Berts was de zoon van een tuinknecht. Hij gaat op 24 oktober in militaire dienst bij het 10de Regiment Infanterie. In juli 1939 werd hij bevorderd tot korporaal. Op 14 mei 1940 is hij op de Tesselstroom 1 van de 17 begeleiders die 1000 Duitse krijgsgevangenen naar Engeland brengt. De Tesselstroom wordt onderweg door Duitsers beschoten, enkele bewakers raken gewond. Daarna verschijnt een Duitse duikboot. Zijn torpedo’s missen en de Tesselstroom bereikt Dover op 15 mei. De bewakers worden naar de Patriotic School gebracht om door de Engelsen te worden verhoord. Daarna gaat Bert naar het tentenkamp in Porthcawl, waar de Nederlandse militairen verblijven. Nadat ze naar Wolverhampton zijn verhuisd, meldt Bert zich als vrijwilliger om naar Suriname te worden gestuurd. Het Suriname detachement, bestaande uit 250 man, vertrekt op 14 oktober 1941 en bereikt Suriname op 20 november. Op 31 juli 1943 wordt hij bevorderd tot sergeant. Bert is overleden aan de gevolgen van een hersenbloeding. Hij is één van de vier mannen van het Suriname detachement die de oorlog niet hebben overleefd. Drie van hen zijn in de ’70-er jaren overgebracht naar het Nederlands Ereveld in Loenen. Daar liggen ze naast elkaar: Vermaas (graf 486), Kassel (graf 487) en Van der Haas (graf 488). Zijn naam staat op het Monument voor de gevallenen in IJmuiden dat in 1948 werd onthuld. Sluiten