Adriaan Koopman (schuilnaam Van den Berg) raakt tijdens de oorlog al snel betrokken bij het verzet, eind 1940 begin 1941 worden de eerste contacten gelegd. Adriaan is getrouwd met Marie en samen hebben zij een dochter, Irma. In de Schlegelstraat 133 in Den Haag heeft de familie een bloemen- en mandenzaak en een werkplaats. In deze werkplaats worden de eerste nummers van de verzetskranten ‘Voor God en den Koning’ en ‘Vrij Nederland’ gedrukt.Eind juni 1941 wordt Adriaan voor de eerste keer opgepakt, omdat er weinig bewijzen tegen hem zijn wordt hij weer vrijgelaten, maar moet zich elke week bij de Duitse autoriteiten melden. Vermoedelijk wordt hij sinds die tijd door de Sicherheitsdienst (SD) geschaduwd. Het is voor het verzet duidelijk dat hij nu een risico is en er een onderduikadres moet worden geregeld om verdere arrestaties te voorkomen. Ook zijn vrouw en dochter moeten nu onderduiken omdat ze opgepakt zullen worden als Adriaan zich niet bij de Duitsers meldt. Marie en Irma zitten zelfs ondergedoken in een varkensstal.Helaas blijft Adriaan zijn vrouw hem in Den Haag bezoeken en in september 1941 wordt Adriaan door de SD aangehouden terwijl ze samen door de stad wandelen. Adriaan wordt naar Scheveningen en Amersfoort gebracht en daar zwaar mishandeld, negen maanden na zijn vrijlating geeft hij nog steeds bloed op.Wat Adriaan in Kamp Amersfoort aan terreur meemaakt motiveert hem om zich nu helemaal in het verzet te storten. Hij gaat werken voor verschillende verzetsgroepen, onder andere voor de Haagse verzetsgroep ‘Voor God en den Koning’, voor ‘Vrij Nederland’, voor ‘The Netherlands Intelligence Service’, voor de Haagse Knokploeg (KP), de KP-Utrecht en voor PIETAB, het latere OXO. Adriaan bezit in de oorlog ook een ring met daarin een nummer van The Netherlands Intelligence Service. Er zijn al drie nummers voor de verzetskrant ‘Voor God den Koning’ gedrukt als deze groep contact opneemt met Adriaan. Adriaan gaat dan samenwerken met Carsbeek; als die wordt neergeschoten wordt Adriaan een van de leidende figuren in deze groep. Ze houden zich dan voornamelijk bezig met hulp aan onderduikers en spionage activiteiten.Op 16 juni 1944 wordt Adriaan door de (SD) opgepakt na het verraad van V-Mann en politieagent Peter Marsman. Adriaan wordt via het Oranjehotel naar het concentratiekamp Herzogenbusch (Vught) gebracht en krijgt daar 50 dagen eenzame opsluiting in de bunker. Adriaan wordt in deze tijd ook veelvuldig verhoord. Op 4 september 1944 wordt Adriaan in Vught gefusilleerd. Zijn vrouw en dochter worden hiervan onofficieel op de hoogte gesteld door een rechercheur. Op 22 juni 1945 krijgt de familie officieel bericht van het Afwikkelingsbureau concentratiekampen Vught dat Adriaan is overleden.Zijn vrouw ontvangt een condoleance per brief van luitenant-kolonel Somer die The Netherlands Intelligence Service in Londen en Noord-Brabant heeft geleid. Ook ontvangt zij nog een uitnodiging voor het afscheidsdiner van de groep PIETAB. Sluiten