Aart Wouter van Dam

Aart Wouter van Dam werd als krijgsgevangene nummer 97501 tewerktgesteld bij het Arbeitskommando van de ijzergieterij van FSI in Gittersee/Freital. Dit Arbeitskommando werd rond 14 april 1945 ontruimd vanwege het oprukkende Rode Leger en de krijgsgevangenen werden in zuidelijke richting over Dippoldiswalde geëvacueerd naar Schönfeld (Ertsgebergte), waar ze op 15 april aankwamen.

In Schönfeld moesten ze stellingen aanleggen die het oprukkende Rode Leger moesten vertragen. In Schönfeld zou een opstand zijn uitgebroken, waarbij Aart Wouter van Dam door een SS-er op 9 mei 1945 in zijn buik of bil (er zijn meerdere lezingen) werd geschoten. Er is ook een verklaring van soldaat van Karel Palm, waaruit blijkt dat het Van Dam door een verdwaalde kogel werd getroffen, tijdens de reddingspoging van een kind.

Van Dam is door korporaal De Ron naar het nabijgelegen Frauenstein (in het Ertsgebergte) vervoerd. NB. dit is een afstand van hemelsbreed 8 km. Uit de verklaring van De Ron kan worden opgemaakt dat hij niet weet hoe of waaraan Van Dam precies is gestorven.

Het locatie van het graf van Aart Wouter van Dam was tot voor kort (mei 2021) niet bekend, tot in het archief Arolsen onderstaand document werd teruggevonden. Hij is begraven op de nieuwe begraafplaats (het nieuwe deel van de begraafplaats) van Frauenstein, onderste muur, graf 10.