Bijdragen
De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:
"Met vertrouwen aanvaarden al zou ik het zo graag anders willen"
Gezin Kooijmans
Willem is een van de jongsten in gezin met negen kinderen. Vader onderwijzer, moeder talentvol, maar door echtgenoot belemmerd in haar mogelijkheden. Overgestapt van Gereformeerde naar Hervormde Kerk. Hoofd lagere school in De Steeg, Groningen, Zaandam en vervolgens Amsterdam. Woonachtig Valeriusstraat. Vader duldde geen tegenspraak, zijn wil was wet, zijn aanwezigheid intimiderend. Hij had met oudere brusjes van Wim verhitte discussie over godsdienst en politiek. Vader sinds 1935 overtuigd en zeer actieve NSB’er. Tragische tweespalt in gezin. Willem stille jongen, overschaduwd door zijn luidruchtige oudere broers. Moeder vormde een baken van betrouwbaarheid in een zeer onveilige omgeving. Vader bezat de gave van het wegdenken: wat hem niet uitkwam wist hij op onnavolgbare wijze uit zijn gedachten te bannen. Hij deed geen poging om te begrijpen wat in de ander omging.
(Voor-) opleiding en ambitie
Op lagere school al snel duidelijk dat Wim veel in zijn mars heeft. Exact ingesteld, tekentalent en begaafd op veel gebieden. Werd als briljant getypeerd. Als ergens interesse in dan er ook alles van willen weten. Sterke interesse in en kennis van zweefvliegen. Vliegtechnische club van scholieren: modellen tekenen en construeren die voldeden aan alle principes van vliegtuigtechniek. En vanaf zijn 16e
daadwerkelijk zweefvlieger, bij vliegveld in omgeving van Fokker-fabriek. Op 5 mei 1940 nog vijf vluchten gemaakt, zijn laatste. Deed examen na capitulatie, wilde opgeleid worden tot vliegenier en in Delft vliegtuigbouwkunde studeren. Dat was onmogelijk geworden. Ging werken als volontair bij Fokker en deed cursus voor vliegbrevet. Werkte op voormalige marinewerf, die gevorderd was door de Kriegsmarine: was verboden terrein maar Wim kreeg een Ausweis waarin werd verklaard dat hij daar werkte. Vlak voor hij 18 werd, in februari 1941, was hij officieel in dienst bij Fokker. Als assistent op een bedrijfsbureau. In november ontslag genomen. Plan om na zomer 1942 naar MTS (vliegtuigbouwkunde) in Haarlem te gaan. Tot die tijd deed hij weer een cursus en verder zat hij thuis.
Thuissituatie
Oudere broers het huis uit, komen zo nu en dan langs, oudere zus in voortdurend verzet tegen vader, sfeer om te snijden. Wim alleen gezelschap van drie jongere brusjes. Schrijft een andere zus een bittere brief waarin hij haar beslissing om bij Arbeidsdienst te gaan bestempelde als verraad. Vader helemaal gefocust op zijn loopbaan in en via de NSB (inspecteur onderwijs). In voorjaar 1942 wordt Wim nog stiller dan gewoonlijk. Helpt jongere zus met tekenen, broertjes met wiskunde, maar vooral zelf veel tekenen en ook vaak weg. Opmerkelijk was hoe hard zijn fietsbanden sleten.
Inlichtingen Dienst groep Amsterdam (ID)
Bevriend, via Hervormd Lyceum, met Adolf Snijders. Een van de boers van Wim was de verbindingsman vanuit Ordedienst met de Inlichtingendienst die zich specialiseerde in spionage voor militaire doeleinden. Adolf Snijders vraagt Wim te werken voor de Inlichtingendienst. Wim stemt in: al zijn plannen waren gedwarsboomd, wilde zijn leven inhoud geven en wilde voorbeeld van broer volgen. Twee zussen en broer wisten ervan maar zwegen, een van hen hielp hem soms door briefjes of pakketjes voor hem af te geven. Vader en moeder wisten van niets. De gedachte kwam niet bij hen op. Wim lette erop dat hij bij hen geen argwaan zou wekken. Werkt samen met leeftijdgenoten Adolf Snijders, Hugo Brandt Corstius en Jacob Strobos. Ze konden naast hun studie veel tijd aan het spioneren besteden en werden een beetje financieel ondersteund door bankier Emile Ernst Menten (1882) van de bank Pierson, Heldring & Pierson.
Wat deden de vier jonge mannen?
De Amsterdamse spionagegroep verzamelde militaire en strategische gegevens voor de Engelse geheime dienst, ten behoeve van luchtaanvallen van RAF. Bijvoorbeeld bij Fokker waar werd geproduceerd voor de Duitse Wehrmacht. En in de haven van IJmuiden (waar zij schetsen maakten van onderzeeboot-loodsen). Maar ook informatie over luchtafweeropstellingen, registratie van militaire voertuigen, schepen en vliegtuigen, troepenverplaatsingen en havenbewegingen. Wims aandeel was onder andere het maken van tekeningen van luchtafweergeschut en zoeklichten (en hoe die waren gericht) op Schiphol en bij Fokker als ook berekeningen voor het afwerpen van bommen. Met kennis die hij had opgedaan vanuit zijn zweefvliegtuig en tijdens zijn werk bij Fokker. En met kennis uit regelmatig contact met ex-collega’s.
Betekenis van hun werk
Onderdeel van de groep van Johan van Hattem. In totaal 32 AC-rapporten bij de Intelligence, waarvan de meeste van de ID van Van Hattem. Daarmee tussen maart 1941- maart 1942 de belangrijkste in ons land werkzame spionagegroep (bron: Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog)
Arrestatie
In maart 1942 wordt Han van Hattem opgepakt Op 1 april 1942 werd Dolf gearresteerd. Dolf schijnt tijdens zijn gevangenschap niet veel informatie prijs te geven want de overige Amsterdamse ID-leden worden pas na een maand opgepakt. Op Dolfs kamer in het ouderlijk huis wordt belastend materiaal gevonden, o.a. de administratie van de onkostenvergoeding van bankier Menten. Op 30 april 1942 wordt Wim gearresteerd en overgebracht naar strafgevangenis in Scheveningen, cel 676.
13 maanden gevangenschap Scheveningen en Haaren (bij Vught)
Vooral de nacht vormde een bron van angst. Eenzame opsluiting gedurende twee weken, met geweld van de verhoren. Was voorheen atletisch, maar wordt slecht ter been. Zeer sporadische briefwisseling. Wim schrijft in een brief aan zijn ouders van 19 juni “de schuld die ik voel voor de angst, het verdriet en de schande die ik u heb aangedaan. Daarom hoop en vertrouw ik er ook op dat u nu nog geen oordeel zult hebben over hetgeen ik gedaan heb, maar hiermee wilt wachten tot wij hierover samen hebben gepraat”.
Vader informeerde niet hoe Wim eraan toe was, maar vertelde hem hoe hij zijn toestand moest zien. Voor hem was het duidelijk: het waren niet het nationaalsocialisme, de NSB, de bezetters en de oorlogshandelingen tegen de Nederlandse bevolking, maar Wim was gewoon omgegaan met verkeerde vrienden, en dan vooral Adolf Snijders.
Wim was sinds de verhoren fysiek een wrak. Hij viel regelmatig flauw. Hij bleef er doorgaans wel aardig in te slagen om het leven in de nauwe cel te ontstijgen, mede door gesprekken met twee celgenoten. En opbeurende brieven van zijn moeder.
Op 17 november 1942 overgebracht naar de gevangenis van de Sicherheitspolizei in Haaren, om zijn “voorarrest” uit te zitten. Ook Dolf Snijders die nog altijd in Einzelhaft zat. Wim zat met Jacob Strobos in de cel, naast die van Dolf. Via de verwarmingsbuizen konden zij enigszins communiceren. Wim, Dolf, Jaap en Hugo moeten hun voorarrest uitzitten op de verdieping met andere gevangenen van de Inlichtingendiensten en van de Ordedienst. Het regime is hier iets minder heftig dan in Scheveningen. Daardoor is heel soms een beetje contact met ouders mogelijk (kleding wassen, soms levensmiddelen, boeken en geheime briefjes). Wims gezondheid laat te wensen over.
Vanaf kerst 1942 bereidt Wim zich voor op naderende berechting, die hoogstwaarschijnlijk zou uitmonden in een doodvonnis. Hij vraagt zijn ouders om in een van hun brieven een paar regels op te nemen van de andere gezinsleden. Wim hoort namelijk taal noch teken van hen. Het blijkt, volgens een bericht dat een zus hem heimelijk stuurt, dat vader niet toestond dat iemand anders met Wim correspondeerde. Omdat hij diens ziel wilde kneden, wilde vader het monopolie alleen delen met moeder en een andere zus, dan kreeg Wim namelijk alleen post van nationaalsocialistische snit.
Geheel onverwacht mogen vader en moeder Wim bezoeken. Moeder zag hem voor het eerst sinds zijn arrestatie, acht maanden terug. Bezoek duurde 15 minuten. Zij schrok erg van zijn toestand.
Op 12 en 13 mei 1943, een jaar gevangenschap, worden Wim en de anderen voor hun proces overgebracht naar de Wehrmachts-gevangenis aan de Gansstraat in Utrecht. De reis was afmattend, voor Wim eigenlijk boven zijn macht. Uitgeput, schrale troost was dat Dolf Snijders tot zijn celgenoten behoorde.
Gevangenschap Utrecht en doodstraf
Op 17 mei staat Wim met tweeënvijftig anderen terecht voor ‘Feindbegünstigung’ en sabotage. Op 24 mei zitten zij tegenover de krijgsraad om hun vonnis te horen. Han van Hattem zit op de voorste rij, het Amsterdamse groepje op de tweede rij. Wim zit tussen Jacob en Dolf. De toegewezen verdedigers waren nog feller dan de aanklagers. Zij hebben de verzetsstrijders niet gesproken en kregen vijf minuten spreektijd.
Het wordt een harde slag: er vallen drieëntwintig doodvonnissen. Wim Kooijmans, Dolf Snijders en Jacob Strobos zitten daarbij. Aan het einde van de zitting staat Dolf plotseling op en roept “lang leve de Koningin, lang leve het vaderland”. Waarna de andere mannen ook opstonden en het in koor meeriepen.
Met vertrouwen aanvaarden
De ID-leden worden teruggebracht naar de gevangenis in Utrecht. Voor de terdoodveroordeelden bestaat de enige hoop in gratie. Ze dienen allen een gratieverzoek in. Wim en Dolf probeerden samen hun lot te aanvaarden. Dolf schreef het gedicht “Ter dood veroordeeld”. Wim schrijft in een brief aan zijn ouders onder andere “deze dagen zijn niet gemakkelijk, dat is te begrijpen maar vóór alles wil ik u toch eerst zeggen dat ik niet moedeloos of wanhopig ben, omdat ik in dit afgelopen jaar geleerd heb wat geloof is” en “met vertrouwen aanvaarden wat er nog allemaal gebeuren moet, al zou ik het zo graag anders willen”.
Afscheid
Alle broers en zussen mochten Wim nog een keer zien, voor dat het vonnis zou worden voltrokken. Als eerste moeder met een van zijn zussen. Wim schrijft op 18 juni “voordat het allemaal was begonnen, kende ik mijzelf niet, te meer daar ik praktisch nooit met iemand “contact” had, met niemand eens kon praten. Dat komt nu eenmaal door mijn karakter, ik ben vrij gesloten, en kan bij bijna niemand mijn gevoelens uiten, omdat zo weinigen mijn ware aard zien. De eerste die, naar mijn gevoelens althans, mij enigszins kende was Dolf. Daarom hoop ik dat u het niet zo erg vindt dat ik nu met hem samen zit”. Op 22 juni gaat moeder met de kleinere brusjes naar Wim. Het is een grote schok: totaal niet voorbereid op een lijkbleke broer die zich alleen met een stok kon voortbewegen en zich aan de muur moest vasthouden om overeind te blijven. Op 6 juli bezoek van vader en moeder, op 12 juli van een oudere broer.
Omdat Wim niet kon verdragen dat hij zou doodgaan zonder iets na te laten dat toonde wat hij had kunnen zijn, was hij koortsachtig bezig met het bedenken van bouwconstructies en het ontwerpen van interieurs en gebouwen
Na twee maanden, op 20 juli 1943 krijgen ze bericht: niemand van de Amsterdamse groep krijgt gratie. Wim krijgt een uur de tijd om een laatste brief te schrijven.
Gefusilleerd op Leusderheide 20 juli 1943 en herbegraven.
Nog diezelfde dag wordt Wim met 19 leden van de Inlichtingendienst, waaronder vrienden Jaap Strobos en Dolf Snijders, geëxecuteerd op de Leusderheide. Herbegraven op Rusthof Amersfoort op 21 november 1945. In nabije omgeving van zijn vrienden en mede-verzetshelden. Wim werd 20 jaar.
Bronzen Kruis
Postume toekenning Bronzen Kruis: een militaire onderscheiding maar in bijzondere gevallen ook voor burgers indien hun optreden van speciale betekenis was voor de Nederlandse Staat. Zoals dat van Wim.
Geplaatst door Hennie Caarels op 11 mei 2025