Cornelis Willem Knipscheer

1913-1943

0

Oorlogsslachtoffer

Is 29 jaar geworden

Geboren op 23-05-1913 in Wageningen 

Overleden op 03-05-1943 in Arnhem 



Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

Krantenknipsel

Cornelis Willem Knipscheer
Bron: Arnhemsche courant 03-06-1946

Geplaatst door Wulfert Hop op 02 oktober 2020

37920abc76f6cfed156930f319a07b05 v1

Levensgeschiedenis van Cornelis Willem Knipscheer

Cor werkte bij de Hevea fabrieken in Arnhem, het Heveadorp, en heeft daar zijn vriendin, Stien, leren kennen, waar hij enige tijd later mee is verloofd. Begin april 1943 werd er van het gezin, op verzoek van Cor, een groepsfoto gemaakt. Met... Lees meer

Cor werkte bij de Hevea fabrieken in Arnhem, het Heveadorp, en heeft daar zijn vriendin, Stien, leren kennen, waar hij enige tijd later mee is verloofd. Begin april 1943 werd er van het gezin, op verzoek van Cor, een groepsfoto gemaakt. Met Pasen, enkele dagen later, gingen Cor en Stien naar Groningen en werd er kennis gemaakt met de familie van Stien. Tot zelfs ver buiten de stad Groningen bezochten zij de familie. Het was voor het eerst dat hij al deze familieleden bezocht.

Hij maakte nog een paar vakantiedagen op met de gedachte: “Je weet maar nooit wat er gebeurt in deze onzekere tijd, dan heb je ze maar gehad.” Als zijn grootvader jarig is op 29 april 1943 werd die verjaardag bij hem thuis gevierd. Ook dan ontmoette hij nog familieleden van Stien. Op die zelfde dag verscheen er in de dagbladen een mededeling van generaal Friedrich Christiansen, militair bevelhebber in Nederland, dat alle 300.000 aanvankelijk vrijgelaten Nederlandse krijgsgevangenen worden opgeroepen om opnieuw in krijgsgevangenschap te worden weggevoerd.

De oproep van Christiansen sloeg in als een bom. In Twente, het eerst in Hengelo, bij de machinefabriek van Stork, braken onmiddellijk proteststakingen en demonstraties uit. Het Twentse voorbeeld vond navolging in Nederland. In Wageningen was het onrustig druk op 30 april. Mensen stonden in rijen te wachten voor de levensmiddelenwinkels. Geleidelijk werden de winkels gesloten. De personeelsleden van het Scheepsbouwkundig Proefstation staakten. Het personeel van Zomer en Keuning legden het werk neer. Op het Stadhuis en bij de PGEM werd niet meer gewerkt. In Ede staakten de werknemers van de ENKA. In de gemeente Renkum werd gestaakt bij de Heveafabrieken, Schut papierfabriek, Raanhuis, Peelen en Hofwegen wasserijen. De burgemeester van Wageningen werd door de burgemeester van Ede in kennis gesteld dat hij moest verschijnen, op vrijdag 30 april 1943 om 15.30 uur bij de commandant van de Waffen-SS, in de Barbara Stichting, Stationsweg te Ede, voor een bespreking. De burgemeester was uitstedig, de locoburgemeester en de gemeente-secretaris namen de honneurs waar. Diezelfde middag maakte de (loco) burgemeester op last van de Duitse bezetter bekend, dat staken van arbeid ten strengste verboden is. Zij die hun arbeid hebben neergelegd dienen deze onmiddellijk in ieder geval voor zaterdagmorgen 10.00 uur te hervatten. Een ieder die dat nalaat, wordt in opdracht van de Rijkscommissaris als saboteur aangemerkt en zal terstond in hechtenis worden genomen, terwijl zo nodig op hem het standrecht zal worden toegepast. Ook bij de HEVEA-fabrieken in HEVEADORP werd in de loop van de dag het werk stil gelegd en hoewel het kantoorpersoneel, waartoe Cor behoorde, zich vrijwel van staking onthield, werd ook dat gedeelte van het bedrijf in de vroege middag stop gezet en kwam Cor tegen 2 uur thuis.

Zaterdag 1 mei werden de bedrijven gedwongen voor 12.30 uur een lijst met stakers in te leveren. De Höhere SS- und Polizeiführer in het bezette Nederland, Rauter, kondigde op 1 mei 1943 het standrecht af. Die ochtend ging Cor op de gewone tijd, ’s-morgens om half acht, van huis. "Als er kogels uitgedeeld worden en er slachtoffers moeten vallen, dan behoor ik daar liever niet bij", waren de woorden waarmee hij vertrok. Hij kwam op tijd op kantoor, werkte de gehele morgen, ontving zijn salaris over april, en kwam op de gewone tijd weer thuis. Het fabriekspersoneel bleef staken, maar de staking werd wel al als mislukt beschouwd. Op 2 mei 1943 beval de directeur generaal van politie te Arnhem geen waarschuwingsschoten meer te lossen maar bij samenscholingen en demonstraties onmiddellijk raak te schieten zonder aanzien des persoon. Het uitgaansverbod werd beperkt van 20.00 uur tot 4.00 uur. Op maandag 3 mei ging Cor weer gewoon naar zijn werk, niet vermoedend dat het fabriekspersoneel het kantoorpersoneel de toegang weigerde. De meeste uit Arnhem komende kantoorbedien­den besloten nu terug te gaan naar Arnhem om zich daar te melden bij het filiaal op het Roermondsplein. Ook Cor sloot zich daarbij aan en meldde zich bij dat filiaal. Zij bleven daar, totdat, na telefonische mededeling van HEVEADORP, men weer ongehinderd het terrein kon betreden. De overvalwagens voor de stakende arbeiders zijn of al aanwezig, of onderweg. Per eerste tram gingen zij terug en konden onge­hinderd op kantoor weer aan het werk. Ongeveer half elf was Cor op kantoor, zodat hij op z'n hoogst twee uur later op zijn werk was verschenen dan gewoonlijk. Om ongeveer 9 uur trachtten zijn ouders nog om hem telefo­nisch te bereiken en hem iets te vragen, maar krijgen geen aansluiting. Men dacht aan een storing. Om half tien nog eens geprobeerd. Zij kregen dan verbinding, maar men kon Cor niet doorverbinden omdat de toestand nogal onrustig was. Er werd ook geschoten. Ongeveer kwart over elf belde Cor naar huis om zijn vader te vertellen, dat alles in orde is. "Maak je maar niet ongerust, in ben weer gewoon aan het werk en vanavond vertel ik alles wel." Dit waren de laatste woorden die zijn vader van hem hoorde, verder niets vermoedend; Cor staakt niet en doet gewoon zijn werk. Het personeel mocht echter van de aanwezige Duitsers het terrein niet meer verlaten. In de late namiddag werd een groot deel van het kantoorpersoneel door de SS-officieren verhoord, waaronder ook Cor. Na zijn verhoor ontving hij zijn persoons­bewijs weer terug en ging weer aan het werk. Juist op het moment dat hij zijn verloofde wilde bellen en haar wilde geruststellen werd hem door zijn chef verteld dat hij zich opnieuw bij de SS-officieren moest vervoegen, evenals een aantal van zijn collega's. Nog niets kwaads vermoedend werden een 16-tal 'onder de wacht gesteld' en moesten vrijwel onbeweeglijk in een rij blijven staan. Als gevolg van Cor z'n mismaakte voet en toevallig die dag z'n nieuwe schoenen, kon hij moeilijk zo in de houding blijven staan. Hij moest de aangegeven houding wel eens laten varen, waardoor hij enige malen hardhandig door de Duitsers werd aangepakt. In groepen van 4 werden ze opnieuw verhoord voor het eigenlijke Standgerecht. Daar werd hun gevraagd of ze wisten wat het standrecht betekende en hoe het standgerecht werkte. Cor kwam in de laatste groep van 4 en er werd ongeveer als volgt geantwoord: “men mag niet staken en men moet om 8 uur 's-avonds binnen zijn”. Na een korte bespreking werd aan één van deze vier (een gehuwd man met kinderen) na teruggave van zijn persoonsbewijs gezegd: 'Sie sind frei' en tegen de andere drie (waaronder ook Cor): 'Innerhalb 10 minuten werden Sie entschossen.' Hierna werden zij zonder enige verdediging of wat dan ook direct op de overvalwagen naar Arnhem vervoerd.

Direct na aankomst aldaar is het doodvonnis voltrokken. Het over hen gevelde vonnis werd medegedeeld aan de zich nog steeds 'onder de wacht' bevindende en reeds verhoord zijnde collega's, die natuurlijk zeer ontdaan waren over het lot van hun drie volmaakt onschuldige collega's; WEIMAR, gehuwd met een Duitse vrouw (hadden zij dat geweten, dan was hij zeer zeker gespaard gebleven) doch zonder kinderen, KNIPSCHEER en QUADVLIEG, beiden ongehuwd. Men begreep dat deze mensen eenvoudig tot voorbeeld gesteld werden voor het kantoorpersoneel in geheel Gelderland om dat personeel te laten zien welk lot hun te wachten zou staan, wanneer ze ook eens lust tot staken zouden hebben. De executie is vermoedelijk voltrokken op het terrein van de Saxen-Weimar-kazerne of op de Galgenberg, waar de slachtof­fers vermoedelijk ook zijn begraven. Thuis werd door één van de collega's verteld, dat Cor wat later komt omdat hij nog even verhoord moet worden. Later werd, na telefonische informatie, verteld dat Cor in HEVEADORP zou blijven overnachten, omdat hij niet meer voor 8 uur thuis kon zijn. Er van overtuigd dat Cor niet heeft gestaakt gingen ze rustig naar bed niet vermoedend, dat Cor al op de overvalwagen was weggevoerd. 's-Nachts om 2.20 uur werden ze door de Arnhemse politie uit bed gebeld met de mededeling, dat Cor, behorende tot de sta­kers van de HEVEA-Fabrieken op grond daarvan door de Duitse instantie is terechtgesteld. Dit kwam zo ongelooflijk over dat men meende, dat deze medede­ling voor een ander adres bestemd moest zijn. De politie zou nader informeren. Om 4 uur konden ze bij de Sicherheits-polizei komen voor nadere informatie. Daar aangekomen moesten ze weer om 8 uur terugkomen. Toen werd de boodschap bevestigd. Het stoffelijk overschot werd niet beschikbaar gesteld. Cor was begraven in een massagraf, waarvan de plaats niet bekend werd gemaakt. Stien en haar familie, hoewel op Heveadorp wonende, vernamen de droevige tijding eerst op 4 mei.

Eerst weken later ontvingen zijn ouders pas een mededeling van het gemeentebestuur dat het overlijden door de Duitse instanties was aangegeven en dat een akte van overlijden kon worden opgemaakt. Doodsoorzaak, nog de plaats van overlijden of begraafplaats was daarin vermeld.

(Vanaf 1 mei 1943 werden tientallen mensen opgepakt en overgebracht naar de SD te Arnhem. Velen belandden uiteindelijk in kamp Vught. In het hele land werden 80 stand-rechtelijke executies uitgevoerd en 900 mensen gearresteerd en naar kamp Vught overgebracht)

Na de oorlog werden de stoffelijke resten gevonden en werd Cor herbeg

Sluiten
Bron: Louis Knipscheer, auteur "Knipscheer Genealogie

Geplaatst door Louis Agaath Knipscheer op 18 januari 2017

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een verhaal of document toe

Log in om een bijdrage toe te voegen

Begraafplaats Moscowa te Arnhem


Vak/rij/nummer 6 L209

Nationaal archief

Bekijk persoonsdossier

Monument

Naam:
Arnhem, monument aan de Waterbergseweg

Plaats:
Arnhem

Arnhem, monument aan de Waterbergseweg
Menu