Albert Willem IJsseling

Tijdens WOII was in het gebouwencomplex te Ancol het Hoofdkwartier van de Japanse KEMPEITAI, in de havenstad Tandjong Priok gevestigd. Krijgsgevangenen en leden van de Indische verzetsbeweging werden vanuit verschillende gevangenissen, o.a. op Java, door de Japanners hier naartoe overgebracht. Het was de gevangenis van de geëxecuteerden.De Japanners hadden deze afgelegen en ontoegankelijke plaats uitgekozen, omdat bij ANCOL mangrovebossen ter bescherming bij vloed voor de kust lagen, zodat de Japanse Bezetters zeker waren dat er geen getuigen zouden zijn, als de gevangen genomen slachtoffers - na onmenselijke verhoren, slechte voeding en medische verzorging - door hen zouden worden geëxecuteerd. De Japanse bezetters executeerden in Ancol vele honderden mannen en vrouwen van het Indisch Verzet. De slachtoffers werden door de Japanners daarna o.a. in verzamelgraven begraven, teneinde identificatie van de slachtoffers te voorkomen. Een hoogbejaarde en doofstomme Chinese bewaker van een Chinees tempeltje, kon echter na de oorlog belangrijke informatie verstrekken en was in staat de plaatsen aan te wijzen waar de executies hadden plaatsgevonden. Dankzij zijn aanwijzing konden belangrijke plaatsen van de graven en massagraven worden gevonden. Op de plaats waar een cementen zerk had gestaan, werd na de oorlog een houten kruis geplaatst, waarop vermeld staat “ HUN GEEST HEEFT OVERWONNEN, 1942- 1945”.Na de oorlog werden de slachtoffers door de OGS herbegraven. Landstorm Sgt. Inf. KNIL. ALBERT WILLEM IJSSELING ligt nu op het “ Ereveld ANCOL“ eervol begraven in het Verzamelgraf ANCOL, Locatienr. : III 36:37 te Jakarta. Sluiten