Hendrik Joseph (Bob) Hoogendoorn is geboren op 24 juni 1927 te Paree vlakbij Kediri, Java. Bob is het jongste kind in een gezin van drie kinderen. Vader is tuinemployé op verschillende ondernemingen van de Handels Vereeniging Amsterdam (HVA) op Java. In 1934 neemt vader Hoogendoorn ontslag bij de HVA en begint als klein erfpachter de onderneming “Banjoe Oerip” vlakbij Lodojo (Java). Het wonen en werken op “Banjoe Oerip” wordt door het gezin als zeer prettig ervaren. Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, wordt vader Hoogendoorn opgeroepen om dienst te nemen bij het KNIL. Hij wordt na de capitulatie in 1942 krijgsgevangene te Malang. De zonen Bob en Lex proberen zo goed mogelijk de onderneming draaiende te houden. Als de Jap een bezoek brengt aan “Banjoe Oerip” krijgen ze het bevel de onderneming te verlaten. Ze vinden onderdak in Blitar aan de van Lennepstraat. Het gezin probeert er het beste van te maken. Broer Lex wordt in Blitar opgepakt door de Jap en gevangen gehouden door de Kempetai in Madioen. Moeder Hoogendoorn, zus Jo en Bob blijven te Blitar tot dat Bob vermoedelijk begin 1945 naar Ngawi moet. Hij zal het niet overleven. Juli 1945 ontvangt moeder Hoogendoorn het bericht van zijn overlijden. Dan rest na de oorlog voor moeder en broer Lex de zware taak om Bob te identificeren. Helaas is dit onmogelijk.