Einde van een Indische idylle
Het dagboek van D aan D
‘Hoe vaak heb ik al niet het idee gehad om een dagboek bij te houden om je later ongeveer te laten weten hoe deze tijd geweest is’. Het zijn de eerste woorden van het dagboek van Dirk van Beusekom, officier van de Koninklijke Marine tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op 7 februari 1941 begint het verslag ‘Van D aan D’, van Dirk aan Dagmar, zijn vrouw die enkele weken eerder bevallen is van hun eerste dochter Elske. Van Beusekom zal zijn dochter nooit in levende lijve zien, want ruim twee jaar later komt hij bij een tragisch ongeval om het leven.
Schepen en water
Het is de dramatische climax van het fascinerende leven van Dirk en Dagmar van Beusekom, telgen uit Hollandse geslachten met vertakkingen in Nederlands-Indië. Ze zijn indirect familie van elkaar, allebei verwanten van Opa Do en Oma Does, oftewel Dorus Bik en Ada Brouwer, alom bekend in Buitenzorg, bewoners van het prachtig hoog gelegen landgoed Mira-Monte. Op verschillende foto’s zijn Dirk en Dagmar samen te zien als onderdeel van een bevoorrechte kinderschaar die opgroeit in de wereld van koffieplanters en bestuursambtenaren.
Vader Van Beusekom, die als kapitein in dienst is van de Koninklijke Paketvaart- Maatschappij, keert na zijn pensionering naar Nederland terug. Zoons Hanzo en Dirk, die al eerder de oversteek hebben gemaakt om te beginnen aan de middelbare school, schakelen moeiteloos over op de Hollandse levensstijl. Dirk heeft de liefde voor schepen en het water van zijn vader geerfd. Van 1924 tot 1927 doorloopt hij met groot enthousiasme de Zeevaartschool in Amsterdam. Varen is zijn grote passie en hij maakt als jonge leerling zo veel mogelijk reizen mee. Uiteindelijk begint hij zijn succesvolle carrière als vierde stuurman op het KPM-schip de ‘Rokan’.
Tussen Nederland en Indië
De militaire dienst, natuurlijk bij de Marine, voert hem in 1930 terug naar Nederlands-Indië en hij beleeft er gouden tijden. Hij ontpopt zich als geboren marine-officier. Tijdens verlofdagen doorkruist hij met vrienden de Indische archipel. Zo wordt per automobiel het eiland Bali verkend. Natuurlijk bezoekt hij ook zijn vele Indische familieleden en vrienden. Hij wordt verliefd op Dagmar en samen maken ze wandelingen in de omgeving van Buitenzorg. Ze verloven zich en willen dit weten ook; vele foto’s getuigen van hun geluk.
Een reis met het schip ‘Ophir’ van de KPM brengt Dirk weer naar Nederland. Samen met een collega gaat hij op ‘groot’ verlof naar Soest. Behalve in het ouderlijk huis zijn ze vaak in het Biltse bad en op de Loosdrechtse plassen te vinden, maar na enkele maanden begint het te kriebelen. Dirk wil naar zee en bovenal naar Indië, waar zijn grote liefde op hem wacht. In juli 1934 zet hij weer voet op Java en hij schrijft in het foto-album ‘eindelijk thuis’.
Geluk
De schaarse momenten dat ze elkaar kunnen zien benutten ze goed. Dirk is een enthousiast fotograaf en tijdens wandeltochten en verlofdagen maakt hij series prachtige foto’s van zijn Dagmar. In 1936 trouwen ze en alleen de Indische helft van hun familie kan erbij zijn. In 1938 begint een lange verlofperiode en het echtpaar reist naar Nederland. Het laatste stuk vanaf Marseille wordt met het vliegtuig afgelegd. De snelle ontwikkeling van de luchtvaart is een andere passie van Dirk. Hij volgt al jaren het pionierswerk van de KLM en de tocht naar Amsterdam met de ‘IJsvogel’ brengt hem in vervoering.
Tijdens het verlof doen ze een rondje Nederland met een zeilboot en lenen ze de Nash van vader Van Beusekom voor een trip naar Zuid-Duitsland. In Amsterdam laten ze een serie portretten maken, fascinerende beelden van een gelukkig stel. Dirk solliciteert bij de Koninklijke Marine om als reserve-officier in beroepsdienst over te gaan. Dit lukt en hij woont met Dagmar korte tijd in Den Helder. Helemaal op hun plek zijn ze in de duinen bij Dirks volgende standplaats Hoek van Holland. In hun huis aan het Seinpad brengen ze hun laatste maanden samen door.
Vader op afstand
Tijdens de Duitse inval van mei 1940 wordt Hoek van Holland behoorlijk onder vuur genomen en Dirk beleeft spannende dagen. Op 14 mei, wanneer de capitulatie wordt afgekondigd, ontsnapt hij met ander marinepersoneel naar Engeland met de Torpedomotorboot TM 51. Een avontuurlijke reis die eindigt in de Naval Barracks in Portsmouth, waar Dirk op Engels briefpapier de belevenissen van de oorlogsdagen in korte zinnen noteert.
Hoewel het oorlogstijd is begint voor Dirk een uitdagende en mooie loopbaan bij de Koninklijke Marine die hem over de hele wereld voert en hem hoog aanzien geeft bij zijn collega’s, maar vooral bij de bemanningen van de schepen waarop hij als officier dient. Begin 1941 hoort hij via Nederlandse contacten dat hij vader is geworden, maar het nieuws is schaars en het bereikt hem slechts in korte telegrammen en met grote vertraging. De correspondentie met Nederlands-Indië is nog intact; brieven en kaarten worden uitgewisseld met de Indische verwanten.
Het ongeluk
Het leven in ballingschap is kleurrijk, maar Dirk mist zijn vrouw en kind. In februari 1941 begint hij met zijn dagboek en stelt hij een soort testament op in twee talen waarin hij het commando van de marine in Londen vraagt een trommel met souvenirs en dierbare voorwerpen te bezorgen bij zijn vrouw, in geval hem iets overkomt.
Van Beusekom dient op verschillende schepen en wordt uiteindelijk in maart 1942 oudste officier op de onderzeeboot K XV, die na een lange reis vanuit Indië afmeert in Noord-Amerika. Naast zijn drukke werkzaamheden is er ook plaats voor ontspanning en Amerikaanse gastvrijheid aan de wal. Met andere officieren wordt hij door een prestigieuze fotograaf vereeuwigd. Maar dan slaat het noodlot toe. Tijdens het laden van torpedo’s knapt een kabel en Van Beusekom wordt door het projectiel letterlijk verpletterd. Groot is de ontzetting en vele Nederlandse en Amerikaanse autoriteiten zijn aanwezig bij de uitvaart op de begraafplaats Arlington in Washington.
Laatste woorden
Dagmar hoort maanden later via het Rode Kruis het vreselijke nieuws en ze beseft dat ze in een korte tijd haar twee grote liefdes, Dirk en Indië, is kwijtgeraakt. Haar schoonfamilie in Soest vangt haar op, maar ze is ontroostbaar. Na de oorlog krijgt ze ook de trommel waarin Dirk in februari 1941 naast een teddybeer voor zijn dochter ook een laatste brief heeft ingesloten: ‘Weet dat je mijn eigen vrouwtje bent, altijd, en dat ik je overal in me meedraag, jij bent het mooiste en hoogste wat ik ooit heb gehad. In gedachten omhels ik je en kus je, ik kan niets meer zeggen. ... Wat er ook moge gebeuren ik ben tot ’t einde alleen van jou en voor jou. Vind in ons Elske wat van mij terug en moge dit meiske groote steun voor je zijn en je helpen gelukkig te zijn.’