Ben Hollander woonde tijdens de eerste oorlogsjaren bij zijn ouders (vader: Bernardus Hollander, chef expeditie N.K.F. Delft, moeder: Aaltje van Zelst-Hollander) aan Hof van Delftlaan 101 in Delft. In 1943 werd Ben via het arbeidsbureau voor de...
Lees meer
Ben Hollander woonde tijdens de eerste oorlogsjaren bij zijn ouders (vader: Bernardus Hollander, chef expeditie N.K.F. Delft, moeder: Aaltje van Zelst-Hollander) aan Hof van Delftlaan 101 in Delft. In 1943 werd Ben via het arbeidsbureau voor de ‘Arbeitseinsatz’ naar Duitsland gestuurd. De omstandigheden zijn blijkbaar slecht, want na een verlof keert hij niet meer terug naar Duitsland. Hij vindt een onderduikadres op de boerderij van fruitkweker Jan Prins aan Purmerenderweg 15 in Noord Beemster. Net als zijn onderduikgever en diens 21-jarige zoon Arie Prins, sloot Hollander zich in september 1944 aan bij de BS-Stootgroep Oosthuizen. Op het terrein van de boerderij – waar een bergplaats voor (gedropte) wapens van de groep was ingericht – ontving hij met andere leden van de verzetsgroep wapeninstructies.
Op 27 maart 1945 verrichtte de Feldgendarmerie een overval op de boerderij. Tijdens de hierop volgende huiszoeking werden niet alleen Hollander en twee andere onderduikers (Gerrit Hoogstraaten en Siem Ubbels) aangetroffen, maar ook – in een loze ruimte onder een bedstede, waar de zevenjarige zoon Hillebrand Prins en een ondergedoken tienjarig joods meisje sliepen – twee (BS-instructie)wapens en een handgranaat. Vader en zoon Prins en de drie onderduikers werden gearresteerd, overgebracht naar het Huis van Bewaring in Alkmaar en ter beschikking gesteld van de Sicherheitsdienst (SD). Op 11 april 1945 werd Ben Hollander samen met Arie Prins & Gerrit Hoogstraaten– in Zijpe gefusilleerd; Jan Prins werd op 15 april 1945 in Sint Pancras gefusilleerd.
Sluiten