De tanker Magdala (kapitein J.C. Köhler) vertrekt medio januari 1945 van Reykjavik (IJsland) naar Belfast (Noord-Ierland) in konvooi RU 150. Een zware storm verspreidt het konvooi over een groot gebied. De Magdala komt nooit op haar bestemming aan en het schip en haar bemanning worden als vermist opgegeven, waaronder matroos van Winsen. Hij overleeft een eerdere torpedering van de Merope op 27 april 1943, door de Duitse onderzeeboot U-371. Het is mogelijk dat het schip door slecht weer is vergaan, maar er waren ook een aantal Duitse onderzeeboten in het gebied actief. Daarvan is de U-1051 (Oberleutnant zur See Heinrich von Holleben) in een positie om de Magdala te kunnen aanvallen, maar de onderzeeboot heeft daarvan geen melding gemaakt. Dit heeft mogelijk te maken met de Duitse vrees dat U-boten worden ingepeild tijdens uitzendingen. De U-1051 wordt op 26 januari 1945 zelf tot zinken gebracht in de Ierse Zee door vier Britse fregatten, na aanvallen met dieptebommen en rammen door HMS Aylmer (K463). De volledige onderzeebootbemanning komt bij de aanval om, waardoor over het lot van de Magdala geen duidelijkheid bestaat. Sluiten