Hermanus Henricus Hulsen

1901-1943

Portret toevoegen?

Klik hier

Oorlogsslachtoffer

Is 41 jaar geworden

Geboren op 16-11-1901 in Zaandam 

Overleden op 14-06-1943 in Emmerzhausen Landkreis Altenkirchen 



Militair onderdeel

Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

Overleden in krijgsgevangenschap sergeant 1e klasse Hermanus Henricus Hulsen

Hermanus Henricus Hulsen werd geboren op 16 november 1901 te Zaandam. Hij was een zoon van Hendrik Willem Hulsen en Neeltje Vermeij. Op 10 januari 1929 trouwde hij met Machilena (Maria) Dietvorst.In 1940 diende hij als beroeps militair en... Lees meer
Hermanus Henricus Hulsen werd geboren op 16 november 1901 te Zaandam. Hij was een zoon van Hendrik Willem Hulsen en Neeltje Vermeij. Op 10 januari 1929 trouwde hij met Machilena (Maria) Dietvorst.In 1940 diende hij als beroeps militair en sergeant 1e klasse bij het 10e Regiment Infanterie. Hij werd opgeroepen om zich als beroeps militair op 7 mei 1943 te melden in het Wehrmachtslager aan de Zonnebloemstraat te Amersfoort. Vanaf dat moment werd hij weer in krijgsgevangenschap teruggevoerd. Nog diezelfde dag werd hij in een groep van totaal 473 man in goederenwagons overgebracht naar Stalag XI-a Altengrabow, waar hij het krijgsgevangenenummer 104063 kreeg. In dit kamp waren de legering en de voeding buitengewoon slecht. Het eten bestond elke dag uit een dunne soep van aardappelen met zuurkool of koolraap en een beetje stokvis. Daarnaast als ontbijt een paar dunne sneetjes brood en wat marmelade. Veel van de Nederlanders kregen er last van hun maag en leden aan diaree. Na een verblijf van 35 dagen volgde voor sergeant Hulsen en 99 mede-krijgsgevangenen een treinreis van 47 uur en overplaatsing naar Stalag XII-d Arbeitskommando Stegskopf. Na de vermoeiende treinreis en aankomst op het station van Herdorf-Daaden (op 13 juni 1943), volgde een voetreis van 9 km bergopwaarts naar het kamp Stegskopf.Sergeant van Reijsen (kgf 104087) deed verslag van hetgeen er gebeurde (Nederlands Instituut Oorlogs Documentatie collectie 244 Europese dagboeken en egodocumenten, inventarisnummer 237): Wij hadden drie zieken en wel Drooglever (wachtmeester Wilhelmus Drooglever kgf 104018), Hulsen (sergeant 1e klasse Hermanus Henricus Hulsen kgf 104063) en Oomen (sergeant 1e klasse Lambertus Oomen kgf 104086). Deze waren alle drie maagpatiënten en zij hadden een moeilijke reis achter de rug en vooral Oomen had een stevige temperatuursverhoging. Wij hielpen onze zieken wat we maar konden. Voor hen was deze tocht wel bijzonder zwaar en een ware lijdensweg.Maandag 14 juni 1943 (Tweede Pinksterdag) Reveille om 08.00 uur en appèl om 09.00 uur. Daarna naar de kampeetzaal voor het ontbijt. Het ontbijt bestaat uit drie sneden brood met jam en koffie, alles zeer goed en al is het niet veel, het was goed. Daarna ontvingen wij schoonmaak-gereedschap voor de barak en eten in nature, want wij krijgen een eigen keuken en een eigen eetzaal. Te 12.00 uur koffiedrinken in onze eigen conversatiezaal, wederom drie sneden brood met boter en smeerkaas en koffie. Daarna de legeringsruimte wat opgeruimd en schoongemaakt en toen ging ik naar de conversatiezaal om wat aan mijn dagboek te werken. Onder het schrijven van deze woorden werd er plotseling bekend gemaakt dat een van onze zieken en wel de fourier der 1e klasse Hulsen van 10 R.I. uit Ede, was overleden. Dit bericht bracht een grote consternatie in ons midden. Het kwam vrijwel plotseling. Hulsen was wel ziek en wij wisten dat hij een maagpatiënt was, maar dat hij er zo erg aan toe was wisten wij niet. Een vader van vijf kinderen was overleden, een beste kameraad, die door de voedseltoestand en zijn ziekte (maag) is overleden. De arts in het kamp te Altengrabow had hem de reis afgeraden en hem aldaar willen houden, echter hij wilde bij ons blijven en de zware reis, gevolgd door de mars naar het kamp, was hem te zwaar geweest. Deze morgen was er juist een arts geweest die opname van onze zieken in een Lazarett nodig oordeelde, echter voor Hulsen was het te laat. Voor hij werd weggevoerd is hij overleden. Wij zijn zeer onder de indruk van zijn overlijden en hebben met zijn gezin medelijden en dat zij hun vader moet missen en wel onder zulke beroerde omstandigheden. Het stoffelijk overschot van Hulsen wordt in een kamer van het ongebruikte gedeelte van onze barak opgebaard. De stemming die door de goede legering en de betere voeding goed was te noemen, is door dit overlijden van Hulsen weer sterk teruggelopen en een ieder voelt het beroerde van de situatie aan. Overlijden in een vreemd land, als krijgsgevangene, geen familie aanwezig en dan aldaar begraven te moeten worden is wel er.Woensdag 16 juni volgende de begrafenis, waarvan sergeant A.M. Veltkamp (kgf 104075) verslag deed (collectie van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) te Den Haag, collectie 415 Mojet inv.nr. 46. Bewerking van dit dagboek door E. van der Most, beschikbaar op www.krijgsgevangen.nl/publicaties/dagboeken):Woensdag 16 juni 1943 Om 05.30 uur reveille. Om 06.45 uur appèl. Om 06.00 uur eten. Zo appèl voor werk. Allen gingen werken doch van Reijsen, Giel en ik gingen een krans maken van dennengroen en dennenappels. Het weer is slecht, veel regen. Het kamp heeft een omtrek van ongeveer 85 Km. ’s Middags werd nog één krans gemaakt en om 16.00 uur gestaakt met werk, daar om 17.30 uur de begrafenis plaatsvond te Emmerzhausen. Op een boerenkar werd de kist geplaatst, terwijl wij zelf het lijk hebben moeten kisten. Met alle krijgsgevangenen aanwezig en zoveel mogelijk met militaire eer ging het bergafwaarts, waar een Duits dominee in de stoet kwam en zo ging het naar de begraafplaats. Giel en van Reijsen hadden meegeholpen het graf te graven. Nadat de kist was neergelaten werd gesalueerd en begon de dominee te spreken in het Duits. Er was veel belangstelling. Na afloop daarvan hield onze commandant een rede, die luidde als volgt:“Beste Kameraad Hulsen, Toen gij op 11 Juni Altengrabow verliet om U in een nieuw kamp onder de zo zeer begeerde medische behandeling te stellen, hebt ge wel niet kunnen bevroeden dat dit Uw laatste gang zou worden. Alhoewel lichamelijk zwaar ziek gaf jij gevolg aan de opdracht van de Duitse autoriteiten om een meerdaagse reis te aanvaarden. Wat moet die reis en de tocht naar deze circa 800 m hoge berg U zwaar zijn gevallen. Voor uw gezonde kameraden was het reeds een beproevingen. Wij kunnen ons thans indenken hoe gij geleden zult hebben. Beste kameraad gij hebt hiermede een voorbeeld gegeven van een zo hoge opvatting van plichtsbetrachting als wel ooit is getoond. De … zei tot u “Marcheer”en gij marcheerde tot U er bij neerviel. De Onderofficieren van de Koninklijke Nederlandse Weermacht zijn trots voor het bewijs van doorzettingsvermogen en plichtsbetrachting wat U hiermee hebt gegeven en thans zijt gij niet meer. Van Uw Vaderland, van Uw vrouw en lieve kinderen, die U zo dierbaar waren, ligt ge hier eenzaam op vreemde bodem begraven. Of ge op deze aarde goed hebt geleefd is niet aan ons, mensenkinderen om zulks te beoordelen. Wel weten we dat ge waart een goed echtgenoot en een goed Onderofficier. Als zodanig willen wij hier afscheid van U nemen en we beloven plechtig dat we U niet zullen vergeten. Rust zacht Beste Vriend”. Sluiten
Bron: E. van der Most: "Besondere Krankheitsgeschichten und Ärztliches Geheimnis", Gouda, uitgave in eigen beheer januari 2020.

Geplaatst door E. van der Most op 21 maart 2020

Aaae3da9a7c88eec56407d4ea504cf72 v1

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een bijdrage toe

Log in om een bijdrage toe te voegen

Nationaal Ereveld Loenen


Vak/rij/nummer B166
H.H.Hulsen.jpg

Monument

Naam:
Loenen, Ereveld Loenen

Plaats:
Apeldoorn

Loenen, Ereveld Loenen

Leg bloemen op dit graf

Wilt u graag bloemen laten leggen op dit graf, dan verzorgen wij dit graag voor u.
Bestel bloemen
Bloemen en kransen

Nationaal archief

Bekijk
Menu