Philip Beek

1915-1942

Portret toevoegen?

Klik hier

Oorlogsslachtoffer

Is 27 jaar geworden

Geboren op 19-01-1915 in Amsterdam 

Overleden op 17-06-1942 in Buchenwald 


Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

Philip en Rebecca Beek

Foto uit 1920 van Philip Beek en zijn zusje Rebecca.

Bron: struikelstenenhaarlem.nl

Geplaatst door jghk op 17 augustus 2023

Philip en Rebecca Beek

Philip Beek,slachtoffer van wreed kampregime Buchenwald

Philip Beek werd als eerste kind van drie geboren in Amsterdam op 19 januari 1915 als zoon van Isaac Beek(1882-1936)en Henriëtte Bramson(1882-1943). Vader Isaac was voorzitter van de Joodse gemeente Bussum tussen 1921 en 1926,in 1929 afgetreden... Lees meer

Philip Beek werd als eerste kind van drie geboren in Amsterdam op 19 januari 1915 als zoon van Isaac Beek(1882-1936)en Henriëtte Bramson(1882-1943). Vader Isaac was voorzitter van de Joodse gemeente Bussum tussen 1921 en 1926,in 1929 afgetreden als secretaris, stond aan begin van Vereniging Nederlandse Israëlitische Gemeenten,1932 erelid Israëlitische gemeente Bussum waar het gezin naar toe verhuisde op 7 Oktober 1915, Daar worden dan ook zus Rebecca Elizabeth geboren op 1-10-1917 (zij wordt vermoord 30-4-1944 in Auschwitz) Juli 1939 wordt zij godsdienstonderwijzeres op de Talmoed Torah school, 2e Boerhaavestraat Amsterdam. Als laatste kind wordt zoon Joseph Nicolaas geboren op 19 September 1921, hij doet zijn bar mitswa in Hilversum. Joseph Nicolaas is vermoord in Sobibor 1943, moeder Henriëtte Beek-Bramson in Auschwitz in 1943, zij woonden allen Hoofmanstraat 22 in Haarlem.

Het is inmiddels 1942.

Het verraad in Scheveningen, door Scheveningse landverraders

Diezelfde Jacob Cohen ,in 1938 van Rachel gescheiden, hij wilde het land ontvluchten naar Engeland omdat ook hij Joods is en zijn leven niet meer zeker is. In een getuigenverklaring wordt Jacob Cohen ook A. Groen genoemd. Ook Albert had die plannen en samen met zijn neef Philip Beek(1915),die leraar was in Haarlem wilden zij de overtocht maken. Albert was de jongste passagier op het vluchtschip, de andere passagiers/betrokkenen waren: de Haagse handelsreiziger Willem en zoon Simon van Wieringen (beiden in Auschwitz vermoord), de Scheveninger Jan de Brabander, (overleefde de oorlog),de broers Simon en Leo Fonteijn die in Scheveningen woonden(beide ook familie van Philip), beide vermoord in Buchenwald, Eddy Diamant, Jan Willem de Korver (heeft oorlog overleefd), Albert Levy, Alexander Mazeï en Siegfried Seemannn, een door De Brabander als F. van Beek aangeduide man. Verder de niet nader te traceren A. Levie en een persoon die wordt aangeduid als een ‘Roemeensche Jood’(dat was waarschijnlijk Mazei) Vanuit Scheveningen waren deze mannen van plan de oversteek te maken. Het verlangen van elk van hen om naar Engeland te vluchten bracht hen bij elkaar. De boot, de SCH 81, was geregeld door de moeder van de broers Fonteijn. Ene Aalbert de Jong was door haar broer om advies gevraagd en de Jong vroeg weer aan een collega op vliegveld Ypenburg (de Jong was daar grondarbeider), Dirk Storm of die een boot wist te krijgen voor Joden die wilden vluchten. December 1941 na diverse gesprekken tussen Storm de Jong hebben zij de mensen die wilden vluchten gemeld dat er een schip beschikbaar was. Op 23 December deden de Brabander en Simon Fonteijn een eerste poging de zee over te steken hetgeen mislukte, zij zijn gestrand en moesten onderduiken.

Het schip, de SCH 81, kwam even voor vertrek rond 21.00 op zaterdagavond de haven van Scheveningen binnenlopen. Deze was naar zeggen van Marten Slagter(in gesprek met Storm en de Jong en Leo Poos) in de Tweede Binnenhaven aan de Dr. Lelykade en dit ter hoogte van het loodsencomplex van de Visafslag Het schip, wat was omgenummerd van HD 220 (de Leuntje Jacoba)naar SCH 81, is door de Duitsers geleend van NSB'er Simon Vrolijk, een van de directeuren van de Scheveningse N.V. Vischhandel, Reederij en IJsfabriek v.h. Frank Vrolijk. Van deze rederij was het bekend dat zij met de bezetter heulde. Van Wieringen betaalt ruim 5000 gulden aan de Jong en Storm zou de tocht als schipper maken. Maandagochtend 5 Januari zou men volgens de Jong dan afvaren. Wegens slecht weer is het vertrek dan uitgesteld maar dat is waarschijnlijk om de Duitsers en hun handlangers gelegenheid te geven hen te arresteren wat ook gebeurde op Zondag 4 Januari 1942 rond 23.00 toen allen aan boord waren. Twee vrachtwagen en een personenauto waren volgens getuigenverklaring van De Brabander met ruim 30 personen aanwezig voor die arrestatie. Feitelijk was Jacob niet aan boord daar hij zelf 13 Januari 1942 gearresteerd was door rechercheurs Slagter en Poos zijn woning in de Haagse Vogelwijk, adres Nachtegaalplein16, Daar woonde op dat moment het echtpaar F.D. Graafland-Withagen. Zij hadden Jacob Cohen op 22 december 1941 als onderduiker illegaal huisvesting aangeboden. Jacob had zelfs eerder, nadat hij van stiefzoon Albert het plan gehoord had, een gesprek op het onderduikadres met de rechercheurs gehad om meer te horen over het vluchtplan.

Totaal waren er dus 12 vluchters aan boord van het schip. Die hadden 12 koffers en 2 zeezakken als bagage wat vrij veel was.

De Jong was getrouwd met een Duitse, Käthe Weiss(1908-1983) en die heeft misschien hen aan de Sicherheitspolizei verraden vanwege haar slechte relatie met de Van Wieringen familie. Zij was het in slechte economische staat verkerende Duitsland ontvlucht en in 1927 in Den Haag komen wonen en sinds 6 Juni 1928 was zij inwonend dienstbode bij deze familie, toen nog wonend op het Haagse Weteringplein in een winkelpand. Hoofd van de familie was Willem van Wieringen, een handelsreiziger, hij had 2 kinderen. De onderlinge verstandhouding was volgens haar latere echtgenoot de Jong slecht en zij vertrok daar Mei 1930.Dat jaar trouwde zij met de vroegere haringventer Aalbert de Jong.

Philip, die te boek staat als lid “Algemeen Verzet “, wordt op 7-1-1942 overgebracht naar het beruchte Oranjehotel te Scheveningen, waarvan geen bewijs is te vinden, aannemelijker is dat het de strafgevangenis was aan de Pompstationsweg. Volgens Rode Kruis documenten zou Philip ook in kamp Amersfoort zijn geweest, documenten daarvan zijn echter niet te vinden. Hij beland 31 maart 1942 in kamp Buchenwald (volgens documenten door de SD Scheveningen ingeleverd),krijgt nummer 1789 en wordt vermoord 17 Juni 1942. Opgegeven beroep op transportlijst: leraar/onderwijzer. Kampcommandant toen was SS Oberführer Hermann Pister(1885-1948)Philip zat waarschijnlijk eerst in ziekenboeg waar hij om 0630 dood wordt verklaard, zogenaamd “akute Herzschwaeche “.Voorbeeld van Nazi bureaucratie rond Philips overlijden: bij zijn dood bezat hij 30 Reichsmark, dat zou ten goede moeten komen aan zijn moeder maar er ging al 2 Mark 10 af voor portokosten, overschrijfkosten aan de Sicherheitspolizei in Amsterdam bedroegen 27 Mark 48, dan blijven er 42 Pfennig over en ook die belanden in de zakken van Philips moordenaars (informatie van Archiv Buchenwald) Philips naam komt voor op de Erelijst der Gevallenen die sinds 1960 in de Tweede Kamer ligt en waarvan elke dag een pagina wordt omgeslagen. Pister werd ter dood veroordeeld in Buchenwald proces maar overleed in de gevangenis 28 September 1948.

Zowel neef Albert Beek als Philip waren in Buchenwald ingedeeld in zgn. Arbeidskommandos: Strassenbau: stratenbouw; hierin waren 200 gevangenen ingedeeld en Steinbruch: stenen breken, uit nabijgelegen steengroeve. De stenen werden voor die straten gebruikt en een ervan heet treffend “Blutstrasse”, Bloedstraat.

Daders/verraders:

De Jong, Aalbert, geboren 17.11.1906 te Scheveningen (overleden in Duitsland 1967), een

Voormalig haringvisser, veroordeeld tot 20 jaar

Storm, Dirk, geboren 28.01.1914 te Scheveningen. Lid NSB, veroordeeld tot 15 jaar.

Uitvoerders arrestatie:

Leonhardus Poos geboren 16-4-1901, kapitein Staatspolitie,1941 rechercheur Haagse Documentatiedienst en bij de Sicherheitspolizei.

Marten Slagter geboren 30-3-1904, inspecteur 1e klasse Staatsrecherche, Oberleutnant Schützpolizei,1941 rechercheur Haagse Documentatiedienst

In 1942 waren ze beide toegetreden tot Afdeling IV ,bestrijding van sabotage en spionage.

Beiden werden eerst in 1948 tot doodstraf veroordeeld, daarna in hoger beroep tot levenslang veroordeeld. Maar in 1963 stonden ze al weer buiten op straat!

Sluiten
Bron: Dossiers Justitie Vermiste Personen nrs. 2.09.34.01 en 02,Nationaal Archief Jaarboek 2011 die Haghe: Het verraad van Scheveningen, auteur Piet Spaans (het ontsnappingsverhaal) Museum Gross Rosen Rode Kruis, Raymund Schutz, dossiers Albert en Philip Beek Museum Auschwitz, Ewa Bazan Archiv Stiftung Gedenkstätten Buchenwald und Mittelbau-Dora, Frau Sabine Stein, Leiterin MAUTHAUSEN MEMORIAL | KZ-GEDENKSTÄTTE, Dr. Gregor Holzinger en Peter Egger ITS Bad Arolsen Gemeentearchief Den Haag

Geplaatst door beek1956 op 21 december 2018

Verraad in Scheveningen

Philip Beek is op 19 januari 1915 in Amsterdam geboren en groeit met een jongere broer en zusje op in Bussum. Zijn vader, Isaac Beek, was voorzitter van de Joodse Gemeente Bussum (nu NIG-Bussum) tussen 1921 en 1926 en daarna nog drie jaar... Lees meer
Philip Beek is op 19 januari 1915 in Amsterdam geboren en groeit met een jongere broer en zusje op in Bussum. Zijn vader, Isaac Beek, was voorzitter van de Joodse Gemeente Bussum (nu NIG-Bussum) tussen 1921 en 1926 en daarna nog drie jaar secretaris. In 1932 werd hij tot erelid benoemd. Hij stond ook aan begin van de Vereniging Nederlandsch-Israëlitische Gemeenten. Ze verhuizen naar de Silenestraat 21 in Hilversum, waar Isaac op 6 januari 1936 door ziekte overlijdt. Philip en zijn moeder, Henriette Beek-Bramson, verhuizen dan naar de Hoofmanstraat 22 in Haarlem, waar hij leraar wordt.Op 4 januari 1942 probeert hij samen met zijn verre neef Albert uit Den Haag, Jan de Brabander, Eddy Diamant, de broers Simon en Leo Fonteijn, Jan de Korver, Albert Levy, Alexander Mazeï, Siegfried Seemann, Willem van Wieringen en zijn zoon Simon vanuit Scheveningen naar Engeland te varen.De boot is geregeld door de moeder van Simon en Leo Fonteijn. Haar broer heeft advies gevraagd aan Aalbert de Jong, een voormalige Scheveningse haringvisser, wiens boot in beslag was genomen. De Jong werkt op vliegveld Ypenburg. Daar werkt ook Dirk Storm, eveneens uit Scheveningen. Storm is een NSB'er, maar dat weet De Jong niet. Hij vertelt Storm dat hij een boot zoekt voor Joden die willen vluchten.Enkele uren voor het vertrek is het schip, de SCH 81, de haven van Scheveningen binnengelopen. Het schip is door de Duitsers geleend van NSB'er Simon Vrolijk, een van de directeuren van Scheveningse N.V. Vischhandel, Reederij en IJsfabriek v.h. Frank Vrolijk. De Korver en De Brabander lopen op 4 januari met Eddie Diamant naar de haven, ieder een aktetas met een pistool en wat eten onder de arm. Ze komen als eersten aan boord. Ook de anderen komen aan boord en Van Wieringen betaalt De Jong ongeveer 5.000 gulden. Storm zal als schipper meegaan. Wegens te harde wind wordt het vertrek uitgesteld.Intussen arriveren twee politiewagens bij het schip. De vluchtelingen en hun bagage worden van boord gehaald en naar de gevangenis van Scheveningen gebracht, waar ze verhoord worden. Philip Beek komt via kamp Amersfoort op 31 maart 1942 terecht in concentratiekamp Buchenwald, waar hij nummer 1789 krijgt. Hij sterft op 17 juni 1942 om 6:30 uur. Alleen Jan de Korver en Jan de Brabander overleven het verraad. Sluiten
Bron: Museum Engelandvaarders Noordwijk

Geplaatst door Stichting WO2 Sporen JvZ op 18 oktober 2017

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een verhaal of document toe

Log in om een bijdrage toe te voegen
Menu