Hendrik Uittien

1898-1944

0

Oorlogsslachtoffer

Is 45 jaar geworden

Geboren op 16-09-1898 in Brummen 

Overleden op 10-08-1944 in Vught 


Beroep

Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

Hendrik Uittien: een zachtmoedige, intelligente botanicus die zijn rug recht hield

Een adres in Arnhem kost 23 verspreiders van de illegale krant Trouw het leven Op 5 augustus 1944 worden 23 verspreiders van de verzetskrant Trouw door de Duitsers ter dood veroordeeld. Het publiceren van een adres in Arnhem wordt deze 23 mannen... Lees meer

Een adres in Arnhem kost 23 verspreiders van de illegale krant Trouw het leven

Op 5 augustus 1944 worden 23 verspreiders van de verzetskrant Trouw door de Duitsers ter dood veroordeeld. Het publiceren van een adres in Arnhem wordt deze 23 mannen fataal. Op 9 en 10 augustus 1944 worden ze in Kamp Vught gefusilleerd. Dat adres, dat bij de bezetter zo gevoelig lag, was de Ernst Casimirlaan 23 in Arnhem (tegenwoordig de Velperweg). Een riante villa waarin de hoogste SS-baas in Nederland, Hanns Rauter met zijn gezin zijn intrek had genomen, kort na de landingen in Normandië. De boot was aan toen Trouw in een rubriekje onder de titel 'U moet weten..' schreef : 'U moet weten dat het gezin van Rauter in een zwaar bewaakt huis, Ernst Casimirlaan 23 te Arnhem, woonachtig is.' De mededeling was er een met een knipoog, bedoeld om de lezer een hart onder de riem te steken. 'De Duitsers geloven er na D-Day niet meer in en vertrekken met hun gezinnen alvast richting Duitsland.'

Rauter kon er niet om lachen en zag de mededeling als een onverholen oproep om hem en zijn gezin te liquideren. Hij stapte naar rijkscommissaris Seyss-Inquart en SS-baas Himmler zelf om harde maatregelen te eisen tegen de medewerkers van Trouw. Rauter kreeg zijn zin en 23 medewerkers die al vast zaten in kamp Vught werden op 5 augustus 1944 ter dood veroordeeld wegens de verspreiding van een 'ophitsend geschrift' en enkele dagen later gefusilleerd. Onder hen waren Henk Uittien uit Brummen, Eef Overeem uit Aalten, Apeldoorner Piet Fleurke en de Harderwijkse broers Herman en Theo Mooij.

Trouw krijgt nog meer klappen te verduren als eind 1944 kamp Vught wordt ontruimd en de gevangenen op transport gaan naar Duitse kampen. Onder die gevangenen zijn op dat moment 12 drukkers van de illegale krant die op 5 augustus nog de dans ontsprongen. De gevangenen wacht een helse tocht langs meerdere Duitse kampen, en slechts twee van hen overleven de oorlog.

HENDRIK UITTIEN wordt geboren in Brummen op 16 september 1898. Hij groeit op in een welgesteld gezin en gaat na het gymnasium A en B in Zutphen in Utrecht geneeskunde studeren. Na één jaar stapt hij over op biologie aan de rijksuniversiteit van Utrecht. Na het behalen van zijn doctoraal wordt hij werkzaam aan het Botanisch Museum van de universiteit en specialiseert hij zich in de plantkunde. Een vriend kenschetst hem na zijn dood als “zachtmoedig, gevoelig, intelligent”. In 1929 behaalt hij, inmiddels leraar aan de Middelbare Koloniale Landbouwschool in Deventer, de doctorsgraad met het proefschrift “Über den Zusammenhang zwischen Blattnervatur und Sprossverzweigung”. Hij woont dan aan het Pothoofd in Deventer. Werkend aan de Deventer landbouwschool blijft Uittien ook wetenschappelijk van zich doen spreken. Op het terrein van de plantkunde publiceert hij artikelen die ook in het buitenland worden opgemerkt. Hij correspondeert met botanici over de hele wereld. Voor het gedenkboek, dat in 1935 verschijnt ter gelegenheid van de 70e verjaardag van de vaderlandse natuurbeschermer Jac. P. Thijsse, verzorgt Uittien het artikel ‘Botaniseren in de kerk’. Daarin beschrijft hij de gebruiken rond de bosplanten (‘kroedwis’ of ‘kroedwusj’) die katholieken op 15 augustus, Maria Hemelvaart, de kerk binnenbrengen en laten wijden. In zeker 30 Limburgse dorpen had hij de precieze samenstelling van de kroedwusj opgetekend. Hij heeft het in zijn mars hoogleraar te worden, maar mist de ambitie. Hij blijft liever leraar aan de Middelbare Koloniale Landbouwschool in Deventer. Hij houdt van het IJssellandschap en de baan betaalt goed en biedt hem ruimte om te schrijven. Intussen geniet hij hoge status als plantkundige en maakt deel uit van een internationale commissie van 20 topwetenschappers.

De Duitse bezetting drukt Uittien zwaar op de schouders. Zijn contacten met collega’s en kennissen die collaberen met de Duitsers bekoelen. In juni 1941 laat hij zijn anti-nazistische gemoed de vrije loop in een toespraak voor hoogleraren en studenten van de Utrechtse rijksuniversiteit. Een universiteit, zo betoogde hij, moet geen bedrijf zijn dat opleidt tot functionarissen die bekwaam zijn in zich omhoog werken maar aan wie de edelste menselijke eigenschappen vreemd zijn geworden: vrijheidszin en verdraagzaamheid’. “Er is behoefte aan individuen, die op het gebied van de geest: ‘niemands meester, niemands knecht’ durven te zijn. De rede leidt tot zijn schorsing als leraar aan de Deventer koloniale landbouwschool, gevolgd door ontslag en een geldboete. Hij zit niet bij de pakken neer en schrijft een boek, zijn stijl is smakelijk en humoristich. Hij helpt met het zoeken van adressen waar onderduikers onderdak vinden. In 1943 wordt hi j verspreider van De Ploeg, een door medische studenten van de Groningse rijksuniversiteit opgericht verzetsblad dat ‘wil opwekken tot bezinning op onze naoorlogse taak’. Ook verspreidt Uittien het illegale blad Trouw, het orthodox-protestantse blad dat begin 1943 is opgericht. Ook zijn oud-collega Bastiaans is betrokken bij de verspreiding. Het blad wordt gedrukt bij Overeem in Deventer: per keer circa 15.000 exemplaren. Overigens geeft Uittien in vergelijking met andere leden van de Trouw-groep een nogal vrijzinnige invulling van het geloof. Mens en natuur zijn daarbij geen geschieden zaken. ’s Winters loopt hij op klompen, ook na spertijd om illegale kranten rond te brengen. Dat is nogal riskant.

Zijn inspanningen voor Trouw worden hem fataal. Eind januari 1944 pakt de SD binnen vierentwintig uur zeven Overijsselse verspreiders op, onder wie Uittien. Hij wordt naar het huis van bewaring in Arnhem afgevoerd, om na een paar dagen naar de SD-Polizeigefängnis in Haaren te worden overgebracht. Daar wordt hij gemarteld. In een brief aan zijn familie vermeldt hij het verlies van een kies, een kroon en twee tanden. Eind juli 1944 wordt Kamp Vught Uittiens derde onderkomen in gevangenschap. Hij verricht hier dwangarbied. Hij wordt er, samen met drieëntwintig medeverspreiders van Trouw, op 5 augustus 1944 ter dood veroordeeld. Vijf dagen later staat Hendrik Uittien voor het vuurpeloton.

Zijn boek “De volksnamen van onze planten” verschijnt postuum.

In 2019 wordt voor zijn woning aan de Dahliastraat in Deventer een struikelsteen geplaatst. In een nieuwbouwwijk van Deventer komt de “Hendrik Uittienstraat”, waarbij hij gememoreerd wordt als plantkundige. Geen woord over zijn daden als verzetsman! (Bron: Trouw 26.11.2021 – Michiel Bussink auteur van biografie “Botanicus in oorlogstijd, leven en werk van Hendrik Uittien, KNNV uitgeverij).

Sluiten
Bron: 75 jaar vrijheid - Nationaal Onderduikmuseum – Kamp Vught - werkgroep struikelstenen Deventer

Geplaatst door Ina Brethouwer op 27 november 2021

Hendrik Uittien staat ook op monument te:

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een verhaal of document toe

Log in om een bijdrage toe te voegen

Conc. kamp Vught

Gedenkboek: 36

Nationaal archief

Bekijk persoonsdossier

Monument

Naam:
Deventer, monument voor Deventers verzet

Plaats:
Deventer

Menu