Reijer Abraham Grisnigt
1923-2019
Slachtoffer van de oorlog
Is 95 jaar geworden
Geboren op 26-01-1923 in Rotterdam
Overleden op 11-01-2019 in Bergen op Zoom
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Herdenking slachtoffers concentratiekamp Ravensbrück op 19 april 2009 bij het monument Vrouwenconcentratie Kamp Ravensbrück op het Museumplein te Amsterdam
Bram Grisnigt heeft zich, samen met Boy Idema (beide op onderstaande foto), hard gemaakt voor het ook herdenken van de mannen en jongens die in het mannenconcentratiekamp Ravensbrück omkwamen. De tekst op het momument is in 2002 aangepast.
...
Lees meer
Bram Grisnigt heeft zich, samen met Boy Idema (beide op onderstaande foto), hard gemaakt voor het ook herdenken van de mannen en jongens die in het mannenconcentratiekamp Ravensbrück omkwamen. De tekst op het momument is in 2002 aangepast.
SluitenBron: persoonlijk archief Bram Grisnigt
Geplaatst door Bob Coret op 28 maart 2019
Interview Nederlandse MI6 agent
Bram Grisnigt (1923-2019).
Bron: https://nos.nl/l/2251313
Geplaatst door Constant Mak op 20 september 2018
Bram Grisnigt & Ann Stone
Nadat mijn kameraad Piet Hoekman was gesneuveld, heb ik zijn toestel overgenomen. Ik kon toen via twee seintoestellen werken, één in Amsterdam en één in Zeist. Op 2 februari 1944 's ochtends werd mijn zender in Amsterdam uitgepeild door de...
Lees meer
Nadat mijn kameraad Piet Hoekman was gesneuveld, heb ik zijn toestel overgenomen. Ik kon toen via twee seintoestellen werken, één in Amsterdam en één in Zeist. Op 2 februari 1944 's ochtends werd mijn zender in Amsterdam uitgepeild door de Duitsers. Tijdens het seinen vanaf een zolderkamer aan de Prinsengracht werd ik overvallen door de Sicherheitsdienst (SD). Ik probeerde nog te vluchten, maar het huis zat vol met Duitsers. Zoals te verwachten sloegen ze me flink in elkaar. Als gevangene werd ik afgevoerd naar de Euterpestraat (tegenwoordig Gerrit van der Veenstraat) in Amsterdam en achtereenvolgens naar de gevangenissen in Scheveningen, Haaren en Vught. In Kamp Vught (KZ. Herzogenbusch) zaten we met vier geheim agenten opgesloten in een cel in de 'bunker'. Eén van ons, Harm Steen, werd uit de cel gehaald en is gefusilleerd. Bij het naderen van de geallieerde troepen begin september 1944 werd kamp Vught ontruimd en de gevangenen werden naar concentratiekampen in Duitsland afgevoerd. In tegenstelling tot mijn medegevangenen zag ik dit niet als een verslechtering, maar als een kans om te overleven. Als ik langer in Vught was gebleven, wachtte mij eenzelfde lot als mijn celgenoot.Een teken van leven
Tijdens het evacuatietransport uit kamp Vught op 6 september 1944 naar Sachsenhausen heb ik nog een briefje in potlood geschreven en in de buurt van de Nederlands-Duitse grens uit een kier in de wagon naar buiten gegooid. Het briefje werd gevonden en is op het adres van mijn pleegouders bezorgd. Dit teken van leven heb ik nog:
‘Landgenoot! Wilt u zo goed zijn, dit briefje aan onderstaand adres te sturen. Wij maken het allen goed en zijn op transport naar Duitsland. Keep Smiling.
Adres Wisman-Krullelaan-Zeist. Afz: BR’Ravensbrück
Via de kampen KZ Sachsenhausen, KZNeuengamme, naar een buitenkamp (Aussenkommando) bij Aurich, terug naar Neuengamme, over Braunschweig kwam ik in het KZ Ravensbrück terecht. Dit laatste kamp was het slechtste kamp dat ik heb meegemaakt. Onze voormannen waren beroepsmisdadigers die ons nog slechter behandelden dan de SS. Met drie man deelden we één stapelbed. Zodra het licht werd, joegen de bewakers ons uit de barakken. Je hebt veel overlevingsdrang, steun van je medegevangenen en geluk nodig om te kunnen overleven. Wegens het oprukken van het Rode Leger besloot de SS op 27 en 28 april 1945 het kamp te ontruimen. Bij deze beruchte dodenmarsen stierven degenen die niet meer mee konden komen door uitputting of werden langs de kant van de weg doodgeschoten.Ontsnapt
Tijdens de mars zag ik kans in de avondschemering te ontsnappen. Na toestemming te mogen ‘Scheissen’, kroop ik vanachter de struik steeds verder naar achteren, weg van de mars. Midden in een bos ging ik op de grond liggen en voelde geen kou. Ik keek naar de schitterende sterrenhemel en voelde mij als vrij man intens gelukkig. Dit is één van de mooiste momenten uit mijn leven. De volgende ochtend ben ik teruggelopen naar het kamp, want ik dacht; àls er hulp komt, dan komt het daar. Naast de toegangspoort met het opschrift ‘Arbeit macht frei’ zag ik een enorme stapel naakte magere lichamen van dode gevangenen. Minutenlang keek ik ernaar. Dit beeld staat voor altijd in mijn geheugen gegrift als teken van Nazi-Duitsland. In de mannenbarak trof ik tussen de zieken nog zeven apathische Nederlandse gevangenen aan. De Duitsers waren weg en de Russen in aantocht. Wie kon deze doodzieke mannen helpen? De eerste hulp kwam van vrouwen uit het aangrenzende vrouwenkamp. Hoewel ze het zelf al zo moeilijk hadden, kwamen ze ons toch verzorgen. Het was alsof ik engelen zag. Op 30 april 1945 werd het kamp door het Sovjetleger bevrijd. In de weken na de bevrijding stierven er nog talloze zieken. Als militair kon ik via het intergeallieerde krijgsgevangenenkamp Neubrandenburg tamelijk vlug naar Nederland terugkeren.Engeland
Eenmaal terug in Nederland kon ik er niet aarden. Ik wilde zo ver mogelijk weg van alle herinneringen aan de oorlog. Mijn besluit om niet in Nederland te blijven was niet moeilijk. Ik had te veel meegemaakt en vond de sfeer in Nederland te beklemmend. Als eerste zocht ik mijn vriendin Ann Stone op in Londen en wilde met haar trouwen. Zonder haar steun had ik niet verder gekund. Op 21 juli 1945 zijn wij getrouwd, één van onze getuigen was BI agent Henk Letteboer. Ann en ik hebben elkaar voor het eerst in de trein van West Dulwich naar Londen ontmoet. De BI agenten woonden in West Dulwich in Huize Anna en gingen iedere dag voor hun opleiding met de trein naar Londen. In dezelfde trein gingen ook veel Engelse mannen en vrouwen (waaronder Ann) voor hun werk naar Londen. Ann werkte bij een verzekeringsmaatschappij (The Prudential) en was leerling op het conservatorium. Mijn oorlogsmakker, geheim agent Henk Letteboer, had een neef die in Londen bij de Shell werkte. Hij regelde een afspraak voor ons met de hoogste baas. Die man zei: “Zulke jongens als jullie kunnen we altijd gebruiken!” Ik nam zijn voorstel aan en verhuisde met Ann in september 1945 naar Curaçao en ben ik in dienst getreden bij de Curaçaose Petroleum Industrie Maatschappij (CPIM). Na 18 jaar Curaçao volgde overplaatsingen naar Venezuela, Engeland en uiteindelijk Pernis bij Rotterdam. Voor de Shell heb ik veel gereisd. Mijn jongensdromen zijn - ondanks alles - toch uitgekomen. Na bijna twintig jaar keerde ik met Ann terug naar Nederland, waar we nu op een rustige plek in Brabant wonen.Vrijheid
Ann en ik proberen elk jaar de herdenkingen bij het monument ‘Vrouwen van Ravensbrück’ op het Museumplein bij te wonen. Vrijwel geen van de sprekers was op de hoogte van het feit dat Ravensbrück evengoed een mannenkamp was. Omdat dit mij stoorde, heb ik het Comité Vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück benaderd en er is nu ook een tekst aangebracht ter nagedachtenis van de omgekomen mannen.Pinpoint Monument Beugen
Op 29 november 2003 werd op de plaats van onze dropping het Pinpoint-monument in Beugen onthuld voor de honderdtachtig boven Nederland gedropte geheim agenten, vijfennegentig agenten zijn omgekomen. Graag had ik daar met mijn goede vriend en strijdmakker Piet Hoekman willen staan. Ik betreur het dat onze vrijheid in Nederland als te vanzelfsprekend wordt beschouwd. Mensen hebben er geen idee van hoe duur onze vrijheid is bevochten. Dappere mannen en vrouwen riskeerden arrestatie, de doodstraf en stierven in gevangenissen en concentratiekampen, ver weg van huis.
Sluiten
Bron: Tekst o.a. uit interview: Ellen Lock
Geplaatst door Stichting WO2 Sporen JvZ op 20 januari 2018