“Papa wacht op jullie in de hemel”, schrijft Jan le Griep (29 jaar) in zijn afscheidsbrief. Dochter Sissy was toen drie jaar. "Ik ben ontzettend trots op mijn vader. Hij was de leider van de verzetsgroep en heeft ondanks de druk die werd uitgeoefend geen namen genoemd. Het is niet te verkroppen dat hij verraden werd door een Nederlander. Een gruwelijke daad, dat hem zijn leven kostte. En natuurlijk heb ik mijn vader verschrikkelijk gemist.” Jan had een café in hartje Den Haag, in de oorlog een broeinest van verzetsactiviteiten. Zijn groep was van plan het huis van rijkscommissaris Seyss-Inquart op te blazen, de plattegrond was al gereed. Maar eerst wilden ze een aanslag plegen op een garage in Scheveningen, waarin het wagenpark van de Duitse landmacht en marine stond. Het plan mislukte, ze waren in de val gelokt door een groepslid die spion bleek te zijn. Le Griep werd gefusilleerd in het Fort bij Rijnauwen. Zijn lichaam werd op last van de Duitsers gecremeerd en afgevoerd naar Duitsland. Op 7 mei 1954 is zijn urn bijgezet op Nationaal Ereveld Loenen. Sluiten