Johan Huizinga

Johan Huizinga werd geboren in 1872 in de stad Groningen waar zijn vader Dirk hoogleraar was. Zijn moeder Jacoba Tonkens stierf toen Johan twee jaar was. Huizinga kwam uit een doopsgezind predikantengeslacht, oorspronkelijk bewoners van een landhoeve, op de plaats van een voormalig steenhuis: de heerd Melkema te Huizinge (Gr). Johan Huizinga studeerde in Groningen van 1891 tot 1895 Nederlands en Oosterse talen en letteren aan de universiteit, linguïstiek te Leipzig (1895-1896) en promoveerde in 1897 te Groningen op een proefschrift over De Vidûsaka in het Indisch toneel. Van 1897 tot 1905 was hij leraar te Haarlem en Amsterdam. In 1902 trad Johan Huizinga in het huwelijk met Jonkvrouwe Mary Vincentia Schorer. Zij krijgen vijf kinderen. In 1905 werd hij hoogleraar geschiedenis in Groningen en in 1915 hoogleraar algemene geschiedenis en politische aardrijkskunde te Leiden. Naast hoogleraar was Huizinga ook redacteur van het algemeen cultureel maandblad De Gids, voorzitter van de afdeling Letterkunde van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen en voorzitter van de Commissie voor Advies inzake de Rijksmusea.In 1914 overlijdt zijn echtgenote aan een hersentumor. Johan Huizinga blijft alleen achter met de kinderen en verlaat Groningen. In het najaar werd hij benoemd tot hoogleraar algemene geschiedenis en historische geografie in Leiden. Daar maakt hij zijn boek ‘Herfsttij der Middeleeuwen’ af en wordt wereldberoemd.Op 64-jarige leeftijd trouwde Johan Huizinga met Auguste Alwine Carline Maria Schölvink. Zij kregen een dochter. Als hoogleraar bleef hij in functie tot de Duitse bezetter de Leidse universiteit in 1941 sloot. Van augustus tot oktober 1942 werd hij als gijzelaar vastgehouden in Sint-Michielsgestel. Voor de oorlog had hij stelling genomen tegen de ontwikkelingen in Duitsland en had bij herhaling gewaarschuwd tegen de nationaal-socialistische ideologie, in het bijzonder tegen hun beknotting van de vrijheid van de geschiedschrijving.Op 1 februari 1945 overleed Johan Huizinga, na een kort ziekbed, op 72-jarige leeftijd in De Steeg, gemeente Rheden. Zijn literaire nalatenschap en archief zijn ondergebracht op de Universiteit Leiden. Hij ligt begraven in Oegstgeest, bij het Groene Kerkje.Sinds 1972 wordt jaarlijks de Huizingalezing georganiseerd door de Faculteit der Geesteswetenschappen van de Universiteit Leiden, de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde. De lezing gaat over een cultuurhistorisch of cultuurfilosofisch onderwerp en is genoemd naar historicus en cultuurfilosoof Johan Huizinga. Sluiten