Goris (Goos) Mante is geboren op 5 september 1898 in Willemstad. Hij
was een zwager van Jan van der Dussen.
Goos was Inspecteur voor de Scheepvaart en voormalig onderzeebootcommandant. In juni 1937 is hij benoemd tot hoofdkwartierscommissaris
Zeeverkenner en daardoor kwam er meer aandacht voor zeeverkenners.
Tijdens de Wereld Jamboree in 1937 was hij als hoofdkwartiercommissaris belast met de algemene leiding van zeeverkennersaangelegenheden. Hij werd ondersteund door Johan Wijnsouw en Jan Ellerman.
In de oorlog was Goos lid van de Mekelgroep. Mekel was in contact gekomen met enkele
Nederlandse officieren die lid waren van de Ordedienst. Deze waren in het bezit van een
aktetas met geheime Duitse documenten. Goos Mante had deze tas in de zomer van 1940
gevonden of gestolen toen hij een hoge Duitse officier moest begeleiden. De papieren
bevatten uitgewerkte plannen voor een invasie van Engeland. Mekel zou helpen de
belangrijke gegevens naar Engeland te versturen. Of ze daar ooit aangekomen zijn is niet
bekend. Zijn functie als inspecteur van de scheepvaart gaf hem de mogelijkheid ver te
spioneren. De Mekel-groep werd in 1941 verraden door een van hen, de negentienjarige
Hugo de Man. De Man was voor diefstal gearresteerd en vertelde alles wat hij wist over de
papieren aan de Duitsers. Bijna de gehele Mekel-groep werd in juli 1941 gearresteerd. In
augustus 1941 volgden de officieren die met Mekel in contact waren geweest.
Goos werd op 7 augustus 1941 opgepakt. Hij zat gevangen in
het Oranjehotel in Scheveningen, in kamp Amersfoort, de
gevangenis in Utrecht en in Amsterdam. Hij is geëxecuteerd op
25 september 1942 in de duinen bij Overveen. Hij is 44 jaar
geworden en bijgezet op Ereveld Loenen.
Goos ontving postuum het Verzetsherdenkingskruis.