Philippus Theodorus Becht

1898-1945

SchoontjePhilip_2023-01-29-111405_lkcs.jpg

Oorlogsslachtoffer

Is 46 jaar geworden

Geboren op 21-11-1898 in Amsterdam 

Overleden op 25-05-1945 in Theresienstadt 



Bijdragen

De volgende bijdragen zijn door bezoekers toegevoegd:

Op de vlucht

Philip (Philippus Theodorus) Becht was getrouwd met Schoontje Beugeltas, een oudere zus van mijn oma. Philip, Schoontje en haar jongste broer Joop (Joseph) werden begin 1943 zo in het nauw gedreven door de nazi's dat zij geen andere uitweg zagen... Lees meer

Philip (Philippus Theodorus) Becht was getrouwd met Schoontje Beugeltas, een oudere zus van mijn oma. Philip, Schoontje en haar jongste broer Joop (Joseph) werden begin 1943 zo in het nauw gedreven door de nazi's dat zij geen andere uitweg zagen dan hun heil te gaan zoeken in het neutrale Zwitserland.

Eind januari/begin februari 1943 trokken zij de Belgische grens over naar Frankrijk. Deze route naar Zwitserland stond toen al bekend als vrij kansloos, maar als niet-jood dacht Philip wellicht zijn vrouw en zwager voldoende bescherming te kunnen bieden en hoopte hij misschien dat Zwitserland toch de poorten voor hen zou openen.

Een jongere broer van Philip zat in het verzet en hield zich onder andere bezig met het zoeken en begeleiden van mensen naar onderduikadressen. Dit lag misschien ook als een veilige optie op tafel voor Schoontje, Philip en Joop, maar de vlucht moet hen toch als een betere kans op overleven hebben geleken. Een andere broer kreeg het beheer over de financiële middelen en de afspraak was dat er op gezette tijden, na contact, geld overgemaakt zou worden om het verblijf in het buitenland te kunnen bekostigen. Toen het geld maar niet aankwam bleek dat de broer er met de centen vandoor was en dat hij collaboreerde met de bezetter. Na de oorlog is hij opgepakt en veroordeeld voor verraad van een groep mannen die de Arbeitseinzats probeerden te ontlopen door onder te duiken.

Philip, Schoontje en Joop werden in maart 1943 opgepakt aan de Zwitserse grens en naar de gevangenis van Besançon gebracht. Daar werden ze gescheiden: Philip moest naar Frontstalag 122 in Compiègne, een kamp voor politieke gevangenen en verzetsstrijders, en Schoontje en Joop kwamen in Drancy terecht, het doorvoerkamp voor joden bij Parijs. Schoontje en Philip zouden elkaar nooit meer zien, maar de hoop op een toekomstige hereniging moet deze geliefden nog een lange tijd op de been hebben gehouden.

Dat en een flinke portie geluk, want Schoontje werd bij aankomst in Auschwitz geselecteerd voor dwangarbeid en kwam in kamp Birkenau terecht. In tegenstelling tot haar broer, die ondanks zijn jonge leeftijd geen schijn van kans maakte. Joop was verpleegkundige en daar hadden de nazi's geen behoefte aan. Joseph Beugeltas werd vermoord op 27 juni 1943, z.l. (zichrono livracha, zijn nagedachtenis zij tot zegen).

Philip werd in januari 1944 vanuit Frankrijk naar Buchenwald op transport gesteld. Daar wachtte hem een zware tijd, het werk was fysiek uitputtend en de omstandigheden in het kamp waren uiteraard beroerd. Hij werd ziek en meerdere keren kroop hij door het oog van de naald tot hij een experimentele inenting tegen o.a. vlektyfus kreeg en hij dusdanig opknapte dat hij in april 1945 samen met 28 000 medegevangenen mee kon op dodenmars. Philip Becht kwam uitgeput aan in Theresiënstadt, waar hij op 25 mei 1945 bezweek. Hij werd begraven in een massagraf op de joodse begraafplaats van het kamp. Na de bevrijding werden in kamp Drancy twee ontroerende brieven van zijn hand gericht aan zijn vrouw in de achtergelaten administratie gevonden.

Schoontje heeft de brieven nooit gelezen, want zij was op dat moment al in Birkenau. Daar moet zij werk hebben gehad waarbij zij toegang tot extra's had, want toen het kamp in januari 1945 ontruimd werd was zij op 45 jarige leegtijd fit genoeg om de erbarmelijke dodenmars naar Bergen Belsen te overleven. Zij was in een dusdanige fysieke toestand dat ze daar, half februari 1945, samen met 500 overwegend meisjes en jonge vrouwen werd geselecteerd om dwangarbeid te verrichten in kamp Venusberg, een satellietkamp van Flossenbürg waar vliegtuigonderdelen in elkaar moesten worden gezet.

Venusberg was een omheind en zwaar bewaakt vrouwenkamp nabij Gelenau met 1000 joodse dwangarbeiders verdeeld over vijf barakken. De kampleiding was wreed, vooral de Aufsehrinnen waren fanatiek en trakteerden de vrouwen te pas en te onpas op oorvijgen. Er was tekort aan alles: voedsel, onderdak en medische zorg. Dat en de barre winterse omstandigheden maakten het werk in Venusberg tot een ware hel. In april moest ook dit kamp gesloten worden. De overgebleven vrouwen werden in gesloten treinwagons gepropt en het spoor, dat bestookt werd door geallieerde bombardementen, opgestuurd richting het zuiden. Na een onbeschrijflijke tocht van twee weken met nauwelijks eten en drinken kwam de trein aan bij concentratiekamp Mauthausen. De helft van de 900 vrouwen was onderweg bezweken. De rest, waaronder Schoontje, moest zich de steile trappen opwerken die toegang tot het kamp boden. Daar werden zij enkele dagen later bevrijd door de Amerikanen.

Schoontje was er slecht aan toe en werd in nevenkamp Gusen liefdevol verpleegd door het personeel van het 131st Evacuation Hospital. Een voor een werden patiënten ontslagen of werden gerepatrieerd naar het land van herkomst. Het Nederlandse Rode Kruis kwam niet opdagen en Schoontje bleef achter tot het hospitaal gesloten moest worden. Voor haar werd een plek geregeld tussen Franse repatrianten die nog niet voldoende aangesterkt waren om naar huis te kunnen. In Reichenau aan het Bodenmeer was een voormalige psychiatrisch instelling door de Franse bezettingsmacht gereed gemaakt om als militair hospitaal de dienen. Daar kwam Schoontje op 6 juni 1945 aan. Ze gaf de gegevens van haar zus, mijn oma, nog op als contactpersoon. Het werd fonetisch genoteerd door de Franse verpleging maar nooit bereikte het nieuws mijn oma, die thuis in Amsterdam als enige overlevende van de familie wachtte op nieuws.

Op 20 juni, een maand na haar geliefde Philip, overleed Schoontje Becht-Beugeltas, z.l. in het hospitaal. Ook Schoontje's naam zelf werd fonetisch genoteerd, en dus kwam ze onder de fantasienaam Schronte Becate op de begraafplaats van het ziekenhuis terecht. Op haar graf stond een houten gedenkpaal met daarop de sionster, aldus schreef een kapitein van de Dienst Identificatie en Berging in een rapportage, toen hij de begraafplaats in 1950 bezocht en haar graf ontdekte. Pas enkele jaren later kon de naam Schronte Becate aan Schoontje Becht gekoppeld worden en in de aanloop naar haar herbegrafenis op het ereveld van Frankfurt, kreeg mijn oma eindelijk te horen welk lot haar zus had getroffen.

Schoontje heeft als enige slachtoffer in de familie een bezoekgraf gekregen. Daarom wordt zij jammer genoeg niet op het Namenmonument in Amsterdam genoemd en kunnen wij in Nederland dus geen steen voor haar leggen. Mede daarom hebben wij struikelstenen voor de hele familie in Amsterdam laten plaatsen.

Sluiten
Bron: www.achterdesteen.nl

Geplaatst door Dennis Koopman op 29 januari 2023

Brief 2
Brief 1Het PB van Philip werd aangetroffen in een kamp en naar familie opgestuurd

Voeg zelf een monument toe

Log in om een monument toe te voegen

Voeg zelf een verhaal of document toe

Log in om een bijdrage toe te voegen
Menu