Karel Bron werd op 8 juni 1942 gearresteerd door de SD op zijn woonadres in Koudekerke, Zeeland. Hij werd gevangen gezet in het Huis van Bewaring te Middelburg. Op 12 juni 1942 werd hij overgebracht naar de SD gevangenis te Scheveningen (Oranje Hotel) waar gevangen werd gezet in cel 491. Op 17 november 1942 werd hij naar Kamp Haaren gestuurd, waar hij verbleef in cel 52. Hij kwam daar aan met andere leden van de verzetsgroep Van Hattem. Hij bleef in Kamp Haaren tot 12 mei 1943 om te worden overgebracht naar de Kriegswehrmachtgefängnis te Utrecht voor zijn ID-proces. Na in het proces op 24 en 25 mei 1943 in Utrecht veroordeeld te zijn door het Gericht Luftgau Holland Aktenzeich werd Karel Bron op 9 oktober 1943 naar Kamp Amersfoort overgebracht en na 14 dagen op 23 oktober 1943 doorgestuurd naar KL Natzweiler-Struthof waar hij op 26 oktober 1943 zou zijn aangekomen. Hier werd hij geregistreerd onder nummer 5629 en hij overleed er op 10 mei 1944 's morgens om 6:10 uur.

In de Kriegswehrmachtgefängnis te Utrecht heeft Karel Bron enige tijd een baan gehad als bibliothecaris.

In Natzweiler-Struthof heeft Karel Bron eerst in de Strassenbau gewerkt (grondwerk met kruiwagens) en is hij na een Schonung-periode te werk gesteld in de Weberei. Daarna heeft hij korte tijd in de Steinbruch gewerkt, om daarna in de Nachtschicht van de Weberei te gaan werken. Die laatste periode was zijn minst slechte tijd in Natzweiler-Struthof, omdat de nachtploeg maar 1 appèl had plus een extra maaltijd. Overdag werd er dan geslapen. Karel Bron zat er samen met mannen als Wiardi Beckman, Krediet en Bommezijn (rechter van het Hooggerechtshof te 's Gravenhage). Nadat de nachtploeg was opgeheven kwam hij in de Stubendienst. Hier is hij ziek geworden en overgebracht naar het hospitaal en is daar na korte tijd overleden.