Jacob Bakker
1917-1944
Oorlogsslachtoffer
Is 26 jaar geworden
Geboren op 01-05-1917 in Batavia, NOI
Overleden op 30-04-1944 in Rawicz
Beroep
Militair onderdeel
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
De acht kapers
Reder Taat, eigenaar van de stoomtrawler 'Katwijk 2' had van de Duitsers een vergunning gekregen om hoogstens 55 tot 65 kilometer buitengaats de netten uit te gooien. Het schip mocht 's avonds om vijf uur uitvaren en diende 's ochtends tegen negen...
Lees meer
Reder Taat, eigenaar van de stoomtrawler 'Katwijk 2' had van de Duitsers een vergunning gekregen om hoogstens 55 tot 65 kilometer buitengaats de netten uit te gooien. Het schip mocht 's avonds om vijf uur uitvaren en diende 's ochtends tegen negen uur terug te zijn.
De zeven mannen en een vrouw waren in de avond van 6 april aan boord geslopen,
geholpen door een onbekend gebleven politieman en walschipper Arie L. Vooys, die nauw was betrokken bij de voorbereidingen. Een voor een werden de mannen naar het schip gebracht dat aan de marktkant lag voor de schuifdeuren van de vishallen in IJmuiden. Elly Nauta fungeerde iedere keer zogenaamd als liefje, zodat bij eventuele tussenkomst van een Duitse patrouille er een goed excuus was voor hun aanwezigheid op de kade.De acht Engelandvaarders hadden goede redenen om Nederland te verlaten. Jacob Bakker, EllyNauta-Moret en haar echtgenoot Felix Nauta waren betrokken bij het verzet. Felix en zijn broer Sjoerd deden spionagewerk voor de groep van mevrouw Pieters uit Leiden. Elly's vader, J.J. Moret, zat bij de groep-Stijkel en was op 19 april 1941 gearresteerd. Joseph Zwalf werkte op het accountantskantoor van Moret en ging om met Elly en Felix Nauta, en de grond werd hem te heet onder de voeten. Datzelfde gold voor J.P. Servaas. Bob van Arem had twee vrienden, Lou de la Bretonière en Ferry Meynderts die net zo graag wilden meegaan.
Deze drie waren volop verzeild geraakt in het verzetswerk: ze vergaarden
spionagemateriaal en beschikten over wapens en munitie.Vlak voor het vertrek van de 'Katwijk 2' op de avond van 7 april kwamen er nog Duitsers aan boord die het schip vluchtig inspecteerden. De mensen die zich vierentwintig uur eerder in het ruim hadden verstopt, werden niet ontdekt. De elfkoppige bemanning had na ongeveer drie uur varen de netten uitgezet. Stuurman Cornelis Guyt, die de wacht bezette, schreef na de oorlog:‘Wij zaten met z'n drieën omlaag toen er iemand de trap af kwam strompelen. Wij hoorden direct dat dat er geen een van onze bemanning was, dus we dachten wie dat zou zijn. Toen hij beneden was, liet hij zien dat hij gewapend was, maar we zeiden tot hem: 'Steek dat ding maar weg, want wij zijn ook Hollanders.' Wat moesten wij doen? Aan de ene kant vrouwen kinderen achterlaten, en aan de andere kant onze vaderlandse plicht om die mensen naar de overkant te
brengen. Wij hadden terug kunnen gaan, want ze waren veel te ziek’.Het was een weinig spectaculaire kaping, omdat de schipper en de bemanning van
de 'Katwijk 2' geen tegenstand boden. Het enige waarvan de IJmuider bemanning
overtuigd moest worden, was dat voor hun gezinnen zou worden gezorgd als ze eenmaal in Engeland waren. Gerrit Schaap, een van de bemanningsleden, tilde twee Engelandvaarders aan dek die zo zeeziek waren dat ze nauwelijks
meer bewogen. Schipper Dirk van Duyn (Dirk de Stuut) besloot eerst de netten binnen te halen en daarna in de richting van Engeland te koersen. Uren later kwam de Nederlandse boot drie Engelse trawlers tegen die hen niet eens opmerkten. Op vijf kilometer buiten de Engelse kust, vlak voor Great Yarmouth, hesen ze de Nederlandse vlag. Ze werden tot stoppen gedwongen door drie schoten voor de boeg. Uit de haven kwam een bootje naar hen toe en ze hoorden in het Nederlands roepen: 'Wat motten jullie hier, schipper?' De trawler voer achter het scheepje aan de haven binnen. Enige tijd na de kaping van de 'Katwijk 2' zond Radio Oranje de volgende boodschap uit: 'Het huis met de dubbele luiken: 27 november'. De boodschap betekende dat de zeven mannen en de enige vrouw (het cijfer 2 stond voor Elly Nauta-Moret, de 7 voor de mannen) in hun poging Engeland te bereiken, waren geslaagd.Het was in korte tijd de tweede maal dat een vissersvaartuig op volle zee werd overgenomen door een groep verstekelingen. Op 16 februari 1942 hadden drie mannen (Ab Homburg, Jo Buizer en Jan de Haas) de IJmuidense trawler 'Beatrice' gekaapt en naar Engeland gebracht.
Sluiten
Bron: Boek 'Vrijheid achter de horizon' 1998 Van Reemst Uitgeverij
Geplaatst door Stichting WO2 Sporen JvZ op 11 oktober 2017