Cornelis Louis Kist
1916-1943
Oorlogsslachtoffer
Is 26 jaar geworden
Geboren op 19-07-1916 in Bandoeng, NOI
Overleden op 24-06-1943 in Leusden
Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
Geplaatst door sijtje op 21 september 2014
Geplaatst door sijtje op 21 september 2014
Geplaatst door sijtje op 21 september 2014
Na de winter van 1940/1941 besloot luitenant Kist Nederland te verlaten met als eindbestemming zijn geboorteland, Nederlands-Indië, om zo aan de strijd tegen de bezetter te kunnen deelnemen. Op 10 mei 1941, precies een jaar na de Duitse inval in ons land, startte Loe zijn reis. Deze werd echter een teleurstelling. Bij zijn poging de grote oversteek te maken, kwam hij niet verder dan Marseille. Al eind mei 1941 keerde hij terug in Nederland. Hij kwam weer in Leiden terecht, waar hij voortdurend van adres veranderde. Kennelijk voelde hij zich opgejaagd. Niettemin hervatte Loe zijn 'oude werk'. Daarbij maakte hij dankbaar gebruik van nieuw verkregen materiaal over activiteiten van de bezetter.
Intussen had hij zich ook toegelegd op een escape-line voor mannen die moesten uitwijken. Vooral de zogenaamde Zwitserse-route naar Spanje was nogal in trek. In Zwitserland kregen de Engelandvaarders een visum om via onbezet Frankrijk naar Zuid-Frankrijk te reizen, waar zij de Pyreneeën overtrokken om in Spanje te komen. In de zomer van 1941 was Loe bij allerlei verzetszaken betrokken, zoals bij de poging tot liquidatie van twee verraders in Haarlem. Luitenant Loe Kist, de cadet-vaandrig Gijs de Jong en de luitenant Hans Knoop werden in verband met deze aanslag door de Duitsers gezocht. Zij hielden zich schuil bij een pottenbakker even buiten Leiden. Op 13 oktober 1941 slaagden zij erin, samen met cadet-vaandrig Iep van Olmen, Nederland te verlaten. Bij het Franse Arbois werden ze tijdens het passeren van de demarcatielijn door de Duitsers opgemerkt; Hans Knoop wist te ontkomen, maar de anderen werden gevangen genomen. Omdat zij beweerden vanuit Nederlands-Indië via onbezet Frankrijk op weg te zijn naar Nederland, zetten de Duitsers het trio weer over de linie naar het vrije deel van Frankrijk. Na deze meevaller vervolgden zij hun reis. In Poligny ontmoetten ze het hoofd van de Franse ondergrondse met de schuilnaam Roger le Saule. Deze Le Saule, wiens echte naam Robert baron De Schrevel was, wilde in contact komen met het verzet in Nederland. Afgesproken werd dat Kist als zijn koerier terug zou reizen. De drie anderen, Knoop had zich inmiddels weer aangesloten, reisden door en bereikten veilig Engeland. Le Saule gaf Loe documenten mee voor de Nederlandse ondergrondse beweging. Teruggekeerd in Nederland bezorgde Kist deze aan kapitein dr. J.M. Somer, oud-leraar aan de KMA in Breda, die inmiddels was toegetreden tot de Ordedienst (OD).
Op 26 november 1941 bracht Kist zijn verloofde Nina Baumgarten en de verloofde van Gijs de Jong, Lydia van den Broek, naar Frankrijk, omdat beide jonge vrouwen in Nederland werden gezocht. Zij zijn alle drie gearresteerd. Beide vrouwen in Frankrijk; ze hebben de oorlog wel overleefd. De 'grote vis' Kist liep op 9 januari 1942 op de terugreis naar Nederland in Brussel tegen de lamp. Daar verdween hij in de gevangenis. Kort nadien volgde overbrenging naar het 'Oranjehotel' in Scheveningen. Zijn 'pleegmoeder', mevrouw J. Drost-van Geuns, ontving vandaar een brief van hem met het verzoek enige toiletartikelen te bezorgen. Ook legde zij contacten met een advocatenbureau om hem bij te staan bij het onvermijdelijke proces. Begin juli 1942 werd hij overgebracht naar kamp Amersfoort. Uit correspondentie blijkt dat het hem daar 'goed ging'. De brieven die officieel het kamp uitgingen waren uiteraard gecensureerd. Op 5 december 1942 kwam Loe in de Utrechtse gevangenis terecht. Vijf dagen later sprak het Duitse Feldgericht het doodvonnis tegen hem uit. De eerder door mevrouw Drost geraadpleegde Duitse advocaat Stumme diende nog een gratieverzoek in. Mevrouw Drost kreeg een dag later de gelegenheid hem te bezoeken. Zij mocht een kwartier met hem spreken. Merkwaardig genoeg werd Kist daarna langs een aantal kampen en gevangenissen in Amersfoort, Berlijn, Keulen, Vught, ’s-Hertogenbosch en Haaren gevoerd. Het ingediende gratieverzoek, ondersteund door advocaat Stumme, de doodstraf niet uit te voeren, werd afgewezen, evenals verzoeken om hem nog eenmaal te mogen bezoeken. Wel heeft hij een afscheidsbrief mogen schrijven. Vlak voor zijn einde heeft hij nog een ontvluchtingspoging ondernomen.
Samen met zes lotgenoten, J.H. van Dongen, H.P. Drenth, W.H. 't Hart, J. Hovenkamp, A.C.L. de Klerck en C. Spaans, is Cornelis Louis Kist op 24 juni 1943 op de Leusderheide gefusilleerd. Op 30 juni ontving mevrouw Drost hiervan van het Feldgericht schriftelijk bericht, hierbij was ook zijn afscheidsbrief gevoegd. Voor zijn illegale verkenningsreizen, koeriersdiensten en de hulp aan onderdrukte en vervolgde landgenoten werd hem op 25 maart 1949 postuum de Bronzen Leeuw toegekend. Deze werd in Bandoeng uitgereikt aan zijn broer ir. A.P.F. Kist.
Oorspronkelijk werd Kist begraven te Leusden, vervolgens op Oud Eik en Duinen te Den Haag, waarna zijn stoffelijke resten op 1 april 1965 werden bijgezet op het ereveld in Loenen, vak A, nr. 400.
SluitenGeplaatst door Stichting WO2 Sporen JvZ op 03 februari 2014