Bernard Luza

1903-1943

1369236291.jpg

Oorlogsslachtoffer

Is 39 jaar geworden

Geboren op 10-12-1903 in Amsterdam 

Overleden op 15-02-1943 in Schiphol, Haarlemmermeer 



Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

Landmacht bergings- en identificatiedienst identificeert Joodse verzetsman

De Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht (BIDKL) heeft de stoffelijke resten geïdentificeerd van de Joodse verzetsman Bernard Luza. Hij werd in 1943 door de Duitse bezetter gefusilleerd. Sinds 2013 lagen de resten van de... Lees meer

De Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht (BIDKL) heeft de stoffelijke resten geïdentificeerd van de Joodse verzetsman Bernard Luza. Hij werd in 1943 door de Duitse bezetter gefusilleerd. Sinds 2013 lagen de resten van de verzetsman in een naamloos graf op het Nationaal Ereveld Loenen. Een DNA-verwantschapsonderzoek maakte uiteindelijk identificatie mogelijk. Dat gebeurde nadat een neef van Luza in Australië was getraceerd. Voor de nabestaanden is na ruim 80 jaar eindelijk zekerheid over het lot van hun vermiste familielid.

De verzetsman uit Amsterdam werd 11 november 1942 gearresteerd tijdens een razzia bij de fabriek Hollandia-Kattenburg. Luza was lid van de Communistische Partij van Nederland (CPN) en de Nederlandse Volksmilitie (NVM). Luza werd beschuldigd van het verspreiden van de illegale krant de Waarheid en het oproepen tot sabotage. Hij werd gezien als leider van de verzetsgroep. Na gevangenschap in onder meer het beruchte Oranjehotel in Scheveningen, Kamp Amersfoort en aan de Gansstraat in Utrecht, werd hij ter dood veroordeeld. Een ingediend gratieverzoek werd verworpen.

Op de plaats van de executie

Nadat hij een afscheidsbrief naar huis had gestuurd, werd het doodvonnis op 15 februari 1943 voltrokken op een schietbaan in de buurt van Schiphol. Zijn lichaam werd begraven op de plaats van de executie. Daar werden dat van Luza en van nog 4 mensen in 1945 teruggevonden. 2 van de lichamen waren snel te identificeren als die van Theodorus Cramer en Carel Abraham. Een derde identificatie volgde in 2013 via DNA-onderzoek. Het bleek Nicolaas van der Horst te zijn. De identiteit van beide anderen, onder wie Luza, viel toen niet vast te stellen.

De 39-jarige Bernard Luza maakte deel uit van een gezin met 11 kinderen. Bernard was getrouwd met Clara en had 1 dochter, Eva. Zij werden omgebracht in Sobibor. Dat gebeurde slechts 2 maanden na het ontvangen van de afscheidsbrief, waarin Bernard hen een gelukkig en tevreden leven toewenste. Ook de vader en 5 van Bernards broers en zussen komen tussen 1942 en 1944 om in Auschwitz en Sobibor.

Australië

Een jongere zus van Bernard emigreerde na de oorlog naar Australië. Met behulp van het DNA van haar zoon waren de stoffelijke resten van Bernard Luza te identificeren. Op verzoek van de BIDKL voerde het Nederlands Forensisch Instituut het DNA-verwantschapsonderzoek uit. Dat werd gefaciliteerd door het Landelijk (O) Expertisecentrum Persoonsvermissingen (LOEP) van de Nationale Politie.

De Joodse verzetsman Bernard Luza ligt niet langer in een onbekend graf op het Nationaal Ereveld Loenen, beheerd door de Oorlogsgravenstichting.

Sluiten
Bron: https://www.defensie.nl/actueel/nieuws/2023/08/22/landmacht-bergings--en-identificatiedienst-identificeert-joodse-verzetsman

Geplaatst door Sebastiaan Vonk - Oorlogsgravenstichting op 22 augustus 2023

Landmacht bergings- en identificatiedienst identificeert Joodse verzetsman

De Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht (BIDKL) heeft de stoffelijke resten geïdentificeerd van de Joodse verzetsman Bernard Luza. Hij werd in 1943 door de Duitse bezetter gefusilleerd. Sinds 2013 lagen de resten van de... Lees meer

De Bergings- en Identificatiedienst Koninklijke Landmacht (BIDKL) heeft de stoffelijke resten geïdentificeerd van de Joodse verzetsman Bernard Luza. Hij werd in 1943 door de Duitse bezetter gefusilleerd. Sinds 2013 lagen de resten van de verzetsman in een naamloos graf op het Nationaal Ereveld Loenen. Een DNA-verwantschapsonderzoek maakte uiteindelijk identificatie mogelijk. Dat gebeurde nadat een neef van Luza in Australië was getraceerd. Voor de nabestaanden is na ruim 80 jaar eindelijk zekerheid over het lot van hun vermiste familielid.

De verzetsman uit Amsterdam werd 11 november 1942 gearresteerd tijdens een razzia bij de fabriek Hollandia-Kattenburg. Luza was lid van de Communistische Partij van Nederland (CPN) en de Nederlandse Volksmilitie (NVM). Luza werd beschuldigd van het verspreiden van de illegale krant de Waarheid en het oproepen tot sabotage. Hij werd gezien als leider van de verzetsgroep. Na gevangenschap in onder meer het beruchte Oranjehotel in Scheveningen, Kamp Amersfoort en aan de Gansstraat in Utrecht, werd hij ter dood veroordeeld. Een ingediend gratieverzoek werd verworpen.

Op de plaats van de executie

Nadat hij een afscheidsbrief naar huis had gestuurd, werd het doodvonnis op 15 februari 1943 voltrokken op een schietbaan in de buurt van Schiphol. Zijn lichaam werd begraven op de plaats van de executie. Daar werden dat van Luza en van nog 4 mensen in 1945 teruggevonden. 2 van de lichamen waren snel te identificeren als die van Theodorus Cramer en Carel Abraham. Een derde identificatie volgde in 2013 via DNA-onderzoek. Het bleek Nicolaas van der Horst te zijn. De identiteit van beide anderen, onder wie Luza, viel toen niet vast te stellen.

De 39-jarige Bernard Luza maakte deel uit van een gezin met 11 kinderen. Bernard was getrouwd met Clara en had 1 dochter, Eva. Zij werden omgebracht in Sobibor. Dat gebeurde slechts 2 maanden na het ontvangen van de afscheidsbrief, waarin Bernard hen een gelukkig en tevreden leven toewenste. Ook de vader en 5 van Bernards broers en zussen komen tussen 1942 en 1944 om in Auschwitz en Sobibor.

Australië

Een jongere zus van Bernard emigreerde na de oorlog naar Australië. Met behulp van het DNA van haar zoon waren de stoffelijke resten van Bernard Luza te identificeren. Op verzoek van de BIDKL voerde het Nederlands Forensisch Instituut het DNA-verwantschapsonderzoek uit. Dat werd gefaciliteerd door het Landelijk (O) Expertisecentrum Persoonsvermissingen (LOEP) van de Nationale Politie.

De Joodse verzetsman Bernard Luza ligt niet langer in een onbekend graf op het Nationaal Ereveld Loenen, beheerd door de Oorlogsgravenstichting.

Sluiten
Bron: https://www.defensie.nl/actueel/nieuws/2023/08/22/landmacht-bergings--en-identificatiedienst-identificeert-joodse-verzetsman

Geplaatst door Sebastiaan Vonk - Oorlogsgravenstichting op 22 augustus 2023

De vijf van Schiphol

In 1993 was ik druk bezig met onderzoek om vliegtuig crashes van de WWII, in Zuid-Holland in kaart aan het brengen, hiervoor bezocht ik onder andere ook de begraafplaats De Wilgenhof in Hoofddorp. Hier moesten 6 slachtoffers liggen van drie... Lees meer
In 1993 was ik druk bezig met onderzoek om vliegtuig crashes van de WWII, in Zuid-Holland in kaart aan het brengen, hiervoor bezocht ik onder andere ook de begraafplaats De Wilgenhof in Hoofddorp. Hier moesten 6 slachtoffers liggen van drie verschillende vliegtuig crashes, dus ik liep met mijn gegevens de begraafplaats over, hier was een toch wel vreemde volgorde van de graven; eerst twee Nederlanders gesneuveld 10 mei 1940 dan drie geallieerde graven dan drie Nederlanders gesneuveld 10 mei 1940, dan weer drie geallieerde graven en dan een onbekende Nederlandse Soldaat van 10 mei 1940. De geallieerden kwamen overeen met mijn gegevens.Ik ben ook daarna een onderzoek naar gestart, naar de drie graven van de tekst “Onbekende Nederlander” er op, dit was niet zo simpel. Piet Klaassen uit Vijfhuizen (helaas overleden in 1990) en Ab Jansen bleken eerder ook al onderzoek gedaan te hebben. Ab Jansen was aan zijn boek “Fliegerhorst Schiphol” onze nationale luchthaven in bezettingstijd ** zet en tegenzet bezig, gelukkig wilde hij al zijn gegevens met mij uitwisselen. Wat voor mij vrij snel vast stond, was dat deze drie deel uit maakten van een groep van 5 personen die op 15 februari 1943 gefusilleerd zijn bij een bunker op de schietbaan van Fliegerhorst Schiphol.Drie van de vijf Carel Abraham, Theodorus Cramer en Nicolaas van der Horst, waren op 1, 2 en 4 augustus 1942 in Amsterdam gearresteerd. Na de arrestatie kwamen zij in de gevangenis aan de Amstelveenseweg te Amsterdam terecht. Na verhoren door de Gestapo (SiPo) op Euterpestraat 63 te Amsterdam, gingen zij voor enige weken naar de gevangenis die gelegen is aan de Gansstraat te Utrecht. De laatste dagen van hun leven brachten zij door in de gevangenis aan de Weteringschans te Amsterdam, waar zij ook hun familie, voor een korte tijd op bezoek kregen. Op 22 januari 1943 was er door het “Feldgericht des Kommandierenden Generals und Befehlhabers im Luftgau Holland”, ( strafzaak 9 K. St. L. 1003) door General Flieger Siburg (Born: 24 Jun 1893 in Saarburg, Died: 27 Feb 1976 in Lüneburg) over een aantal personen de doodstraf uitgesproken. Wat ik weet is dat er op die rechtszitting buiten de drie personen, nog zeker zeven ander personen terecht gesteld zijn. Van sommigen heb ik later vast kunnen stellen wat voor een veroordeling ze gehad hadden. Een is Rika de Geus, geb. 24 Nov. 1918, Vlissingen. Wonende. Bussum., verloofde of vriendin van Cramer. Zij werd gedeporteerd, † 20 Maart 1945, Amstetten (O.) dit is een vrouwen kamp, dat hoort bij Mauthausen.Op 19 juni 1945 werden de vijf lijken bij het afgraven van de kogelvanger van de schietbaan bij Schiphol, achter de boerderij van Colijn aan de Aalsmeerderweg, gevonden. Twee slachtoffers werden geïdentificeerd, namelijk Carel Abrahams, nu begraven op Ereveld Loenen graf nr. E 155 en Theodorus Cramer, nu begraven op Zorgvlied te Amsterdam. Één van de drie als “Onbekende Nederlander” begraven op begraafplaats Haarlemmermeer, moest Nicolaas van der Horst zijn, maar hij was niet te identificeren. Door mijn onderzoek kwam ik er achter dat deze drie vaak samen verzetswerk deden, maar zij werkten ook onafhankelijk of samen met anderen diverse verzetsgroepen. Zij hadden ook, soms direct en soms indirect contact met verschillende personen uit het begin van het “England Spiel”, onder andere met George Dessing gedropt 27-02-1942 hij moest Koos Vorrink (later minister) naar Engeland halen en Leo Andinga gedropt 28/29-03-1942.Abraham, Cramer en van der Horst waren niet als groep aangesloten bij een verzetsgroep. Het waren ook geen piloten helpers. Ze waren ook geen lid van de Landelijke Organisatie voor onderduikers.Carel Abraham was een Advocaat, hij is geboren op 1 augustus 1909, te Hillegom, hij was 33 jaar en was getrouwd hij woonde in Den Haag. Zijn kantoor was in Amsterdam. Hij is opgepakt op 4 augustus 1942 te Den Haag, hij schreef zelf dat hij opgepakt is voor spionage. Later is hij op Loenen begraven. Ze hebben geprobeerd om hem uit te horen door een Duitse spion in zijn cel te plaatsen. Ze hebben ook geprobeerd hem uit te hongeren. Hij was geen lid van enige organisatie, hij werkte wel samen met diverse oud-militairen. Hij was oud militair. Hij werkte aan ondergrondse militaire acties. Hij had een goed contact met de Britse Intelligente Service. Had contact met Theo Cramer, Giesen en ene Lippens. Hij kende van Looi en heeft hem ook ontmoet. “Hij had contact met de BeDi (Berichten Dienst). Komt voor op de "Erelijst voor Gevallenen".Theodorus Cramer, geboren 2 mei 1918 te Watergraafsmeer NH, 24jaar. Student Economie. Opgepakt: 2 augustus 1942 in de "Leidsepoort" op het Leidseplein te Amsterdam. Nicolaas van der Horst is daar heen gebracht (als lokaas) en werd gevolgd door de Gestapo. Hij vond dat hij geen slechte behandeling had gehad in de gevangenis. Hij was aangesloten bij de LO, Landelijke Organisatie, heeft geholpen mensen via Zwitserland naar Engeland te laten gaan. Heeft Joodse mensen aan valse persoonsbewijzen geholpen. Hij deed aan spionage, zo had hij gegevens over de duikboot haven in IJmuiden, het vliegveld Haamstede en Duitse troepen. Hij verzond brieven in code via Zwitserland naar Engeland. Heeft getracht mensen over zee naar Engeland te helpen. Hij had contact met Van der Horst en Abrahams en met de Joodse Frits Zeehandelaar en zijn broer en heeft hun naar Zwitserland laten vertrekken. Zij hadden in Zwitserland contact met Generaal van Tricht en hij onderzocht een aantal zaken voor deze. Na de arrestatie van Theodorus, moest zijn broer Johan Cramer en zijn vader zich na 3 augustus melden bij Barnkopf aan de Euterpestraat. Theodorus Cramer. (Foto via Ruud Jongens) Komt voor op de "Erelijst voor Gevallenen".Nicolaas Van der Horst, geboren 14 augustus 1913 te Amsterdam, 29 jaar. Gearresteerd 1 augustus 1942, omdat Joodse mensen die door zijn valse papieren naar Zwitserland waren uitgeweken, hem een persoonlijk bedankje stuurde dat is onderschept door de GE(heime) STA(ats)PO(lizei) te Amsterdam. Hij is de volgende dag meegenomen naar de “Leidsepoort" op het Leidseplein te Amsterdam, waar hij als lokaas diende om Cramer te vangen. Hij was lid van de O.D. (Ordedienst) was medeoprichter van verzetsgroep Watergraafsmeer en was later medewerker aan "Vrij Nederland". Heeft inlichtingen verstrekt over werk van de Duitsers en de N.S.B ers. Hij heeft tekeningen en foto's van de duikbootbasis te IJmuiden gehad, die bestemd waren voor Engeland. Hij maakte vervalste persoonsbewijzen, speciaal voor joden, hij hielp ook joodse mensen vluchten. Hij stencilde het witboek van Minister Kleffers en verspreidde die. Hij heeft voor de oorlog op fort Duivendrecht gediendIk heb van deze drie hun verzetsgeschiedenis en de kontakten die ze hadden uit kunnen vinden, zo ook de gevangenissen waar ze gezeten hadden. Daarna ben ik alle personen die op de rechtszitting voor het een of ander veroordeeld waren na gaan trekken, in de hoop er twee over te houden, die ook op Schiphol gefusilleerd konden zijn. Ook heb ik geprobeerd de gevangenis gegevens van de Weteringsschans te Amsterdam, waar de drie de laatste dagen doorgebracht hebben na te trekken, in de hoop dat er gelijk vijf personen afgevoerd werden, Nicolaas van der Horst maar ook dit is niet gelukt. Tot januari 1996 heb ik regelmatig mijn overzichten aan kunnen passen.Ik had in 1995 al eens een uittreksel van het bevolkingsregister gehad, via het Centraal Bureau vaar Genealogie (kosten 71.80 guldens!) maar daar stond bitter weinig op! Ruud oppert al snel dat het misschien twee Joodse mensen konden zijn, wat klopte met de gegevens van de niet geïdentificeerde slachtoffers, want één is aangetroffen met een Jodenster. Hij kwam met de namen Bernard Luza en Mijer Konijn, die alle twee als overlijdensdatum ook 15-2-43 hebben, met een waarschijnlijke overlijdensplaats van Bernard Luza, Scheveningen. Diverse sites spreken elkaar tegen, met de overlijdensplaats van deze twee, maar de datum staat wel vast. Ruud vroeg de gegevens op van de overlijdensaktes op van de 4 man die in Amsterdam hebben gewoond wat blijkt; op alle 4 staat: “Overleden in ? op 15Feb 1943”, en “Akte opg. Feldgericht dd 15 Feb 43”.Waardoor het lijkt dat deze 4 wel degelijk met elkaar te maken hebben. (Persoons kaarten via Ruud Jongens)Carel Abraham heeft in Den haag gewoond en daar is het overlijden door zijn vrouw gemeld op 25 februari, met als overlijdensdatum en tijd 15 februari 1943 om 9 uur 55 min.Gegevens gevonden rond de fusillade: Volgens de Marineoberpfarrer Pötsch zijn er gelijktijdig ook twee Nederlandse katholieken en twee joden geëxecuteerd. Volgens een der getuigenverklaringen zou een Duitse soldaat, genaamd Peter Löbach, schoenmaker uit Bonn, aan de executie hebben deel genomen. Hij was ingedeeld bij de (Flieger?) Horst- Kompanie. Horst Kompagnie/Fliegerhorstkompagnie, volgens mij één en hetzelfde onderdeel. Ook aanwezig was Feldwebel Max Kroeskop.Het vreemde is dat op 15 februari de Duitse deserteur Herbert Steinbock ook gefusilleerd werd op Schiphol, alleen hij werd op de Nieuw Ooster-Begraafplaats in de hoek met de oneervol gestorven Duitsers (zwarte kruizen) begraven. Zou er een speciaal vuurpeloton zijn gekomen naar Schiphol, die dit op dezelfde dag uitvoerde, of is hij gelijktijdig gefusilleerd. Steindbock had verkering gekregen met een Nederland meisje en is gedeserteerd, na anderhalf jaar werd hij op 8 juli 1942 gearresteerd en wegens desertie ter door veroordeeld. Hij is later herbegraven op Ysselsteyn (Limburg).Op 11 november 1942 stopten om half vijf in de middag voor de ingangen van Hollandia-Kattenburg fabrieken een groot aantal wagens van de Grüne Polizei. Terwijl het gebouw werd omsingeld, arresteerde de bezetter alle joodse werknemers. Na de razzia in de fabriek werden ook de familieleden van de werknemers van huis gehaald. In totaal zijn 826 personen op transport gezet. Via het doorgangskamp Westerbork kwamen zij terecht in Duitse concentratiekampen. Dit transport staat ook bekend als het 'Hollandia-Kattenburg-transport'. Van de gedeporteerde werknemers keerden 359 niet terug. Hoeveel van de familieleden in de kampen zijn omgekomen is niet bekend. Bernard Luza en Mijer Konijn zijn ook gearresteerd bij een inval in de fabriek. Bernard Luza, geboren 10 december 1910, Perser, lid van C.P.N. gearresteerd wegens illegaal werk, 12 november 1942, Luza was aanvankelijk lid van de SDAP. In 1935 sloot hij zich aan bij de Communistische Partij Nederland (CPN). Hij was een tijd penningmeester van de CPN-groep in de Amsterdamse kledingindustrie.'OP 11 NOVEMBER 1942 WERDEN 367 JOODSE MEDEWERKERS VAN HOLLANDIA KATTENBURG TEZAMEN MET HUN FAMILIELEDEN 826 PERSONEN WEGGEVOERD NAAR DUITSE CONCENTRATIEKAMPEN. ONDERSTAANDE MEDEWERKERS KEERDEN NIET TERUG.'Het 'Hollandia-Kattenburgmonument' in Amsterdam is opgericht ter nagedachtenis aan de 367 joodse personeelsleden van de fabriek Hollandia-Kattenburg die op 11 november 1942 tijdens een inval door de bezetter werden opgepakt. 359 van hen keerden niet terug. (Bovenstaande gegevens van website Nationaal Comité 4 en 5 mei)Luza en Konijn werden gearresteerd en in januari 1943 werd tegen hem en negen andere werknemers van Hollandia, in Utrecht het proces gevoerd. Zij werden ervan beschuldigd in het Hollandia-bedrijf het illegale blad De Waarheid te hebben verspreid en te hebben opgeroepen tot sabotage van de voor het Duitse leger bestemde productie door langzaam te werken of de lopende band onklaar te maken. Luza bleek ook lid te zijn van de Nederlandse Volksmilitie te zijn. Bernard Luza werd beschouwd als de leider van de groep. Mijer Konijn Londen, 28 juni 1905 te Londen, beroep: Regenjassenplakker. werd beschuldigd van het verspreiden van het illegale blad "de Waarheid" onder werknemers van Hollandia-Kattenburg. Eveneens werd hij beschuldigd van het oproepen tot sabotage van de voor het Duitse leger bestemde productie van regenjassen.Tegen alle leden van de groep werd de doodstraf geëist. Luza en Mijer Konijn werden ter dood veroordeeld, de drie anderen kregen tuchthuisstraf.Zij staan op 7 januari 1943 voor het Feldkriegsgericht te Utrecht, hier het Lijstje met veroordeelde: Bernard Luza 10-12-1903, Amsterdam. Doodstraf (geen gratie) Mijer Konijn, 28-06-1905, London. Doodstraf (geen gratie) Jacob Smeer 17-12-1904, Amsterdam. Doodstraf (gratie, omgezet in 15 jaar) (Overlijd 28 mei 1943 in Sobibor) Frederica Pierot 27-05-1909, Den Haag. Naar Anrath (zat o.a. gevangen in Kamp Amersfoort, en in Frauengevängnis Gansstraat, Utrecht Reg.605, Frauenabteilung Zelle 2 (Overlijd op 7 maart 1945 in Mauthausen) Sachbearbeiter was Wölk uit Rotterdam. Elias Dingsdag 21-09-1899, Amsterdam Naar Anrath (zat gevangen in Kamp Vught zie verderop) Debora Slier18-09-1896, Amsterdam. Naar Westerbork. (Overlijd op 21 januari 1943 in Auschwitz) Nathan Gompertz, 19-10-1899. Naar Westerbork. (Overlijd op 21 januari 1943 in Auschwitz) Leendert Italiaander 13-09-1896. Naar Westerbork. (Overlijd op 21 januari 1943 in Auschwitz) Aaron Swaab, 30-07-1904. Naar Westerbork. . (Overlijd op 21 januari 1943 in Auschwitz) Rebecca Groenteman, 28-06-1905. Naar Auschwitz. (Overlijd op 21 januari 1943 in Auschwitz)Rechtbank: Feldkriegsgericht des Kommandierenden Generals und Befehlhabers im Luftgau Holland 7-01-1943. Richter Kriegsgerichtsrat D.lw. ak Steffen. Verhandlungsleiter Obt. Ammon van 3/Flak Abt. 594. Beisitzer Ogefr. Aexleben van 3/Flak Abt. 155. Anklagevertreter Kriegsgerichtsrat D.lw. A.K. Dr. Pöschla. Urkundperson Unteroffizier Van Berend. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Wat er aan vooraf ging! ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Nederlandse VolksmilitieDe Nederlandse Volksmilitie (NVM) was een communistische verzetsorganisatie die vooral actief was in Rotterdam en die zich toelegde op sabotage. De combinatie van een amateuristische aanpak, degelijk recherchewerk door de Nederlandse politie en puur toeval leidde ertoe dat de NVM in oktober 1942 door de Duitsers werd opgerold.Groot alarm De vondst in de Rotterdamse woning van Dormits leidde tot de conclusie dat men hier te maken had met de Nederlandse Volksmilitie (NVM), een verzetsorganisatie die in Rotterdam en soms ook elders in het land actief was. De NVM hield zich voornamelijk bezig met sabotage en zat onder andere achter de mislukte spoorwegaanslag van 7 augustus in Rotterdam. Dit leidde tot groot alarm bij de politie. Onmiddellijk werd de Sicherheitsdienst (SD) ingeschakeld.Massale arrestaties De vondst van de ledenadministratie van de NVM in de Rotterdamse woning van Dormits leidde tot een golf van arrestaties in de nacht volgende op zijn zelfmoord. Ruim honderd personen werden meteen opgepakt, waarvan sommigen door de Duitsers beestachtig werden mishandeld. Ze moesten vele uren lang doodstil met het hoofd naar de muur staan, praten of het hoofd wenden resulteerde in een klap, zodat het hoofd tot bloedens toe tegen de muur sloeg. Ze mochten niet naar de wc; vrouwen die de urine moesten laten lopen werden met hun kleren over de grond gesleurd en zo als dweil gebruikt. De Rotterdamse en Haagse politie waren getuige van de mishandelingen, maar dat weerhield hen niet om de speurtocht fanatiek voort te zetten. Op de dag voor de nacht van de arrestaties waren er overigens bij een andere actie al twee leden van de NVM gearresteerd. Later volgden nog meer arrestaties. In totaal werden 221 mensen gearresteerd. Er zaten een 12-, een 15-, en vier 17-jarigen bij.Bij de arrestanten was een jonge vrouw (Maria Magdalena( Martha) Korthagen) die bij verhoren vertelde dat ze eerder bij het bedrijf Hollandia-Kattenburg had gewerkt en daar De Waarheid had gelezen. Ze moest de lezers van De Waarheid aanwijzen, het bleken er velen te zijn. De Waarheidlezers werden gearresteerd. Enkelen werden verdacht bij de NVM betrokken te zijn geweest, waarbij Japie Smeer en Barend Luza. Zij moesten de actieve communisten aanwijzen. Bij het bedrijf werkten veel Joden. Vanwege hun werkzaamheden voor de Wehrmacht waren zij vrijgesteld van deportatie. De Duitsers besloten de Joodse werknemers van het bedrijf onmiddellijk te arresteren en samen met hun familieleden naar Westerbork te sturen, 370 werknemers en 470 familieleden. Twee van hen werden in het proces tegen de NVM-leden ter dood veroordeeld en gefusilleerd; of ze echt iets met de NVM te maken hadden zal onduidelijk blijven. De overigen werden afgevoerd naar Kamp Westerbork en van daaruit doorgestuurd naar kampen in Duitsland. Slechts enkelen zouden de oorlog overleven. Twee weken na de arrestatie van Dormits ging er een politieopsporingsbericht voor verscheidene ondergedoken leden van de NVM uit. In dat bericht werd de groep omschreven als een door joden geleide zuiver communistische organisatie. Door dit bericht heeft de groep voor historici een Joods stempel gekregen. In werkelijkheid omvatte de groep 20-25% Joden, terwijl onder de omgekomenen de Joden ongeveer 50% uitmaken. Lot arrestanten Een deel van de arrestanten uit de eerste golf werd weer vrijgelaten; de gepakte Joden werden afgevoerd naar de vernietigingskampen Auschwitz, Sobibór (vernietigingskamp) of Majdanek; anderen belandden in concentratiekampen. Veertien personen kregen een langdurige vrijheidsstraf opgelegd en eenentwintig kregen de doodstraf en werden gefusilleerd. Zes anderen werden in eerste instantie ook ter dood veroordeeld, maar kregen gratie. Hun straf werd omgezet in 15 jaar tuchthuis. In de tuchthuizen waren hun overlevingskansen groter dan in de concentratiekampen, waar de ‘lichtere’ gevallen naartoe waren gestuurd. De ironie wil dus dat de ter dood veroordeelden die gratie hadden gekregen, beter af waren dan degenen waartegen de Duitsers meenden onvoldoende bewijs te hebben om tot een veroordeling te komen. Als gevolg van de arrestaties in verband met de NVM zijn 91 personen om het leven gekomen, inclusief twee personen die na terugkeer in Nederland ten gevolge van de doorstane ontberingen alsnog overleden. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Een zogenaamde sabotagegroep De verdenking was gebaseerd op de volgende gebeurtenissen. Op 17 oktober 1942 werd Sally Dormits gearresteerd. Hij was de joodse leider van een communistisch georiënteerde verzetsgroep, de Nederlandse Volksmilitie. In de cel pleegde hij zelfmoord om niemand te verraden, maar in zijn huis vond de politie lijsten met namen en adressen van leden de verzetsgroep, die prompt allemaal werden opgepakt. In een notitieboekje van Sally Dormits stond ook de naam van het niet-joodse meisje Maria Magdalena( Martha) Korthagen. Zij had korte tijd bij Hollandia-Kattenburg gewerkt tot ze in mei 1941 werd ontslagen. Ook Martha Korthagen werd opgepakt en tijdens een verhoor in de Scheveningse strafgevangenis heeft zij verteld dat een grote groep joodse arbeiders van Hollandia-Kattenburg bij communistische sabotagedaden betrokken was. In hoeverre zij tijdens het verhoor bedreigd werd, of woorden in de mond gelegd kreeg, weten we niet. Op 11 november 1942 verschenen overvalwagens van de Grüne Polizei bij de fabriek van Hollandia-Kattenburg. Het joodse personeel werd van het niet-joodse personeel gescheiden, de laatsten werden naar huis gestuurd, de eersten werden in de overvalwagens naar het hoofdkantoor van de SD vervoerd. Daar wees Martha Korthagen (onzichtbaar voor haar oud-collega's) de mannen en vrouwen aan die zogenaamd bij de sabotagedaden betrokken waren geweest. Van de ruim 360 joodse personeelsleden wees zij er 130 als saboteurs aan. De overigen gingen direct naar Westerbork. De 130 'saboteurs' gingen naar de strafgevangenis in Scheveningen. Scheveningen - Westerbork - Auschwitz In de strafgevangenis werden de 130 'saboteurs' zo mishandeld dat een deel van hen bekende. Het allergrootste deel werd op 25 november op transport gesteld naar Westerbork waar ze in een strafbarak terecht kwamen. Alle gezinsleden van de joodse werknemers waren inmiddels ook opgepakt en naar Westerbork getransporteerd. Uiteindelijk werden er vijf Hollandia-Kattenburg medewerkers voor het Duitse gerecht geleid. Twee van hen werden gefusilleerd, de overige drie gingen naar Westerbork en daarvandaan naar Auschwitz en verschillende werkkampen. Van alle gedeporteerde Hollandia Kattenburgers en hun gezinsleden (in het totaal ging het om ruim 820 mensen) hebben er acht de kampen overleefd. Hoewel het gehele personeel van Hollandia-Kattenburg het werk had neergelegd tijdens de februaristaking en er een aantal mensen werkte met communistische sympathieën, is het hoogst onwaarschijnlijk dat er personeelsleden van Hollandia-Kattenburg tot een sabotage groep hadden behoord. Geen van hen stond op de lijsten van Sally Dormits en geen van hen dook onder toen hij gepakt was. Waarom Martha Korthagen tot haar beschuldigingen overging weten we niet. Na de oorlog is zij door het Bijzonder Gerechtshof veroordeeld. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Dit artikel stond in het NIEUWSBLAD van het NOORDEN van15 november 1947De zes mensen die in eerste instantie ter dood veroordeeld waren zijn: Bernard Luza, Mijer Konijn, Jacob Smeer, Frederica Pierot, Elias Dingsdag en Debora Slier.Bernard Luza en Mijer Konijn, hebben een gratie verzoek ingediend, deze word op 3 februari 1943 afgewezen hiermee worden de doodvonnissen bekrachtigd, en wel door General der Flieger Fr. Christiansen.Elias Dingsdag is de enige die de oorlog overleefde!------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Bernard Luza zat van 11 november 1942 kamp Vught Nr 711. Op 13 november 1942 is hij overgebracht naar Scheveningen (Nr 685) waar hij verbleef tot 4 januari 1943. Van 4 Januari verbleef hij in de gevangenis te Utrecht, in afwachting van hun vonnis op 7 januari 1943. Op 11 januari werd hij over gebracht naar kamp Amersfoort (waarschijnlijk Nr 2366) en op 18 januari naar kamp Vught.Mijer Konijn 11 november 1942 in kamp Vught Nr 712. Op 13 november 1942 is hij overgebracht naar Scheveningen waar hij verbleef tot 4 januari 1943. Van 4 Januari 1943 in de gevangenis te Utrecht, in afwachting van hun vonnis op 7 januari 1943. Op 11 januari werd hij over gebracht naar kamp Amersfoort (waarschijnlijk Nr 3997) en op 18 januari naar kamp Vught.Op 14 februari 1943 worden ze beide overgebracht naar het huis van bewaring in Amsterdam. Zowel Bernard Luza als Mijer Konijn hebben op 15-2-1943 ook nog een afscheidsbrief geschreven, Luza voegt daar zelfs Amsterdam aan toe als de plaats waar de brief is geschreven. Beiden schrijven, dat ze die ochtend om 10 uur zullen worden doodgeschoten. De enveloppen, waarin de brieven werden verstuurd, zijn beide afgestempeld op 20 februari 1943.Zij zijn beide begraven op de Erebegraafplaats te Loenen onder graf nummer 1401 en 1402 als "Onbekende Nederlander ".Voor meerf informatie zie:https://photos.google.com/share/AF1QipMr3rkTvTBSFLXeONiCLH_hcY_2hRbzreDtPX1d7ZWwQYFUIrXfKigdb0VgHFpAg?key=VW9aSW0yWTBDSm5RcTBKX0gxemZwR2JySmZRUjhR Sluiten
Bron: Dick Breedijk

Geplaatst door D. Breedijk op 18 december 2016

2b30c0059ea7da6a14108961f831a2e1 v1

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een bijdrage toe

Log in om een bijdrage toe te voegen

Nationaal Ereveld Loenen


Vak/rij/nummer E1402

Leg bloemen op dit graf

Wilt u graag bloemen laten leggen op dit graf, dan verzorgen wij dit graag voor u.
Bestel bloemen
Bloemen en kransen

Nationaal archief

Bekijk
Menu