Karel Willem Frederik Marie Doorman, werd op 23 April 1889 te Utrecht geboren. Op 3 september 1906 werd hij als Adelborst 3e klasse geplaatst aan het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) te Willemsoord. Na een vierjarige - z.g. oude -...
Lees meer
Karel Willem Frederik Marie Doorman, werd op 23 April 1889 te Utrecht geboren. Op 3 september 1906 werd hij als Adelborst 3e klasse geplaatst aan het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) te Willemsoord. Na een vierjarige - z.g. oude - opleiding, werd hij tot zee-officier beëedigd en bevorderd tot Adelborst der 1e klasse met ingang van 24 augustus 1910. Zijn oudste-jaarskruisreis, als adelborst 2e klasse maakte Karel Doorman met Hr.Ms. Friesland naar den Atlantische Oceaan van 16 April-30 Juni 1910. Op 15 november vertrok Doorman met Hr.Ms. Tromp, onder bevel van den ktz. E. de Haan naar Oost-Indië, diende daar tot einde 1911 op het Eskader, werd daarna geplaatst bij het hydrografisch opnemingsvaartuig Hr.Ms. Lombok en nam deel aan het in kaart brengen van de Westkust van Nieuw-Guinea. In 1912 vertrok Doorman naar Nederland, waar hij op 24 augustus 1912 werd bevorderd tot ltz. 2e klasse en geplaatst aan boord van Hr.Ms. Noord Brabant, met welk schip onder andere de bekende reis naar Albanië gemaakt werd om het stoffelijk overschot af te halen van den aldaar gesneuvelden overste Thomson (18 Juni tot 14 Juli 1914). In 1914 werd de ltz. K. Doorman gedetacheerd bij de luchtvaartafdeeling te Soesterberg, om aldaar opgeleid te worden tot vlieger voor den nog op te richten marineluchtvaartdienst. Hij ontving de eerste vlieglessen van den luit. F. van Heyst en behaalde op 30 october 1915 zijn F.A.I.-vliegbrevet. Op 18 augustus 1917 werd Doorman belast met het commando van het eerste in Nederland gebouwde marinevliegkamp De Mok op Texel. Door zijn groote liefde voor de aviatiek en sportieve opvattingen, zijn groote bekwaamheid en goede kameraadschap was hij algemeen geacht en bemind. Op 1 Nov. 1920 werd hij bevorderd tot luit. ter zee der 1e klasse. Aan het einde van 1921 verliet Doorman de marineluchtvaartdienst om tot 1923 geplaatst te worden bij de Marine Hoogere Krijgsschool in Den Haag. Van hier volgde zijn tweede uitzending naar Indië, waar hij tot en met 1926 geplaatst werd bij de marinestaf te Batavia en in 1927 aan boord geplaatst werd van Hr.Ms. De Zeven Provinciën als officier van Artillerie. Van 1928 tot en met 1932 was Doorman geplaatst bij de Marinestaf te Den Haag, waarna hij voor de derde maal naar Oost-Indië vertrok en daar geplaatst werd als commandant van de Groep torpedobootjagers Evertsen en Piet Hein en 1 februari 1933 zijn benoeming volgde tot kapt. luit. ter zee. Genoemde Groep I torpedobootjagers Evertsen en Piet Hein vertrok op 13 Januari 1934 van Sabang naar Nederland en viel daar op 2 Maart. 1934 den Nieuwen Waterweg binnen. Op 1 Aug. 1934 werd overste Doorman geplaatst als chef van den Marinestaf aan het commandement der Marine te Willemsoord tot 1937. Zijn bevordering tot kapitein ter zee volgde op 6 Sept. 1937, waarna kolonel Doorman voor de vierde maal naar Oost-Indië vertrok en aldaar belast werd met het commando over Hr.Ms. kruiser Sumatra. Van 1938 tot 1939 was Doorman belast met het commando van de marineluchtvaartdienst in Nederlands-Indië en op 27 April 1940 werd hij bevorderd tot schout bij nacht en benoemd tot Eskadercommandant in Ned. Indië. Op 1 Februari 1942, na een conferentie tusschen de Nederlandsche en Amerikaansche maritieme bevelhebbers, werd schout-bij-nacht K.W.F.M. Doorman het tactische bevel opgedragen van het geallieerde eskader, de Combined Striking Force en voerde Doorman zijn vlag aan boord van Hr.Ms. kruiser De Ruyter. Deze Combined Striking Force bestond uit Nederlandsche, Amerikaansche, Britsche en Australische kruisers en torpedobootjagers. De laatste tocht van dit eskader werd ondernomen op 27 Febr. 1942 tegen de Japansche invasievloot voor Java. Stuk voor stuk werd eenheden uit dit geallieerde eskader weggeschoten, doch, hoewel ook de Japansche invasievloot verliezen leed, streed Doorman tegen een geweldigen overmacht. Om kwart over elf uur in den avond, nadat de schepen den geheelen dag in den strijd waren geweest, werden Hr.Ms. De Ruyter en Hr.Ms. Java gelijktijdig door torpedo's getroffen. Met bijna alle opvarenden van beide schepen sneuvelde schout-bij-nacht K.W.F.M. Doorman in dezen zeeslag in de Javazee op 27 februari 1942 op 53-jarige leeftijd. Schout-bij-nacht K. Doorman was officier der Orde van Oranje Nassau en drager van het eereteeken XXV voor langdurigen dienst als officier. Na zijn dood werd hem posthuum de Militaire Willemsorde verleend.Bij K.B. van 5 juni 1942, No. 9, in het register van Ridders der 3e klasse der Militaire Willems-Orde ingeschreven wegens: 1e. "Het onder zijne bevelen staande geallieerd Eskader op 27 Februari 1942 in de Java-Zee op bekwame en stoutmoedige wijze inzetten tegen een vijandelijke overmacht, welke tenslotte tot wijken werd gebracht daarbij met zijn vlaggeschip, Onzen kruiser de Ruyter, een uitstekend voorbeeld gevende.
2e. Het gedurende de hierop volgende nachtactie van 27 op 28 Februari 1942 herhaaldelijk trachten door de sterke vijandelijke opstelling heen te breken, teneinde de transportvloot, welke Java bedreigde, aan te vallen, in welken strijd de beide Nederlandsche kruisers op eervolle wijze zijn ondergegaan.
Sluiten