Hendrik de Jong
1906-1942
Oorlogsslachtoffer
Is 35 jaar geworden
Geboren op 09-07-1906 in Zaandam
Overleden op 09-03-1942 in Straat Madoera a/b Hr. Ms. Jan van Amstel
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Hendrik de Jong, de lange oorlog van een trouwe dochter
Melanie Bes-de Jong heeft haar vader nooit echt gekend. Ze was negen maanden oud toen hij op 11 maart 1942 een zeemansgraf vond in de Straat van Madoera (die de Indonesische eilanden Java en Madura scheidt). Hendrik de Jong was toen 35 jaar, een jonge man nog. Maar oud genoeg om zijn eed aan Koningin en Vaderland gestand te doen en om tot de dood daar op volgde achter zijn bemanning te blijven staan.
Voor Hendrik de Jong was de oorlog voorbij. Voor Melanie Bes heeft hij nog decennia geduurd. Maar uiteindelijk heeft zij haar vader wel gevonden. Op 27 februari 1942 had de Slag in de Javazee al plaatsgevonden. De oorlogskansen van Nederlands-Indië waren slechter dan slecht. Japan beheerste de Indonesische wateren.
Hendrik de Jong was toen de oorlog in Nederlands Indië begon commandant op Hr.Ms. Eland Dubois, een mijnenveger, die ook als mijnenlegger kon dienen. Er waren daar ter plaatse nog drie soortgelijke schepen. De oorlogssituatie was al zo dat er orders van kracht moesten worden die alleen onder uiterste noodomstandigheden konden gelden. De meerderen van Hendrik de Jong en zijn drie collega’s kregen de orders veel te laat. De verantwoordelijke personen kozen vervolgens voor hun persoonlijke veiligheid.
Die orders behelsden dat geen schip in Japanse handen mocht vallen. Uitwijken naar Australië was de opdracht, en als dat niet lukte zelf het schip tot zinken brengen.
Hendrik de Jong wist hoe laat het was. Hij nam thuis afscheid van zijn geliefden, wetend dat hij hen nooit meer zou terugzien. Toen ging hij terug naar zijn schip om zijn orders uit te voeren. De commandant van een ander schip, Hr.Ms. Bitter, nam andere maatregelen. Hij bracht zijn schip in de haven van Soerabaja tot zinken en ging met de bus naar Soerabaja. Dat leverde hem na de oorlog weliswaar een veroordeling door de Krijgsraad op, maar hij redde zo zijn leven.
De Jong deed het anders. Toen zijn schip averij had opgelopen, liet hij zijn olie overpompen naar een ander schip (Hr.Ms. Abraham Crijnssen, tot vandaag bij de Marine in Den Helder in gebruik als museumschip). Vervolgens liet hij Hr.Ms. Eland Dubois zinken. Nadat hij het restant olie had overgepompt naar de mijnenveger Hr. Ms. Jan van Amstel ging hij met zijn overgebleven bemanning (er waren er gedeserteerd) aan boord van dat schip. Ook daar was Australië de bestemming van, maar ondanks de aangebrachte camouflage werden ze gespot door een Japans vliegtuig en kort daarna door een torpedobootjager onder vuur genomen. De overlevenden zaten drie etmalen zonder eten en drinken op een vlot. Commandant de Jong besloot uiteindelijk met twee anderen zwemmend naar hulp te zoeken. Na enige tijd gingen de andere twee terug naar het vlot. Zij zouden uiteindelijk op Bali aanspoelen. Van De Jong is nooit meer iets vernomen.
Uiteindelijk bezette Japan heel Nederlands-Indië en richtte daar een schrikbewind in. Mevrouw de Jong en haar vier kinderen kwamen in Jappenkampen. Toen ze na de oorlog werden bevrijd konden ze uiteindelijk naar Nederland terugreizen, waar ze begin 1946 aankwamen. De jongste van de vier, Melanie, was toen 4½ jaar oud.
“Het klinkt gek, maar eigenlijk begon mijn oorlog toen pas”, zegt ze zo veel jaren later. “Ik had geen vader meer. In feite kende ik het hele concept vader niet. Ik had een moeder, broers en een zus, maar geen vader. Geen idee wat zo iemand in een gezin betekende. Er was wel een foto van vader, maar er werd nooit over hem gepraat. Moeder begon er nog wel eens over, maar bedekte vooral haar leed. Mijn broers en zus wilden niet over hem beginnen, omdat ze me wilden beschermen. Ik wilde erbij horen maar ik werd buiten gesloten.
Overigens was mijn voornaam bepaald door mijn vader. Samen met mijn moeder had hij de film Gone with the Wind gezien. Melanie was de naam van een hoofdpersoon uit die film. Scarlett die van een andere hoofdpersoon. Scarlett Melanie vond mijn moeder te gortig, maar Melanie mocht wel.”
Melanie Bes leefde tientallen jaren met dat gevoel van buiten gesloten te zijn. Ze had inmiddels wel de nodige kennis omtrent haar vader en zijn sneuvelen opgedaan. In 2007 was ze er met acht familieleden bij toen op de Begraafplaats Kembang Kuning in Soerabaja een plaquette werd onthuld ter nagedachtenis aan de gevallenen bij de hierboven omschreven gebeurtenissen. Dat was een door de Oorlogsgravenstichting georganiseerde plechtigheid, die grote indruk maakte. Het was duidelijk dat Hendrik de Jong had bestaan en dat hij een dapper en eerbaar man was geweest. Tot hun verbazing zagen ze dat hij volgens de plaquette was onderscheiden met een hoge onderscheiding, het Bronzen Kruis. Hij had als enige van de groep gesneuvelden die onderscheiding gekregen. Melanie en haar man Siem (oud-marineman) besloten om een en ander uit te zoeken, maar dat bleek gemakkelijker gezegd dan gedaan.
In 2018 kon Melanie Bes niet meer verder met haar verleden. “Ik kon niets meer, alleen maar huilen. Mijn darmen werkten niet. Eigenlijk werkte er niets meer. Darmonderzoek leverde niets op en ik kon ook niet vertellen wat ik mankeerde. Er kwam gewoon geen woord uit. Tot ik besefte dat wat ik mankeerde niet lichamelijk was, maar geestelijk. Toen ik de arts al huilend mijn verhaal vertelde, raadde hij me aan hulp te zoeken. De Bond Nederlandse Militaire Oorlogsslachtoffers (BNMO), daar hebben ze me in lange gesprekken weer in evenwicht weten te brengen. Ik ontdekte tijdens de herdenking van de Capitulatie Japan, dat mijn tijd in het Jappenkamp een groot zwart gat was. Ik weet alleen nog dat ik eruit kwam en dat alle kinderen op de boot naar Nederland mazelen hadden. In die tijd ontstond een versterkt verlangen om mijn vader echt te leren kennen.”
Uiteindelijk werd ook het raadsel van het Bronzen Kruis opgelost. Toen de familie De Jong aangaf prijs te stellen op postume uitreiking daarvan, bleek dat er een fout was gemaakt. Het Bronzen Kruis bleek aan een andere H. de Jong te zijn toegekend. De manier waarop dat werd gecommuniceerd was op zijn zachtst gezegd nogal afstandelijk. De Oorlogsgravenstichting nam de schuld op zich, maar is in de ogen van de familie nauwelijks laakbaar. Gelukkig werd de pijn vergoed door de postume toekenning aan Hendrik de Jong van het Mobilisatie Oorlogs Kruis. De uitreiking daarvan vond plaats in het Inloophuis voor Veteranen in Schagen, waarbij het echtpaar Bes inmiddels betrokken was geraakt.
Dat is mooi werk en in het geval van Melanie is het ook therapeutisch. “Dit werk past bij mijn behoefte na mijn problemen. Siem en ik hebben er een flinke training voor ondergaan, wat uiteraard weer van alles en nog wat bij mij losmaakte.
Via deze trainer, Luitenant Kolonel Hendrik Jan van Tilburg en dankzij de inzet van de voorzitter van ons inloophuis, Frans van Zwam, ben ik veel dingen over mijn vader te weten gekomen. Dat hij als een goed vaderlander heeft gehandeld. Op 11 maart 2022 werd op de Hr.Ms. Abraham Crijnssen (toen betrokken bij de gevechten in Nederlands- Indië, nu museumschip in Den Helder) een Vlaggenparade voor Hendrik de Jong gehouden. Dat gebeurde met de volledige instemming van de Groepscommandant van de Mijnendienst, Erik Toebast. Hij had via Van Tilburg en Van Zwam het verhaal over Hendrik de Jong gehoord en was daar diep van onder de indruk. Het gebeurde precies 80 jaar na het overlijden van De Jong. In een Vlaggenparade wordt de gesneuvelde eer bewezen met toespraken en door het op een specifieke wijze opvouwen van een vlag. Die vlag wordt dan in een kist gelegd, die aan de nabestaanden wordt overhandigd.
Voor Melanie Bes was het een ontroerend moment, het afsluiten van haar eigen oorlog. “Want uiteindelijk heb ik mijn vader weer gevonden.”
Geplaatst door Coördinator Archief Oorlogsgravenstichting op 03 oktober 2022