Cornelis Arnoldus Willebrordus de Gruijter was enigst kind van Willebrordus de Gruijter en van Catharina Cornelia Brox. Cornelis is in 1895 gewijd tot Priester. Hij is vervolgens Kapelaan in Vogelenzang (1898-1904) en aansluitend in de Rooms Katholieke kerk Onze Lieve Vrouw van Goeden Raad in het Bezuidenhout. Hij gaat op 1 januari 1910 wonen in de Pastorie aan de Bezuidenhoutscheweg 155. Sinds 6 september 1913 is hij rustende (Emeritaat) vanwege een oogkwaal en op 17 april 1914 verhuist hij naar de Emmastraat 1A.

Nadat zijn vader op 12 september 1917 is overleden verhuist Cornelis op 13 juni 1918 naar de Paulinastraat 22 en op 31 oktober 1919 komt zijn moeder daar ook wonen. Gedurende die periode is hij emeritus rector van de St. Anna Stichting in de Mariastraat 2 - 2 A en in december 1928 is hij benoemd als Huisprelaat van Z.H. de paus. Deze erefunctie werd verleend aan verdienstelijke geestelijken. Begiftigden mochten de titel Monseigneur voeren en bij de koorkledij, in plaats van de gebruikelijke schoudermantel (It.: mozetta), een paarse mantellella dragen, een gewaad met ruime mouwen dat qua lengte het midden hield tussen de mantelletta en de mantellone.

Tot 3 maart 1945 is Mgr. Cornelis Arnoldus Willebrordus de Gruijter beter bekend als Pater woonachtig in de Paulinastraat 22. Op de eerste etage wonen de dienstbode Adriana van der Harst met haar zuster Elisabeth Vink van der Harst en haar twee zonen Job en Gijsbert. Elisabeth is op 4 februari 1945 thuis haar man Gijsbert verloren aan ondervoeding, Drie dagen later schenkt ze het leven aan een zoon die de Gijsbert noemt. Op 3 maart om 9 uur wordt tijdens het bombardement de woning getroffen en Cornelis weet naar buiten te komen. Hij roept naar boven en ziet Elisabeth met haar zoon Job bij het raamkozijn staan, ze hebben zich uit het puin kunnen bevrijden. Elisabeth gooit haar zoontje Job uit het raam in de armen van de 73-jarige Pater Cornelis. Elisabeth kan haar baby Gijsbert en haar zus Adriana niet vinden en de vlammen dwingen haar ook uit het raam te springen. Ze blijft na de sprong met haar beide benen vast zitten in het puin op straat en wederom schiet Pater Cornelis haar te hulp. Ze heeft verwondingen aan haar benen. Elisabeth wordt vanwege haar verwondingen voor 4 weken verpleegd in het St. Antonius Hove te Voorburg en op 12 maart wordt Job 8 jaar. Ze overleven samen de oorlog. Pater Cornelis heeft schijnbaar besloten het Bezuidenhout niet te verlaten, hij is na het bombardement gevonden in de naastgelegen woning Paulinastraat 24. De beenderresten van Adriana en Gijsbert worden gezamenlijk gevonden in de Paulinastraat 22. Op 6 maart 1945 verschijnt in het Vaderland al een bericht dat Pater Cornelis is overleden. Zijn lichaam is zeer waarschijnlijk dan nog niet gevonden, daar pas de schouwing op 31 maart plaatst vind in het Gemeentelijk Ziekenhuis Zuidwal. Hij wordt herkend door de rector Alfons Hubert Harst en de Priester Petrus Josef Marie van der Burg.

https://oorlogsgravenstichting.nl/persoon/229072/adriana-van-der-harst

https://oorlogsgravenstichting.nl/persoon/229316/gijsbert-vink

HGA, Archief 1165 01 inventaris 152 EN OF 153 LBD 1945 Kaartsysteem bombardement 3 maart, Slachtofferkaart 405 7-3

De Maasbode 20 december 1925

Het Vaderland 6 maart 1945

Paulinastraat richting Bezuidenhoutseweg maart 1945 Foto H A W Douwes Haags Gemeente Archief

Paulinastraat richting Bezuidenhoutseweg R.K. kerk van O.L. Vrouwe van Goede Raad. November 1945 Foto DSO HGA

Dit slachtoffer is opgenomen in het 3 maart 1945 Bezuidenhout bombardement register door Stichting WO2 Sporen komende uit het onderzoek naar Haagse slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog.

Heeft u meer informatie over dit slachtoffer of heeft u vragen, dan kunt u contact opnemen met Stichting WO2 Sporen.

https://www.wo2sporen.eu/oorlogsgravenstichting

Info@wo2sporen.eu