Pieter Barends is zeilmaker op Urk. Als de Zuiderzee in 1932 door de Afsluitdijk wordt afgesloten, verhuist hij naar Den Helder, waar hij een winkel in scheepsbenodigdheden opent. Op zijn werkplaats maakt hij in 1940 het vluchtbootje voor de Engelandvaarders Kees van Eendenburg, Karel Michielsen en Freddie Vas Nunes zo zeewaardig mogelijk. In 1941 moet hij wegens de bombardementen op de marinehaven uit Den Helder weg; hij verhuist naar een huisje in de duinen bij Groote Keeten, iets ten zuiden van Den Helder. Daar maakt hij het vluchtbootje klaar voor Jan Storm van ’s Gravesande en Bram de Jong, die bij de Hondsbossche Zeewering de zee opgaan en Engeland bereiken. In 1941 helpt hij ook Bob Gazan en Rob Kieviets uit 't Gooi, maar zij halen de overkant niet. Als in 1942 de Atlantikwall wordt aangelegd, moet hij ook daar weg. Met zijn vrouw en hun zoontje gaat hij naar Krommenie. Daar kan hij in een slootje ook voor Engelandvaarders opknappen. Hij moet erg voorzichtig zijn, want zijn buren zijn NSB-ers. Hij voorziet de bootjes van een buiskap en langs de reling boort hij gaten, waar hij ijzeren pennen insteekt om met zeildoek de reling te verhogen. In 1943 maakt hij een buiskap voor de 'Yvette', die op 29 april 1943 door Kees Koole in de Nooit Volmaakt naar het Haringvliet wordt gebracht. Hein Kaars Sijpesteijn, Jan Bartlema en zijn echtgenote Yvette Bartlema-Sanders, Hein Louwerse en Henning Meyer bereiken daarmee op 2 mei de monding van de Theems. In 1946 keert Barends na een verblijf in het sanatorium te Bentveld - hij heeft tbc - met zijn gezin in Den Helder terug. Hij overlijdt op 12 juni 1947 en is begraven op begraafplaats Huisduinen. Sluiten