Gerritdina Jolink

1888-1945

0

Oorlogsslachtoffer

Is 56 jaar geworden

Geboren op 20-12-1888 in Wisch 

Overleden op 02-02-1945 in Ravensbrück 



Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

Verzetsportretten: Gerritdina Jolink

Gerri Jolink uit Varsseveld was, net als haar zus Mini, lerares op de School met den Bijbel. De dames Jolink maakten tijdens de oorlog deel uit van het verzet, door Joodse en niet-Joodse onderduikers in hun huis te verbergen. Voor de onderduikers... Lees meer
Gerri Jolink uit Varsseveld was, net als haar zus Mini, lerares op de School met den Bijbel. De dames Jolink maakten tijdens de oorlog deel uit van het verzet, door Joodse en niet-Joodse onderduikers in hun huis te verbergen. Voor de onderduikers was er op de zolderkamer van het huis een geheime bergplaats ingericht. De toegang, een luik achter de trap, werd door kleding aan het oog onttrokken.In de buurt wist niemand dat de dames onderduikers in huis hadden. Niemand vermoedde het ook, omdat er naast de dames Jolink een NSB’er woonde, die regelmatig het grasveld van de twee zussen maaide. Gerri en Mini hadden met de mensen die er wel iets van afwisten afgesproken dat via de deurbel doorgegeven zou worden of er onraad dreigde: drie keer bellen betekende goed volk en één keer bellen betekende foute boel. In het laatste geval gingen de onderduikers, die overdag gewoon in het huis rondliepen, snel naar hun schuilplek op zolder. Op 16 februari 1944 ging het mis. Om 5 uur 's middags werd er door landwachters en SD uit Ommen een inval gedaan. De boel is waarschijnlijk verraden. Er werd drie keer gebeld, waardoor niemand in huis iets vermoedde. De deur werd opengedaan en de overvallers stormden naar binnen. Op dat moment waren zes Joodse onderduikers en een 22-jarige niet-Joodse jongen in huis. Toen ze gevonden werden en zich verzetten tegen hun arrestatie, brak er een vechtpartij uit waarbij geschoten werd. De niet-Joodse onderduiker, Nico Gitz, werd dodelijk getroffen en twee Joodse onderduikers raakten gewond. De Joodse onderduikers werden meegenomen, evenals een tijdens de huiszoeking gevonden radio en seintoestel. De dames Jolink werden in eerste instantie met rust gelaten, mede door invloed van burgemeester Boot. Die wist de Duitse soldaten ervan te overtuigen dat de dames Jolink geestelijk niet helemaal in orde waren; ze stonden in de buurt tenslotte bekend als 'simpele zielen'. Maar omdat de zussen rouwkaarten verstuurden voor de doodgeschoten Nico, waarop ze schreven dat hij voor zijn vaderland was gestorven, moesten Gerri en Mini zich enkele dagen later alsnog melden. Hoewel de dames onderduikadressen aangeboden kregen, besloten ze hiervan geen gebruik te maken. Getooid met oranje strikken in hun haar meldden zij zich op het gemeentehuis. Gerri en Mini werden via de gevangenis in Arnhem naar kamp Vught overgebracht, waar zij een gevangenisstraf van zes maanden moesten uitzitten. Vlak voordat hun straftijd om was, werden de gevangenen uit Vught naar kampen in Duitsland overgebracht, omdat de geallieerden dichterbij kwamen. Gerri en Mini kwamen in Ravensbrück terecht. Mini Jolink kwam daar om het leven op 30 november 1944 en Gerri op 2 februari 1945. Van de onderduikers heeft één het overleefd: mevrouw Couzijn. Zij werd op het moment van de inval bij de buren verpleegd omdat ze ziek was. Haar man en kind, die wel in het huis van de dames Jolink aanwezig waren, zijn weggevoerd en nooit meer teruggekeerd. Sluiten
Bron: Herinneringscentrum Kamp Westerbork

Geplaatst door b.h.a. van der woude op 05 juli 2020

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een verhaal of document toe

Log in om een bijdrage toe te voegen
Menu