Menu

OGS L Laan O13 010

Vermist met de O13

Jeugd

De familie Laan woont in Den Helder in de wijk Tuindorp. Vader en moeder beheren de Tuindorpsche Groenten & Fruithal. De drukke kerstdagen van 1920 zijn net achter de rug als Lodewijk op woensdag 29 december wordt geboren. De familie is rooms-katholiek en Lodewijk wordt gedoopt. Later, tijdens zijn lagere schooltijd, doet hij naar goed katholiek gebruik ook zijn eerste heilige communie. Lodewijk staat er keurig bij in zijn ‘zondagse pak’.

Vader Laan is zichtbaar trots op zijn gezin. Er wordt zelfs door een fotograaf een kiekje gemaakt van hem met zes van de kinderen. De meiden met mooie strikken in de haren en de jongens – geheel naar de mode in die tijd – in hun matrozenpakjes. Maar het noodlot slaat toe; vader overlijdt in 1932 op 38-jarige leeftijd. Moeder is dan 36 en staat er alleen voor met de tien kinderen en de groente- en fruitzaak. Lodewijk is pas 12 en zijn oudste broer 15. Zij kunnen de zaak niet drijven, maar worden wel beschouwd als kostwinner en krijgen daarmee ook vrijstelling van militaire dienst. Omdat er niet genoeg geld is in die periode van de crisisjaren, volgt Lodewijk na de lagere school geen verdere opleiding.

Lodewijk krijgt een vriendinnetje, Nel van Dam. Zij woont om de hoek in de Sterrenstraat. Maar Nel is niet katholiek en daarom komt ze er thuis bij Lodewijk niet in.

Lodewijks jongere broer Koen herinnert zich dat er in die tijd een marineman rondfietste door de buurt die jongens wierf voor een baantje bij de marine. ‘Ik hoor nog de toeter en wat die man riep: "Wie niet opstaat, blijft maar liggen, moet maar weten wat ervan komt".’ Lodewijk wil eigenlijk wel weg van huis, onder moeders vleugels vandaan. Hij meldt zich vrijwillig aan.

Marine

Lodewijk wordt geplaatst bij de onderzeedienst in Den Helder. Hij vindt het werk eigenlijk maar niets. Aan boord van de onderzeeboot moet hij in die kleine benauwde ruimtes werken. Lodewijk maakt ook de torpedobuizen schoon. Erg krap en eng werk.

Lodewijk is verschrikkelijk netjes en ziet er altijd keurig uit in zijn uniform. De buren vinden hem een parmantig ventje. Een modelmatroos. Die kijken hem zelfs met een verrekijker na. De matrozen hebben van die bekende matrozenkragen aan hun uniform, die ze braniekragen noemen. Die kragen moeten worden gestoomd en Lodewijk stuurt dan meestal een van de kleine kinderen naar stomerij ’t Hoofd. ‘Daar gaf hij een stuiver voor of een zure bal’, herinneren de jongsten zich nog. ‘Of ik moest een pakkie North State sigaretten halen bij de kruidenier om de hoek’, weet zijn toen 11-jarig broertje Koen.

Lodewijk is 18 en de jongste aan boord en vindt het maar benauwd in zo’n onderzeeboot, maar ja, hij heeft getekend voor 6 jaar. Aan zijn nummer zie je dat hij vrijwillig voor de dienst heeft gekozen. Zo zit hij op een gegeven moment met zijn maatjes aan boord te eten en zijn pet ligt op tafel. In het gesprek klaagt hij over de omstandigheden. Er zitten jongens bij die als dienstplichtige ‘voor hun nummer’ zijn opgeroepen. Ze kijken naar het nummer in zijn pet en zeggen: ‘Hou jij je mond maar, want jij bent vrijwillig.’

Op 6 maart 1940 ziet Lodewijk bij de marinehaven van Den Helder de onderzeeboot O11 zinken. Die heeft een aanvaring gehad. De O11 ligt helemaal schuin onder water en hij hoort het gebons van de mensen die er in gevangen zitten. Maar ze kunnen er niet bij komen om te helpen. Lodewijk vindt het verschrikkelijk en is doodsbang en wil nu helemaal de dienst uit.

Een aalmoezenier wil hem helpen, maar dan breekt de Tweede Wereldoorlog uit. Lodewijk moet plotsklaps vertrekken met de O13. Moeder komt Lodewijk vlak voor vertrek bij toeval nog tegen op de fiets met allemaal papieren in zijn hand. ‘Moe, misschien kom ik vanavond nog effetjes thuis. Het is allemaal heel erg dringend ik moet ze allemaal oproepen want we moeten aan boord.’ Diezelfde nacht van 9 op 10 mei 1940 vaart Lodewijk uit met de O13. De volgende dag, vrijdag 10 mei, vallen de Duitsers Nederland binnen. Na enige dagen strijd capituleert Nederland op 15 mei.

Verdwijning

De O13 met Lodewijk aan boord is dan al uitgeweken naar Engeland. In die periode hebben ze nog contact met een Nederlands vissersschip en wisselen wat gegevens uit. Een paar weken later op 12 juni 1940 vertrekken ze met de O13 op oorlogsmissie. Ze varen volgeladen uit vanuit de Schotse havenstad Dundee. Naast Lodewijk zijn er nog dertig Nederlandse opvarenden aan boord maar ook nog drie Engelse marineofficieren. Ze vertrekken naar een gebied in de richting Skagerrak ten zuiden van Noorwegen. Volgens plan moeten ze op 21 juni weer terugkeren in Dundee.

Moeder is op een zonnige dag in augustus bezig met nummertjes in te naaien in de kleding van de kleine kinderen die naar een vakantiekamp gaan. Dan verschijnt er een auto met een man van de marinedienst. Hij vertelt dat de O13 wordt vermist. Niet meer op de basis teruggekeerd.

Op een gegeven moment na zijn vermissing komt Lodewijks vriendinnetje Nel, thuis aan de deur bij moeder. Ze komt de groeten brengen van Lo, zoals hij werd genoemd. De O13 had voordat hij verdween ergens contact gelegd met een Nederlandse vissersboot. Een visserman had van Lo een bericht meegekregen om dat – via zijn vriendinnetje – door te geven. ‘De groeten aan moeder en broers en zussen’. Moeder is heel erg verbaasd om achteraf nog zo’n bericht te ontvangen van haar vermiste en aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, overleden kind.

Moeder gaat op de onderzeebootdienst-basis in Den Helder Lodewijks spullen ophalen. Ze leegt zijn kluisje en wat opvalt is dat het er zo keurig uitziet. Ze krijgt een compliment dat Lodewijk zo’n keurige jongen was en altijd vreselijk netjes op zijn uniform. Er ligt nog kleding van hem en een kettinkje met een wit rond plaatje met daarop L. Laan. en nummer 14964. Ondanks dat het waarschijnlijk een andere L. Laan is dan Lodewijk, want die heeft nummer 14664, wordt het later een belangrijk familiestuk. Het is een plaatje dat bij de was (waszak) werd gedaan, of bij een wapen. Mogelijk is het plaatje verwisseld met een andere L. Laan uit Texel die eens gelijktijdig met Lodewijk in het ziekenhuis had gelegen. Het plaatje blijft jarenlang bewaard in de knopendoos van moeder.

Voor koningin en vaderland

Na de oorlog krijgt moeder tot haar dood een schamel marinepensioen van 35 gulden per jaar omdat Lodewijk medekostwinner was van het gezin. Ook ontvangt ze van de minister van marine een certificaat ter nagedachtenis aan haar zoon L. Laan, matroos der tweede klasse bij de Koninklijke Marine, ‘die zijn leven gaf voor koningin en vaderland in de wereldoorlog 1940-1945. Hij stierf voor het behoud van onze vrijheid’.

De naam van Lodewijk Laan staat als slachtoffer op een plaquette in de marinehaven te Den Helder waar jaarlijks op 4 mei een herdenkingsdienst plaatsvindt. ‘Het is onze broer. Dat doet je wel wat. Wat moeten die jongens een geweldige doodstrijd hebben gehad, je moet er niet aan denken. Er wordt nu ook een krans gelegd voor de O13. We hebben nooit afscheid kunnen nemen. Die jongens hebben hun leven gegeven voor onze vrijheid. Die mogen we niet vergeten want dan zijn we onze vrijheid niet waard’, zegt broer Koen. In 2009 is in Dundee een monument onthuld ter nagedachtenis aan de opvarenden als van de O13, die omkwamen op onderzeeboten tijdens WOII en nooit zijn teruggekomen. Zij worden aangeduid als ‘Still on patrol’.

Zoektocht naar O13

Na de oorlog nam men aan dat de O13 door de Duitsers tot zinken was gebracht. Naoorlogse analyse van archieven en kaarten leidde er toe dat eind jaren 40 deze mening veranderde. De O13 zou in een mijnenveld zijn gelopen. En niet alleen de O13, maar ook andere schepen. Zij voeren allemaal dezelfde route door twee mijnenvelden waarvan men in 1941 pas een vermoeden kreeg van het bestaan.

Eind jaren 60 veranderde het verhaal wederom. Uit onderzoek bleek dat de Poolse onderzeeboot ORP Wilk in het patrouillegebied van de O13 een Duitse onderzeeboot tot zinken had gebracht. Alleen bleek dat er geen Duitse onderzeeboot in die buurt was. Wel werd de O13 vermist. De conclusie was snel gemaakt. De Polen zouden zich hebben vergist en niet een Duitse U-boot, maar de Nederlandse O13 hebben geramd.

In 2012 startte er een operatie om de ware toedracht van de verdwijning en de locatie van de O13 te achterhalen. Hiervan wordt een documentaire gemaakt en is er samenwerking met de Oorlogsgravenstichting. ‘Als de O13 wordt gevonden, zal dit een officieel oorlogsgraf op zee worden. Dat zou heel veel voor me betekenen als ze het vinden. Dan weet je daar ligt hij, mijn broer, daar is het gebeurd’, zegt zijn zus, die 13 jaar was toen Lodewijk voorgoed verdween.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief