen, niet zou opvallen.
Tot in 1941 kwam nog familie van Piet bij ons langs. Ik herinner me nog een bezoek van een nicht van zijn moeder. Moeder Jetje Levij woonde in Amsterdam. Het is waarschijnlijk in 1942 geweest dat het droeve nieuws van haar overlijden kwam. Een jaar later volgde een oproep voor haar deportatie. Nadat de slagerij was beklad met de tekst "hier heerst de Engelse ziekte" realiseerde Salomon Jacob zich dat hij moest onderduiken.
Door de week verbleef Piet bij de familie Jansen in hun boerderij aan de Berg en Dalseweg, rechts van de weg naar de St. Maartenskliniek. Vanuit dit adres ging hij iedere dag naar de keuken van de kliniek om Zuster Feliciana te helpen. Doordat de familie Jansen in het weekend familiebezoek ontving, kon Piet daar niet blijven. Daarom verbleef hij van vrijdagavond tot maandagochtend 5 uur bij ons thuis. Dit leverde spannende momenten. Bij onraad moest Piet de bergplaats onder een van de bedden opzoeken. Ondanks de risico’s voor zijn gezin met 7 kinderen vond mijn vader dat hij Piet niet in de steek kon laten. Wij hielden van Piet als van een grote broer, en mijn ouders hielden van hem als van een zeer dierbare vriend.
Vrijdag 4 april 1944 in de ochtend tussen 10 en 11 uur waren wij in de woonkamer en Marietje Jansen was bezig de ramen te lappen in de slagerij. Plotseling kwam Marietje naar achter terwijl ze riep: "ze hebben Piet, ... en de radio" (hij name altijd de radio mee als hij naar de keuken van de Maartenskliniek ging). Wij snelden naar de winkel en zagen Piet lopen tussen twee politieagenten. Onderweg van de familie Jansen naar de st. Maartenskliniek, was hij opgepakt, verraden. Wij waren er kapot van (evenals alle klanten en iedereen uit de buurt). Die volgende dag is hij overgebracht naar kamp Westerbork. Diezelfde dag nog schrijft hij een brief aan mijn vader waarin hij zijn aankomst in het kamp om 14.00 u. beschrijft. Later volgt nog een aantal brieven waarin hij aangeeft te vertrouwen op God en dat de oorlog snel voorbij zal zijn. Hij zit in kampbarak nummer 70 en wordt later verplaatst naar 72 en vervolgens 82. Het nummer van de barak is van belang voor het geval iemand hem iets wil toesturen, zo schrijft hij. Eerst heeft hij vooral behoefte aan zeep, een scheerapparaat en bord en bestek, later vraagt hij om levensmiddelen zoals boter en worst. Het lukt hem om nog een laatste (afscheids-)berichtje uit het kamp bij ons te krijgen. Hij schrijft dat hij zijn "Schicksal" tegemoet gaat. Dit briefje is door mijn vader vanwege het risico dat hij liep zo goed verborgen dat het later niet meer is teruggevonden.
September 1944 is mijn jongste broer geboren. Mijn ouders hebben hem vernoemd naar Piet (als hij een meisje was geweest dan zou hij vernoemd worden naar Piet’s moeder).
Van de heer Frankenhuis, die samen met Salomon Jacob in de kampen had gezeten, krijgt mijn vader te horen dat Salomon Jacob de reis vanuit Auschwitz naar Mauthausen had overleeft.
Na de oorlog is een nicht van Salomon, Vronie Lopes Dias, dochter van zijn zus Sophia Sibilla, nog bij de ons thuis wezen logeren. Zij was de enige van de familie die de oorlog, die haar behoorlijk had getekend, had overleefd. Mijn vader heeft de herinneringen die Piet had achtergelaten aan Vronie laten meegeven.
SluitenGeplaatst door Bas Aalders op 09 januari 2015
Salomon in Bocholt
Geplaatst door Bas Aalders op 08 januari 2015
Familiepagina
Geplaatst door Bas Aalders op 06 januari 2015
Monument
Geplaatst door Bas Aalders op 05 januari 2015