Louis Jansen
1900-1943
Oorlogsslachtoffer
Is 43 jaar geworden
Geboren op 28-03-1900 in Amsterdam
Overleden op 09-10-1943 in Wassenaar, Waalsdorpervlakte
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Lou Jansen schreef de oproep voor de Februaristaking 1941
De tekst die vele duizenden mensen inspireerde
STAAKT!!!, STAAKT!!!, STAAKT!!! Het was een iconische oproep die de basis legde voor de Februaristaking in 1941. Dat zo’n 300.000 mensen erdoor in actie kwamen tegen de terreur van de Duitse bezetters, zegt alles over de kwaliteit van de tekst. Via stencilmachines van de communistische partij CPN werd de oproep op 24 februari 1941 vermenigvuldigd en in alle vroegte op dinsdag 25 februari verspreid in Amsterdam.
Vele jaren is gesteggeld over de vraag wie de auteur was. Langzamerhand is vastgesteld dat dit Lou (voluit Louis) Jansen is geweest. Jansen behoorde tot het driemanschap dat vanaf juli 1940 in de illegaliteit de CPN leidde. Paul de Groot had de algemene leiding en de redactie van uit te geven teksten. Lou Jansen en Jan Dieters gingen het instructiewerk coördineren. Jansen onderhield de contacten met CPN-bolwerk Amsterdam; Dieters met de overige districten.
De drie gingen in de ‘onderduik’, Jansen evenals De Groot met zijn gezin. Jansen eerst in Appelscha, daarna onder andere in Deventer, Huizen, Eerbeek en Austerlitz. Van november 1940 tot 25 februari 1941 was hij wekelijks van donderdag tot en met maandag in Amsterdam. Hij verbleef bij het bevriende echtpaar Jo en Elske de Smit aan de Westlandgracht. Daar, maar ook via een meubelmakerwerkplaats in de Groenendaalstraat, overlegde Jansen met zijn contacten. Districtsleider Jaap Brandenburg was de belangrijkste.
Van Jansen “verschenen, week na week, de manifesten, met grote zorg geschreven, drie-, viermaal vernietigd, wanneer een zin beter, overtuigender gesteld worden moest”, verklaarden Jo en Elske de Smit na de oorlog. “De weifelmoedigen, de pessimisten overtuigde hij van hun verkeerd inzicht”, zeiden ze verder. “Hij goot hen vol (een uitdrukking van hemzelf); met zijn overtuigingskracht steeds weer de nadruk leggend op de verzetsgeest onder de gehele bevolking en de plicht van onze partij hieraan leiding te geven.”
Jansen onderhield ook de contacten met het communistische gewapende verzet. Hij moest zijn verzetswerk met de dood bekopen. Op 9 oktober 1943 werd hij gefusilleerd op de Waalsdorpervlakte. Op dezelfde dag en dezelfde plek als Jan Dieters. Dieters werd gearresteerd op 3 april 1943 in Apeldoorn; Lou Jansen op 5 april 1943 in Eerbeek. Ze werden beiden op 24 augustus 1943 in een strikt besloten zitting ter dood veroordeeld door een geheel Duitse rechtbank. Zelfs hun advocaten waren Duitsers.
Paul de Groot, zelf van Joodse afkomst, wist enkele keren aan arrestatie te ontkomen en overleefde de bezetting. Zijn vrouw en dochter werden wel gepakt en in Auschwitz vermoord. De Groot – na de oorlog vele jaren leider van de CPN - claimde de oproep tot de staking te hebben geschreven. Alleen al gezien de korte tijd tussen de razzia’s - die in het pamflet worden beschreven - en het verschijnen van het pamflet kon dat niet waar zijn. Communicatie met Amsterdam was in dat tijdsbestek voor De Groot vrijwel onmogelijk. En de staking werd door de ‘officiële’ media op last van de bezetters doodgezwegen.
De CPN probeerde al vanaf juli 1940 activiteiten te ontwikkelen tegen de bezetting en tegen de maatregelen van de nazi’s. Half oktober 1940 werd gestart met de opbouw van een landelijk apparaat voor de productie van een illegale krant. Dat werd De Waarheid, die vanaf november eens in de twee weken ging verschijnen. De krant werd gedrukt met de stencilmachines.
Op 28 oktober ontketende de partij een actie onder de in het Gooi en Eemland te werk gestelde Amsterdamse werkverschaffingsarbeiders. Met de schop moesten zij aan landontwikkeling doen. Zwaar werk tegen een lage en willekeurige beloning en vele uren van huis. De vlam sloeg in de pan toen hun werktijd werd verlengd. Met een massale actie werd dat ongedaan gemaakt. Bovendien werd een fietsvergoeding afgedwongen.
In januari 1941 was er opnieuw een grote actie in de werkverschaffing. Deze keer tegen de lage steun die werd gegeven omdat door de vrieskou niet kon worden gewerkt. De acties gingen gepaard met demonstraties en vergaderingen in de open lucht. Ook toen werd resultaat geboekt: er werd een week extra uitkering verstrekt. In februari ontstonden acties bij de scheepswerven en metaalbedrijven in Amsterdam tegen pogingen van de bezetters mensen te dwingen in Duitsland te gaan werken.
Deze ontwikkelingen leidden bij de CPN-leiding in januari, begin februari tot de opvatting dat geprobeerd moest worden tot een algemene staking te komen. Uit solidariteit met de actievoerenden in de werkverschaffing en de scheepswerven, maar ook om te laten blijken dat de Nederlandse arbeiders niets van de bezetters en hun nazi-opvattingen moesten hebben. En voorts om een vuist te maken tegen de terreur die de NSB’ers met steun van de Duitsers inmiddels tegen de Joodse bevolking pleegden. Lou Jansen begon aan het concept voor de oproep.
De razzia’s van de nazi’s op zaterdag 22 en zondag 23 februari op en rond het Jonas Daniël Meijerplein, en waarbij 427 jonge Joodse mannen beestachtig werden afgevoerd naar concentratiekampen, versnelden de ontwikkelingen. Jaap Brandenburg gaf dat weekend zijn koerier Dirk ten Hoedt opdracht de leden via de verbindingen van het partijapparaat te informeren over het voornemen een algemene staking uit te roepen. Volgens Brandenburg moest er ‘stemming’ worden gemaakt en wachtten de arbeiders nog alleen op een parool. Op zondag 23 februari overlegde Brandenburg met Lou Jansen. Die voltooide toen de inmiddels beroemde stakingsoproep.
Op maandagavond 24 februari riep de CPN haar kaderleden bijeen op de Noordermarkt. Gemeentearbeider en vakbondsman Dirk van Nimwegen riep hen op alles te doen om de staking in gang te zetten. Piet Nak sprong ook naar voren en ondersteunde deze oproep. Diezelfde avond werd het pamflet gestencild en dinsdag in alle vroegte op zoveel mogelijk plekken verspreid. Lou Jansen verliet Amsterdam dinsdagochtend vroeg, beschermd door het duister.
Dit artikel is geschreven door Harry Homma op basis van informatie uit het boek ‘Partij in het verzet, de CPN in de Tweede Wereldoorlog’ van Hansje Galesloot en Susan Legêne, het boek ‘Voordat ik het vergeet’ van Ruud Jansen (zoon van) en het boek ‘Dwars duivels en dromend’ van Ger Verrips over de geschiedenis van de CPN.
De stakingsoproep die door Lou Jansen was geschreven. Foto: Verzetsmuseum Amsterdam
Lou Jansen
geëerd met
Verzetskruis en
straatnaam
Lou Jansen is in 1946 door de toenmalige koningin Wilhelmina postuum het Verzetskruis toegekend.
“Voor onder gevaarlijke omstandigheden betoonde moed, initiatief, volharding, offervaardigheid en toewijding in den strijd tegen de overweldiger van de Nederlandse onafhankelijkheid en voor het behoud van de geestelijke vrijheid, daarbij in hem eerende een der uitingsvormen van het verzet, dat in zijn veelzijdige activiteit van 15 Mei 1940 tot 5 Mei 1945 in stijgende mate den vijand heeft geschaad en op onvergetelijke wijze tot de bevrijding van het Vaderland heeft bijgedragen”, zo luidde de motivatie.
In Amsterdam is in het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer een plein naar hem vernoemd, het Louis Jansenplein.
Het Verzetskruis
Begraven op ereveld in Loenen
Lou Jansen werd op 28 maart 1900 geboren in Amsterdam. Hij was kantoorbediende en vertegenwoordiger tot hij in 1938 lid werd van het secretariaat van de CPN. Van 8 september 1935 tot 1 maart 1941 was hij lid van de Amsterdamse gemeenteraad. Overigens mocht hij vanaf juli 1940, toen de CPN door de bezetters verboden werd, niet meer deelnemen aan de werkzaamheden van de gemeenteraad.
Jan Dieters werd op 31 januari 1901 geboren in Kolham, gemeente Slochteren. Hij volgde na de lagere school het ULO en de handelsavondschool. Toen hij negentien jaar was ging hij naar Amsterdam. Werk kon hij ook daar niet gemakkelijk vinden. Als werkloze kwam hij in aanraking met de door de CPN gestimuleerde Werklozen Strijd Comités.
In 1931 meldde hij zich aan als lid van de CPN. In 1932 werd hij lid van het partijbestuur en kreeg hij de leiding over de Werklozen Strijd Comités. In 1938 werd hij directeur van het Volksdagblad, de voorloper van De Waarheid.
Lou Jansen en Jan Dieters liggen nabij elkaar begraven op het Nationaal Ereveld in Loenen op de Veluwe.
Naar schatting zijn minstens 1500 communisten door de Duitse bezetters om het leven gebracht of omgekomen in concentratiekampen. Nog eens duizenden wisten die kampen te overleven, maar hielden daarvan wel trauma’s over.
In mei 1940 telde de CPN circa 13.000 leden. De partij kende ook een aantal ‘geheime’ leden. Dat waren mensen in overheidsdienst. Vóór de Tweede Wereldoorlog was het voor ambtenaren - tot en met vuilnisophalers en tramconducteurs - verboden lid te zijn van de CPN. Het ‘geheime’ lidmaatschap had in de illegaliteit natuurlijk ook z’n voordelen, omdat de focus van de bezetter niet direct op die mensen was gericht.
SluitenGeplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 02 februari 2021
Over Louis Jansen
Geplaatst door M. Rodenburg op 07 september 2020