Harm Hendrik Gerssen

1912-1944

0

Oorlogsslachtoffer

Is 31 jaar geworden

Geboren op 06-04-1912 in Urk 

Overleden op 23-02-1944 in Overveen, duinen 



Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

B-17G-10-DL Flying Fortress (# 42-37751)

Bron: NOP in oorlogstijd

Geplaatst door Rietta Julémont-Gerssen op 27 mei 2023

Overval distributiekantoor Oegstgeest

Het distributiekantoor in Oegstgeest overvallen om onderduikers van bonnen te voorzien. Vermelding Harm Hendrik Gerssen in Deel 5 pagina 114Historische vereniging Oegstgeest Lees meer

Het distributiekantoor in Oegstgeest overvallen om onderduikers van bonnen te voorzien.

Vermelding Harm Hendrik Gerssen in Deel 5 pagina 114Historische vereniging Oegstgeest

Sluiten
Bron: Historische vereniging Oegstgeest

Geplaatst door Rietta Julémont-Gerssen op 27 mei 2023

IMG 7157

De verzetsgroep gezien vanuit een ander perspectief

Verzetsgroep Veenendaal en Koog-Bloemwijk De verzetsgroep Koog-Bloemwijk waar Harm Hendrik Gerssen mee werkte werkte samen met een verzetsgroep in Veenendaal. De verzetsmensen die zijn gefusilleerd zijn uit beide groepen. Dit artikel eindigt met... Lees meer

Verzetsgroep Veenendaal en Koog-Bloemwijk De verzetsgroep Koog-Bloemwijk waar Harm Hendrik Gerssen mee werkte werkte samen met een verzetsgroep in Veenendaal. De verzetsmensen die zijn gefusilleerd zijn uit beide groepen. Dit artikel eindigt met een stukje uit de krant van 23 februari waarin de doodvonnissen worden vermeld en een verwijzing naar het oorlogsmonument in Koog aan de Zaan.

Sluiten
Bron: Oorlogsslachtoffers west Betuwe Met dank aan Peter Yska uit Ermelo en SVF-leden, m.n. Ludmilla van Santen

Geplaatst door Rietta Julémont-Gerssen op 07 mei 2023

IMG 7050

verzetsgroep Koog-Bloemwijk

Een verhaal over de verzetsgroep waar Harm Hendrik Gerssen deel van uitmaakte

Bron: Mei tot Mei - verhalen over de Tweede Wereldoorlog in de Zaanstreek

Geplaatst door Rietta Julémont-Gerssen op 07 mei 2023

IMG 7046

toestel B-17G-10-DL Flying Fortress (# 42-37751)

Het verhaal van een Amerikaanse bemanning die neerstortte in de NoordOostPolder

Harm Hendrik Gerssen wordt genoemd onder de kop ‘van Urk naar Enkhuizen’ en ‘ Kevils ontsnapping’

Bron: Hans Hollestelle / NOP in oorlogstijd

Geplaatst door Rietta Julémont-Gerssen op 07 mei 2023

IMG 7044

Aangifte overlijden in 1945

Hij werd thuis opgepakt op 22 februari. In de gemeente werd geen overlijdensbericht uitgegeven. Deze melding kwam pas in 1945

Bron: Noord-Hollands Archief te Haarlem, BS Overlijden Bloemendaal / Bloemendaal, 28 november 1945, aktenummer 266 En Noord-Hollands Archief Noord-Hollands Archief te Haarlem, BS Overlijden Koog aan de Zaan, 30 november 1945, aktenummer 81

Geplaatst door Rietta Julémont-Gerssen op 07 mei 2023

IMG 7039
IMG 7043IMG 7038

Erelijst der gevallenen

Hij is vermeld in de Erelijst der gevallenen

Bron: Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal te Den Haag, Erelijst Erelijst van gevallenen 1940 - 1945, Den Haag, folio 487

Geplaatst door Rietta Julémont-Gerssen op 07 mei 2023

IMG 7035

Lijst van Nederlandse helpers aan de geallieerden

Zijn naam is te vinden onderaan pagina G3 en dan nogmaals als ‘Herman Gerssen’ met hetzelfde adres, op pagina G4. Daartussen staat de naam van zijn broer Johannes Gerssen die twee jaar ouder was dan zijn broer Harm. De link naar de lijst: hulp... Lees meer

Zijn naam is te vinden onderaan pagina G3 en dan nogmaals als ‘Herman Gerssen’ met hetzelfde adres, op pagina G4. Daartussen staat de naam van zijn broer Johannes Gerssen die twee jaar ouder was dan zijn broer Harm.

De link naar de lijst:

hulp met ontsnappen naar geallieerd gebied door Nederland

Klik je op ‘home’ dan kun je meer lezen het is zeker de moeite waard.

Sluiten
Bron: Bruce Bollinger

Geplaatst door Rietta Julémont-Gerssen op 07 mei 2023

IMG 7042
IMG 7049IMG 7048

Oorlogsmonument Koog aan de Zaan

Zijn naam is vermeld op het oorlogsmonument te Koog aan de Zaan

Bron: Oorlogsmonumenten

Geplaatst door Rietta Julémont-Gerssen op 07 mei 2023

IMG 7037
IMG 7036

Woody Boeing B-17G, 42-39856, Wacky Woody

In de ochtend van 8 april 1944 steeg de Boeing B-17G-VE Flying Fortress met serienummer 42-39856 en radiocode AW-G op van RAF basis Snetterton Heath (Norfolk, Engeland), de thuisbasis van de 96BG/337BS, 3rd Bomb Division van de 8th Air Force voor... Lees meer

In de ochtend van 8 april 1944 steeg de Boeing B-17G-VE Flying Fortress met serienummer 42-39856 en radiocode AW-G op van RAF basis Snetterton Heath (Norfolk, Engeland), de thuisbasis van de 96BG/337BS, 3rd Bomb Division van de 8th Air Force voor een missie naar Rheine, net over de Duitse grens. Het toestel met staart code Square S werd gevlogen door piloot 2nd Lt. Russell H. Gecks. Square S was een markering op het kielvlak van de staart. Dit vierkant gaf aan dat het toestel tot de 3rd bomb Division behoorde, de letter W gaf de Bomb Group aan, in dit geval 96th BG. De bemanning bestond naast piloot Gecks uit co-piloot 2nd Lt. Frank M. Deason, radiotelegrafist T/Sgt. Clifton E. Hanley, topkoepelschutter T/Sgt. Richard Emerson Denny, navigator 2nd Lt. Pete V. Lovero, bommenrichter S/Sgt. Leland F. Welch, buikkoepelschutter S/Sgt. Leon H. Radermacher, rechter zijluikschutter (stuurboordschutter) S/Sgt. Peter Edward Miskinis, linker zijluikschutter (bakboordschutter) S/Sgt. Howard F. Jones en staartschutter S/Sgt. Sam A. Polito. De bijnaam van de B-17 was 'Wacky Woody' wat zoiets als 'gekke specht' betekent.

Boven het doelwit vliegveld Rheine Hopsten, kreeg de vier motorige bommenwerper op ca. 6300 m hoogte te maken met hevig luchtafweer (Flak). De linker binnenmotor viel uit, de propeller sloeg op hol en vloog eraf. Vervolgens viel de linker buitenmotor uit. Een B-17 kan op twee motoren geen hoogte houden. In de buurt van Salzbergen verzond de bemanning een noodsignaal. Ze vlogen terug naar het IJsselmeer. Op 3000 m boven de Noordoostpolder gaf de piloot opdracht het toestel te verlaten. De Wacky Woody explodeerde in de lucht en stortte om 14.00 uur brandend neer op kavel NM44 in de Noordoostpolder. Ook op kavel NG69 kwamen delen van het wrak terecht. De gesprongen bemanningsleden landden veilig in de de buurt van Urk. Lovero, Weich, Radermacher, Jones en Polito werden door Duitse militairen van de luchtwachtpost Urk opgepakt. Zij hebben tot het einde van de oorlog in krijgsgevangenschap gezeten (POW). Gecks, Deason, Denny, Hanley en Miskinis wisten aan gevangenschap te ontkomen (EVD). De bemanningsleden hadden opdracht gekregen, indien zij in bezet gebied neerkwamen, te proberen naar Engeland terug te keren. Hiertoe ontstond in bezet gebied de zogenaamde pilotenlijnen, die de geallieerde vliegers via georganiseerde ontsnappingslijnen naar neutraal Zwitserland of Spanje hielpen te komen. Bij de ontsnappingsroutes waren vaak tientallen helpers betrokken.

Het aannemersbedrijf van Kingma speelde een sleutelrol in de pilotenhulp in de Noordoostpolder. Het bedrijf bouwde in opdracht van de Directie Wieringermeer boerderijen en woningen in de polder. De hoofdvestiging van het bedrijf stond in Leeuwarden met een timmerfabriek onder leiding van Harm Kingma. Daar kwamen de draden samen van de Friese Knokploeg (KP) onderleiding van de kopstukken Krijn van der Helm en diens opvolger Pieter Oberman. De broer van Harm, Marten Kingma vestigde zich in 1942 in Vollenhove. Naast het bedrijf woonden hoofduitvoerder Jacob (Jaap) Muller en zijn vrouw Grietje, de zuster van Marten en Harm Kingma. Een paar jaar voor hun huwelijk begon Jacob Muller als uitvoerder in het aannemersbedrijf van de Kingma’s. Toen de Duitsers in 1940 Nederland binnenvielen, was hij al 3 jaar directeur en medeaandeelhouder. Meindert Heidema en Klaas Bijlsma waren als chauffeurs in dienst bij het aannemersbedrijf. Ook zoon Frank Kingma vervoerde, aanvankelijk zonder rijbewijs, tal van geallieerde vliegers. Het bedrijf beschikte over drie personenauto's en twee vrachtwagens die in de grijze kleur van de Wehrmacht gespoten waren. Aan de voorzijde van de auto's werd vaak het bordje NOPolder geplaatst waarmee het aannemersbedrijf recht had over de polderwegen te rijden. In de polder zelf woonden de uitvoerders Klaas Damstra en Piet Sandra. Zij kenden de boeren en kampbeheerders die betrouwbaar waren. Op deze manier kon de hulp aan bemanningsleden van geallieerde toestellen georganiseerd worden. De weg naar het oude land voerde altijd langs Duitse controleposten. Soms duurde het dagen of zelfs weken voordat men de omstandigheden gunstig genoeg oordeelde om de vliegers de polder uit te krijgen. Dan werden de vliegers naar een boerderij of kamp gebracht in afwachting van hun vertrek uit de polder. In Vollenhove werden de vliegers vooral ondergebracht bij Marten Kingma, Jacob Muller, Kingma's notaris mr. Jan Jacob Jelte van Kluyve of bij Evert van der Linde, kassier van de Boerenleenbank in de Moespot. Vanuit Vollenhove werden ze onder het mom van lifters verder geholpen naar Meppel. Eén van de chauffeurs kreeg van Kingma opdracht een vrachtje naar Meppel te rijden. Onderweg stonden dan een paar mensen langs de kant van de weg die meegenomen moesten worden. Bron: Veerkracht en Volharding.

Piloot Russell H. Gecks en zijn bemanningsleden Frank M. Deason, Richard Emerson Denny en Clifton E. Hanley zijn door de groep Vollehove uit de polder geholpen. De nacht van 8 op 9 april sliepen ze in een verlaten huis en werden de volgende ochtend door twee mannen van het verzet naar kamp Espelerbocht gebracht waar ze te eten kregen. Vervolgens zijn ze op de fiets naar Marknesse gereden waar ze burgerkleding kregen. Vandaar werden ze naar Vollenhove gebracht waar ze tot 13 april verbleven. Er werd een foto van ze gemaakt en ze kregen een vals persoonsbewijs. Gecks en Deason werden op de zolder bij Kingma onder gebracht, de andere twee in een safe-house in de buurt. De geallieerde bemanningsleden die in het grote woonhuis van Kingma overnachtten, werden op een slaapkamertje boven in het huis of op de zolder van de timmerwerkplaats verborgen omdat de jongste dochter van het gezin niet mocht weten wat haar ouders voor gasten in huis hadden. Vanuit Vollenhove zijn de vier met een auto van het bouwbedrijf naar Meppel vervoerd waar ze werden overgedragen aan de Nederlandse verzetsstrijder Peter Jan van den Hurk van de Meppeler KP, die ze vervolgens in een overvolle trein naar Zwolle bracht. Op 20 april bracht Van den Hurk hen naar Midden Limburg waar ze 3 dagen op een boerderij in Linne onderdoken voor ze naar Maastricht werden gebracht. Om infiltratie van de pilotenlijn door de Duitsers tegen te gaan moesten de gegevens van de bemanningsleden gecontroleerd worden. Dat gebeurde aan de hand van een lijst met vragen over de identiteit en militaire gegevens die uitgebreid konden worden met vragen die normaliter alleen door een inwoner van het geallieerde land konden worden beantwoord. Maar er werden ook vragen gesteld zoals wie z'n naaste buren in z'n woonplaats waren en hoe de naam van z'n moeder was. De verkregen gegevens werden naar Londen verzonden ter verificatie. Nadat hun identiteit gecontroleerd was werden Gecks, Deason, Denny en Hanley door de Sint Pietersberg naar België geleid. Op 1 mei gingen ze in Maastricht de berg in, en kwamen er in Petit-Lanaye op Belgisch grondgebied weer uit. Daar werden ze van elkaar gescheiden. Allen hebben in de buurt van Luik de bevrijding afgewacht.

De 21-jarige Peter E. Miskinis landde op het stenen talud van de dijk van de Noordoostpolder, ongeveer drie kilometer ten noorden van Urk. Hij kwam nogal hard neer en bezeerde zijn benen. Toen hij om zich heen keek om de omgeving nader op te nemen, zag hij twee mannen op de dijk fietsen. Met een gebaar gaven zij hem te kennen dat hij zich moest verbergen. Na zijn parachute verstopt te hebben, verschool hij zich in het hoge riet. Tegen de avond kwamen de mannen terug en brachten Miskinis te voet naar Urk. Daar werd hij bij Pieter Hakvoort gebracht. Bij de familie Hakvoort verbleef Peter twee dagen. Op de avond van 10 april, tweede paasdag, werd hij ondergebracht bij Piet Brouwer die samen met zijn vrouw Nellie een zaak in kruidenierswaren en galanterieën dreef. Drie weken bleef Peter Miskinis bij het echtpaar. Hij was alleen en viel niet op. Aangezien er niet naar hem gezocht werd, hield hij zich niet nadrukkelijk verstopt. Hij nam normaal deel aan het gezinsleven van de Brouwer's. Een enkele keer maakte hij 's avonds, gekleed in een overjas en met een alpinopet van Piet Brouwer op, een wandeling. Om veiligheidsredenen werd echter besloten dat Miskinis naar een andere plaats gebracht zou worden. Urk vormde nu eenmaal een kleine gemeenschap met te beperkte mogelijkheden om een onderduiker van dit kaliber langer een schuilplaats te verschaffen. Via de in Zaandam wonende oud Urker Harm Gerssen, zwager van Harm Kramer, was er regelmatig contact met Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers (LO), waarin enkele Zaankanters leidende posities bekleedden. Miskinis zou overgebracht worden naar de Zaanstreek. De nacht van zijn vertrek werd door Cees Koffeman, die op het gemeentehuis werkte, een vervalst persoonsbewijs op naam van Jacob Pothoven gemaakt.

Harm Kramer bracht Miskinis, samen met zijn vriend Lub Hoekman, op 4 mei 1944 weg. Om half zes in de ochtend voer de sleepboot Albert I van de fa. Hoekman de haven van Urk uit. In het schip was een onderduikgelegenheid gebouwd, zodat men bij een eventuele aanhouding kon wegkruipen. Het was nog donker en bovendien vrij mistig. Peter Miskinis bevond zich bij Harm Kramer in de stuurhut. Zwijgend rookten de mannen een sigaret. Van een conversatie kwam niet veel terecht. Wel probeerde de schipper zijn passagier althans twee woorden Nederlands te leren, namelijk zijn valse naam Jacob Pothoven. Als hij die redelijk kon uitspreken, moest zijn Amerikaanse accent doorgaan voor een Urker tongval. Omstreeks negen uur voeren ze ter hoogte van Marken en werd hun aandacht getrokken door overvliegende Amerikaanse vliegtuigen. Tegen een uur of tien naderde ze Amsterdam, via het IJ voeren ze de Zaan op, passeerden de Hembrug en arriveerden rond half elf in de haven van Zaandam. Kramer begaf zich naar het adres waar zich volgens afspraak een koerierster zou bevinden, die voor verder vervoer zou zorgen. Dat was mevrouw Nel Freekman-Rot, een weduwe die, omdat ze verpleegster was, bekend stond als zuster Rot. Samen met Harm Kramer fietste ze naar de haven, waar ze Miskinis oppikte en met hem per fiets vertrok naar haar zuster in Zaandijk. Peter Miskinis bleef tot de bevrijding bij de familie U.F. de Koning-Rot. Bron: Urker Volksleven april 1990 en Sporen aan de hemel van Ab. A. JansenBoeing B-17G, 42-39856, Wacky Woody




Sluiten
Bron: Bron: Flevolands Erfgoed

Geplaatst door Rietta Julémont-Gerssen op 12 februari 2023

Boeing B-17G-10-DL Flying Fortress met serienummer 42-37751

Beschrijving: Op 8 oktober 1943 valt de Achtste Amerikaanse Luchtmacht met 156 bommenwerpers Bremen en Vegesack aan, begeleid door 250 Thunderbolts. De Boeing B-17G-10-DL Flying Fortress met serienummer 42-37751 en radicode XK-P van de 305th... Lees meer

Beschrijving:

Op 8 oktober 1943 valt de Achtste Amerikaanse Luchtmacht met 156 bommenwerpers Bremen en Vegesack aan, begeleid door 250 Thunderbolts. De Boeing B-17G-10-DL Flying Fortress met serienummer 42-37751 en radicode XK-P van de 305th BG/365th BS stijgt even voor twaalf uur op van vliegveld Chelverton, bij Northamptonshire in Engeland, voor een bombardementsvlucht op Bremen. De B-17 is zwaar bewapend: mitrailleurs op de neus, dubbele achter de vleugels in de romp, onder de romp, boven de romp en in de staart. Vandaar de naam 'Vliegend Fort'. De 10-koppige bemanning bestaat uit piloot 2nd Lt. Wallace E. Emmert, co-piloot 2nd Lt. Robert William Fortnam, navigator 2nd Lt. Ernst F. Shelander, neuskoepelschutter S/Sgt. Walter Junior Fox, rugkoepelschutter/togglier T/Sgt. Joseph V. Weiss, radiotelegrafist T/Sgt. Henry Edmund Bessette, buikkoepelschutter S/Sgt. James F. Strange, linker zijluikschutter S/Sgt. Elton Fred Kevil, rechter zijluikschutter Sgt. Theodore J. Sysol en staartschutter S/Sgt. Howard L. Newton.

Op de heenweg worden ze boven Friesland door Duitse jagers van het type Focke-Wulf Fw 190 aangevallen. Tijdens de beschietingen wordt de cockpit zwaar beschadigd en raken piloot Emmert en neuskoepelschutter Fox ernstig gewond. Ook de staart wordt geraakt en staartschutter Newton loopt lichte verwondingen aan zijn nek op. Motor 3 en 4 staan in brand, de stuurboord binnen- en buitenmotor. Co-piloot Fortnam neemt de besturing over, doorvliegen is onmogelijk. Om 15.12 uur maakt hij een geslaagde noodlanding in de Noordoostpolder op kavel NH32, op ongeveer 5 km ten noordoosten van Urk. Alle bemanningsleden verlaten de B-17, de gewonden worden naar buiten geholpen. Omdat de Amerikanen de Duitsers geen informatie in handen willen spelen proberen ze het toestel in brand te steken. Als dat mislukt slepen ze zoveel mogelijk apparatuur naar buiten en schieten het kapot.

Ongeveer anderhalf uur na de noodlanding arriveren de Duitsers en dokter Jan Andriessen vanuit Urk bij het toestel. De gewonden worden verzorgd en naar de Steenbanktocht gedragen vanwaar ze met een vlet van de Dienst der Zuiderzeewerken naar de sluisput bij Urk worden overgebracht. De bemanning van de vlet bestaat uit de heer Stuifzand, Joh. Gerssen en Maarten Schraal. Joh. Gerssen krijgt als dank van Emmert een paar witte handschoenen. Vanaf de sluisput worden de Amerikanen met paard en wagen naar hotel Woudenberg vervoerd. De volgende ochtend worden ze, in alle vroegte, met de boot naar het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam gebracht. Wallace Emmert, die een schotwond in zijn onderbuik heeft, verblijft 11 weken in het hospitaal en daarna nog een tijd in Lazeret Obermaßfeld in midden Duitsland. Dit ziekenhuis werd gerund door artsen uit Groot Brittanië, Canada en Nieuw Zeeland die door de Duitsers gevangen waren genomen. In september 1944 keert Emmert, afgekeurd voor het leger, terug in Amerika. Walter Fox wordt na een verblijf van ongeveer 6 weken in het Wilhelmina Gasthuis overgebracht naar krijgsgevangenkamp 'Stalag Luft 3' waar hij tot het einde van de oorlog verblijft.

Kort na de noodlanding worden Bessette, Weiss en Strange opgepikt door ingenieur Marten Klasema van Zuiderzeewerken die aan enkele toegestroomde omstanders vraagt hun jas af te staan. Onder andere Jelle Pasterkamp en Jaap Romkes geven hieraan gehoor. Klasema brengt de drie Amerikanen naar het bouwterrein van de in aanbouw zijnde sluis bij Urk en verbergt ze onder het rijshout en de rietbergen op de werkhaven. De nacht brengen ze door op de motorboot 'Argus' van de dienst Zuiderzeewerken. Omdat de Duitsers fanatiek naar hen op zoek zijn is het beter ze elders onder te brengen. Op zaterdag 9 oktober brengt Hielke Vos, die op de sluisput woont en voor Zuiderzeewerken werkt, het drietal naar de scheepswerf van de gebroeders Hakvoort aan de Westhaven. Gekleed in overals en met een spa over de schouder komen ze daar aan. De Amerikanen worden direct in het 'Duikershol' ondergebracht, een schuilplaats die de Hakvoorts in de vloer van de timmerschuur hadden uitgegraven. Nauwelijks is het gat met een dikke plaat afgedekt of een groep van 7 Duitsers komt de werkplaats binnen. Op zoek naar de vliegers steken ze overal hun bajonet in. Klaas Hakvoort, die net bezig is met het zagen van een stuk hout, krijgt de schrik van zijn leven. In de hoek van de schuur is zijn oom Lub Hakvoort paling aan het roken. Hij weet de Duitsers af te leiden door ze een palinkje aan te bieden. Als die op is wijst Lub door het kleine raampje naar een paar oude botters. "Daar zitten die vliegers". De Duitsers vertrekken. Enkele uren later worden Henry Bessette, Joe Weiss en Jimmy Strange, na sluitingstijd, naar Piet Brouwer gebracht, die samen met zijn vrouw Nellie een zaak in kruidenierswaren en galanterieën drijft. Omdat de Duitsers naarstig naar de Amerikaanse bemanningsleden blijven zoeken, brengen ze het grootste gedeelte van de tijd noodgedwongen door in de kelder onder de winkel, waar Piet door een oom een schuilplaats heeft laten metselen. Bij onraad kunnen de vliegers zich verstoppen in een tussenmuur. Piet Brouwer is lid van de Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers (LO). Wanneer het grootste gevaar geweken is regelt hij voor Bessette, Weiss en Strange de overtocht naar Noord-Holland. Op 16 oktober brengt Brouwer de Amerikanen naar de Urkerboot. Harmen Kramer en zijn zwager Harm Gerssen begeleiden hen op de passagiersboot naar Enkhuizen. Vanuit Enkhuizen gaan ze met Gerssen te voet naar Bovenkarspel waar ze vervolgens op de trein naar Amsterdam stappen. Bron: Urker Volksleven april 1990 en Het Urkerland.

In Amsterdam worden Bessette, Weiss en Strange overgenomen door helpers van Fiat Libertas. Het is de bedoeling ze naar Brussel over te brengen, maar dat is niet gelukt. Bessete, Weiss en Strange worden door de Duitsers in Antwerpen gearresteerd, Bron: ZZAirwar. Het is de Duitsers er alles aan gelegen de geallieerde vliegers te pakken te krijgen en de hulpverlenende organisaties op te rollen. Als vliegers erin slagen te repatriëren kunnen zij allerlei gegevens verstrekken over het internatieonaal netwerk dat hen geholpen heeft en dat de vluchtroute ook gebruikt voor het doorsluizen van inlichtingen. Als gevolg van de professionele Duitse opsporingsmethodieken en de inzet van infiltranten worden veel vluchtlijnen opgerold. Bij aankomst op het station van Antwerpen worden de geallieerde bemanningsleden door verraders opgevangen. De verraders werken als geheimagent of informant voor de Duitsers en worden aangeduid als vertrouwensmannen of -vrouwen (V-Manner, V-Frauen). De V-Manner en V- Frauen worden ingezet om de illegaliteit te infiltreren en om als verraders mee te werken aan het bestrijden en uitschakelen van illegale netwerken. Dat de aanhoudingen bij aankomst op het station van Antwerpen het gevolg zijn van een geslaagde Duitse infiltratie blijft lange tijd verborgen. De misleiding wordt zo gespeeld dat het lijkt of andere pilotenhelpers het aangekomen transport onder hun veilige hoede hebben genomen. In Antwerpen opereert de Belgische V-Mann W. van Muylken met zijn Nederlandse assistente Pauline Vlaming en de Belgische Maria Verhulst-Oome. Tijdens het proces tegen Van Muylken bekent hij dat zij samen 157 piloten hebben onderschept die daarna als krijgsgevangenen naar Duitsland zijn afgevoerd. Het trio stelt zich voor als verzetsmensen die zorgen voor begeleiding naar een veilig adres. Van Muylken wordt tot de doodstraf veroordeeld en de twee vrouwen krijgen levenslang. Enige tijd later pleegt Maria Verhulst zelfmoord. Bron: tijdschrift Tilburg,

Howard Newton verliest in het riet het contact met de anderen en is daardoor op zichzelf aangewezen. Op 9 oktober wordt hij opgepakt in één van de arbeiderskampen in Emmeloord. Fortman en Shelander komen ook aan in één van de arbeiderskampen in Emmeloord. Hier krijgen ze van Bart Vos arbeiderskleding en eten. Hij wijst ze welke kant ze op moeten. Via de pont bij Ramspol verlaten ze de polder. Op 10 oktober worden Fortman en Shelander in de buurt van Apeldoorn gearresteerd toen zij zich bij een controle niet konden identificeren aan een Duits gezinde Nederlandse politieagent. Kevil en Sysol belanden op Urk maar de mensen die ze aanspreken kunnen geen hulp bieden. De dagen daarna lukt het ze niet om het kanaal over te steken omdat deze door Duitsers bewaakt werd. Ze verstoppen zich in het hoge riet. Op 11 oktober komen ze op de dijk Urk-Ramspol aan. Een werkman op de fiets geeft hen zijn lunch en drinkwater en vertelt ze dat er geen Duitsers op de dijk zijn. Ze vervolgen hun weg richting Ramspol en spreken 6 mensen op het land aan die ze naar kampklerk Dirk Kuiper (1914-2008) in kamp Ramspol brachten. Op in100fotos.nl staat onder de kop "Ramspol zomer 1943": "Boven het IJsselmeer en de Noordoostpolder zijn talrijke geallieerde toestellen door Duits afweergeschut uit de lucht geschoten. Soms konden geallieerde piloten met hulp van het verzet gered worden. Via de trekpont bij Ramspol verlieten veel geallieerde vliegers de polder. Dirk Kuiper vertelde later hoe dit in zijn werk ging. Toen op een gegeven moment bij Ramspol twee Engelse vliegers werden ontdekt, nam hij via-via contact op met het verzet. Deze stuurde twee mensen naar Ramspol. Besloten werd de vliegers tegelijk met het werkvolk ’s avonds naar Kampen over te laten gaan, want dan zat de pont vol met arbeiders die teruggingen naar huis. ‘Dus’, vertelde Kuiper, ‘we moeten twee fietsen hebben en die knapen moeten een paar laarzen aan, desnoods een pet op en een schop, net als de werkmensen. Zo is het afgesproken! Gewoon die twee mannen volgen naar Kampen. En zo gebeurt het. Ik zie ze gaan, de pont op en naar Kampen toe. Daar zijn ze ondergedoken". In Kampen worden Kevil en Syson gesplitst. Theodore J. Sysol wordt later opgepakt. Elton Fred Kevil wordt door Harm Gerssen weer de polder ingebracht.

Op Urk nemen ze de Urkerboot naar Enkhuizen en lopen naar Bovenkarspel waar ze op de trein naar Amsterdam stappen. Kevil brengt de nacht op het station door. De volgende ochtend wordt hij verder geholpen door helpers van Fiat Libertas en reist met hen naar Den Haag. Daar ontmoet hij Bessete, Weiss en Strange. Gerardus C. van Bree, naar wat later blijkt werkzaam als V-Mann, neemt Kevil in een taxi mee naar Amsterdam voor een ondervraging. Van Amsterdam gaat hij per trein naar Tilburg en vandaar naar Hilvarenbeek waar hij ondergebracht wordt in het ouderlijk huis van de onderwijzer Eugene van der Heijden, die samen met politieman K.G. (Kars) Smit in 1942 de ontsnappingsroute Fiat Libertas heeft opgezet. De nacht van 3 op 4 november slaapt Kevil in een bos bij Esbeek vanwaar hij om 04.00 uur samen met Fl/Lt. Archibald A. Mellor, piloot van de Mosquito DZ519, gecrashd op 21 oktober bij Mantinge (Drenthe), over de grens wordt gebracht door Kars Smit. In Weelde voegt navigator 2nd Lt. Arthur J. Horning van de B-17 42-37737 zich bij het gezelschap. De groep reist tot aan Turnhout. Vandaar gaan ze met stoomtram naar Antwerpen en per elektrische tram naar Brussel waar de drie door Ernest van Moorleghem naar het huis van Élise Chabot wordt gebracht. Tijdens de tocht worden hun vervalste Nederlandse legitimatiebewijzen vervangen door even zo valse Belgische papieren. Bron: ZZAirwar.

In de Nieuwsbrief van Heemskunde Kring 'Amalia van Solms' staat in het verhaal 'Miet Pauw' de werkwijze beschreven. "De marechaussees werden van tevoren ingeseind dat er weer een 'lading' aankwam. Kars Smit, die de beschikking had over een motor met zijspan, reed met een van zijn collega's (van Gestel, Gerritsen of Niessen) dan naar Tilburg. Zij parkeerden de motor dan bij een hotel/café in de Stationsstraat tegenover het station Tilburg. De twee marechaussees gingen dan te voet naar het station, waar zij contact maakten met de vlieger. Van te voren was aangegeven hoe men de vlieger kon herkennen. Daarna gingen de marechaussees op enige afstand gevolgd door de vlieger naar het hotelletje. In een achterkamer werd de burgerkleding van de vlieger vervangen door een uniform van de marechaussee. Met zijn drieën reden de 'marechaussees' dan weer terug naar Baarle. Aangekomen in de marechausseekazerne aan de Singel werd de vlieger weer in burgerkleding gehesen en op een veilig adres ondergebracht.Daarna werd contact gezocht met de 'andere kant' van de grens en bracht men de vlieger over de grens. Dit laatste kon op verschillende manieren. Men had de beschikking over een koerier Willem Schmidt (student afkomstig uit Zeist), die de vlieger op de tram in Weelde zette en hem begeleidde naar Antwerpen, waar hij hem overgaf aan een lid van de familie Chabot uit Brussel die hem naar hun huis aan de Rue Jules Lejeune bracht. Mevrouw E. Chabot was van Nederlandse afkomst en stelde haar huis beschikbaar voor het onderbrengen van vliegers. Haar dochter Charlotte Ambach of haar verloofde Ernest van Moorleghem (commisaris van politie te Ixelles en verbonden aan de service 'Eva', behoorde tot de illegale organisatie ''Portemine' te Brussel) verzorgen de koeriersdienst naar Parijs. Soms gebeurde het dat Kars Smit zelf op een vrije dag in burgerkleding een vlieger naar Antwerpen begeleidde. Ook maakte men gebruik van de diensten van Jeanne Willems uit Weelde, die soms als koerierster optrad. De route die men volgde was in alle gevallen hetzelfde".

In Parijs wordt Kevil op de 'escape-lijn' naar Bordeaux gezet. Vandaar gaat het op 28 december over de Pyreneeën naar San Sebastian in Spanje waar hij 31 december aankomt. Op 11 januari 1944 arriveert hij in Gibraltar en keert op 17 januari per vliegtuig terug in Engeland. Elton Fred Kevil, Archibald Mellor en Arthur Horning zijn de laatste geallieerde vliegers die veilig in het safe-house van mevrouw Chabot in Brussel aankomen. Op 15 november 1943 wordt de lijn over Hilvarenbeek opgerold. Ernest van Moorleghem wordt in zijn woning in de Rue Vergnies gearresteerd en overgebracht naar de gevangenis van Sint-Gilles. Op 29 november 1944, 29 jaar oud, is hij in een concentratiekamp bij Bayreuth geëxecuteerd. Elise Chabot, Charlotte (Lotty) Ambach, koerier Willem Schmidt en koerierster Jeanne Willems worden opgepakt en eveneens gevangengezet in de gevangenis van Sint-Gilles. Willem Schmidt wordt op 19 februari 1944 ter dood veroordeell en op 5 januari 1945 te Sonneberg gefusilleerd. Elise en Charlotte worden ter dood veroordeeld en overgebracht naar een gevangenis in Bonn. Vervolgens wisselen ze voortdurend van gevangenis voor ze op 6 mei in Waldheim door de Russen worden bevrijdt. Later hoorden ze dat ze op 22 mei 1945 doodgeschoten zouden worden. Kars Smit kan op het laatste moment uit de marechausseekazerne ontsnappen en duikt onder in zijn geboorteplaats Den Haag. In januari 1944 gaat hij naar Frankrijk om de in nood verkerende escape-lijn bij te staan. In maart van dat jaar wordt Smit verraden en door de Sicherheitsdienst opgesloten in de staatsgevangenis van Fresnes (Parijs). Vervolgens belandt hij in verschillende concentratiekampen, zoals Buchenwald, Ellrich, Dora en Ravensbrück waar hij op 5 mei 1945 door Russische troepen bevrijdt wordt. In juni 1945 keert Kars Smit terug in Nederland. Eugene van der Heijden en zijn broer Willy duiken onder en halen het einde van de oorlog. Zijn vader Josephus en broers Gustaaf en Marcel worden vermoord in Neuengamme en Bergen-Belsen.

Oud-Urker Harmen Gerssen wordt verraden en op 22 januari 1944 bij zijn woning in Koog aan de Zaan door de Sipo gearresteerd. Op 23 februari 1944 wordt hij op 31-jarige leeftijd gefusilleerd in het duingebied bij Overveen. Piet Hakvoort wordt op 29 mei 1944 op Urk door de Duitsers gearresteerd en naar kamp Versen bij Meppen getransporteerd. De omstandigheden in het kamp zijn erbarmelijk. Op 22 december 1944 overlijdt hij op 58-jarige leeftijd aan de geleden ontberingen in het kamp. Ook Piet Brouwer overleeft de oorlog niet. Hij wordt in oktober 1944 gearresteerd. Als Urker verzetslieden hem aanbieden een bevrijdingspoging te wagen weigert hij: ,"Ze kunnen me niks maken, want er is geen enkel bewijs". Bij zijn arrestatie wordt namelijk meteen gevraagd naar een schuilplaats en op zoek naar bewijsmateriaal wordt het huis van boven tot onder op zijn kop gezet. Maar er wordt niets gevonden. In oorlogstijd gelden echter andere regels, die niets met rechtvaardigheid te maken hebben en hij wordt naar kamp Amersfoort gebracht en vandaar naar kamp Wöbbelin in Duitsland. Op 30 mei 1945 overlijdt Piet Brouwer in Neugamme aan dysterie, 25 jaar oud.

Alle bemanningsleden overleven de oorlog. De Boeing B-17G-10-DL met serienummer 42-37751 is door de Duitsers opgeblazen. Het vliegtuigwrak is in 1948 geruimd. Brokstukken van het toestel werden later ook op kavel NH31 teruggevonden.


ZOEKEN:Boeing B-17G-10-DL 42-37751

Sluiten
Bron: Flevolands Erfgoed

Geplaatst door Rietta Julémont-Gerssen op 12 februari 2023

Harm Gerssen

Urk 6 april 1912 - 23 februari 1944 duingebied OverveenHarm Gerssen fabrieksarbeider bij Stijfselfabriek De Bijenkorf in zijn woonplaats Koog aan de Zaan was tevens werkzaam als zelfstandig vishandelaar. Hij sloot zich aan bij de verzetsgroep... Lees meer
Urk 6 april 1912 - 23 februari 1944 duingebied OverveenHarm Gerssen fabrieksarbeider bij Stijfselfabriek De Bijenkorf in zijn woonplaats Koog aan de Zaan was tevens werkzaam als zelfstandig vishandelaar. Hij sloot zich aan bij de verzetsgroep Koog-Bloemwijk, die zich ten behoeve van onderduikers bezig hield met overvallen voor persoonsbewijzen en bonkaarten. Op 9 november 1943 nam hij deel aan een overval op het politiebureau en distributiekantoor/raadhuis van Oegstgeest, waarbij 14.000 bonkaarten, 283 blanco persoonsbewijzen, 1500 PB-zegels en ƒ 1447,– werden buitgemaakt.Een deel van de bonkaarten werd in Urk gestempeld en gedistribueerd. Op 11 januari 1944 overviel hij het postkantoor in Purmerend, waarbij distributiebescheiden en ƒ 22.000,– werden meegenomen. Diezelfde maand stichtte hij brand op een voor de Wehrmacht in aanbouw zijnd vrachtschip op de scheepswerf Czaar Peter in Zaandam.Daarnaast verleende hij hulp aan neergekomen geallieerd vliegtuigpersoneel door hen, onder meer vanuit Hoorn, te vervoeren, tijdelijk in zijn woning onderdak te bieden en over de grens te helpen. Op 22 januari 1944 werd Gerssen in zijn woning door de Sipo gearresteerd en op 23 februari 1944 gefusilleerd. Sluiten
Bron: Zaanwiki erelijst zaanse verzetsmensen

Geplaatst door margriet eshuijs op 07 april 2020

Eerebegraafplaats Bloemendaal

Lees meer over hem op de site van de Eerebegraafplaats Bloemendaal
Bron: http://www.eerebegraafplaatsbloemendaal.eu/Dbase/Biografie_G/Harm_Hendrik_GERSSEN.html

Geplaatst door Korps Nationale Reserve Nationale Landstorm Commissie op 21 juni 2015

Da2444fc1209fcaa030e7d680b339912 v1

Vrijwillige Luchtafweerdienst Afdeling Zaanstreek

Op deze foto staat de volledige bezetting van de Vrijwillige Luchtafweerdienst Afdeling Zaanstreek, waaronder Vrijwillig soldaat Harm Hendrik Gerssen.
Bron: Gedenkboek voor de vrijwillige landstormkorpsen Luchtwacht en Luchtafweerdienst 1949 C.A. De Bruin en A.C. Verschoor

Geplaatst door Korps Nationale Reserve Nationale Landstorm Commissie op 21 juni 2015

44b2992b1edf9733bbfbc6392a0b749d v1

Oorlogsmonument te Urk

Zijn naam is vermeld op het oorlogsmonument te Urk http://www.urkinoorlogstijd.nl/
Bron: http://www.urkinoorlogstijd.nl/

Geplaatst door Korps Nationale Reserve Nationale Landstorm Commissie op 21 juni 2015

A495eac2b02a8ab396765a5229a0377e v1

Vrijwillige Luchtafweerdienst Afdeling Zaanstreek

Vrijwillig soldaat Harm Hendrik Gerssen geboren 1912 te urk, was lid van de Vrijwillige Luchtafweerdienst Afdeling Zaanstreek, na de capitulatie is hij direct actief geworden in het verzet ,en is buitengewoon actief en gedurfd in zijn optreden... Lees meer
Vrijwillig soldaat Harm Hendrik Gerssen geboren 1912 te urk, was lid van de Vrijwillige Luchtafweerdienst Afdeling Zaanstreek, na de capitulatie is hij direct actief geworden in het verzet ,en is buitengewoon actief en gedurfd in zijn optreden geweest. De Knokploeg, waarvan hij lid was, heeft ettelijke gevaarlijke overvallen op distributie-en postkantoren en een politiebureau op haar naam staan. Zeven Geallieerde vliegers wist Gerssen ondanks grote moeilijkheden en gevaren door zijn kordaat en beleidvol optreden veilig weg te brengen. Aan zijn activiteit kwam een einde door zijn gevangenneming op 22 Januari 1944. Op 23 Februari d.a.v. werd hij in de duinen van Overveen gefusilleerd Sluiten
Bron: Gedenkboek voor de vrijwillige landstormkorpsen Luchtwacht en Luchtafweerdienst 1949 C.A. De Bruin en A.C. Verschoor

Geplaatst door Korps Nationale Reserve Nationale Landstorm Commissie op 21 juni 2015

5603b1143c9ffb3b88a8f1ad071fd862 v1

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een verhaal of document toe

Log in om een bijdrage toe te voegen

Nationaal archief

Bekijk persoonsdossier

Monument

Naam:
Koog aan de Zaan, monument in het Koogerpark

Plaats:
Zaanstad

Koog aan de Zaan, monument in het Koogerpark
Menu